Net als vele andere tienermeisjes in de winter van 1964 voelde Irene Katz precies welke kant The Beatles opgingen.
Zij zat thuis in een luie stoel in het appartement van haar ouders in Stuyvesant Town te luisteren naar de DJ’s op WMCA-AM , die het laatste nieuws brachten over de aankomst van de Fab Four in Amerika, voordat ze zouden optreden in de Ed Sullivan Show. Zij voelde zich helemaal niet prettig bij dat kleine televisiescherm en samen met een paar vriendinnen bedacht ze een plan.
'In onze tienerharten wisten we, dat wanneer zij ons zagen, zij verliefd op ons zouden worden,' zegt de nu 63-jarige Irene, gepensioneerd en wonend in het centrum van New Jersey, tegen The Post.'We zochten een manier om de aandacht trekken. We bedachten dat we het best de aandacht konden trekken wanneer we vlak tegenover het hotel zouden staan en een teken aan hen zouden geven..' Zij zelf had vooral een oogje op Paul.
Maar de ouders van Irene zouden haar nooit tijdig toestemming geven het huis te verlaten en naar het Plaza Hotel te gaan, waar de band verbleef. Zij bedacht een logeerpartijtje bij een vriendinnetje. Zij kochten een groot bord om daarop een poster te plakken met verschillende kreten.
'Ik was vooral op zoek naar slogans die typisch Brits waren. Ik liep met gedachten als 'The King Is Dead, Long Live The King'.'
Toen kreeg ze plotseling het idee dat The Beatles alles wat nu op de radio was zouden verdringen en bedacht 'Elvis is Dead. Long Live The Beatles.'
Zij zegt: 'Elvis sprak meer dan de helft van onze generatie aan maar nu hebben we nieuwe koningen met nieuwe mantels.'
Zij en haar vriendinnen vertrokken al om half zeven ‘s morgens naar het hotel. Het plein voor het hotel was al vol met mensen die schreeuwden en de songs zongen.
Na negen lange uren verliet Irene het hotel met een gebroken hart, zonder een glimp van The Beatles opgevangen te hebben. Maar iemand anders ving wel een glimp van haar op: een cameraman filmde de menigte. Haar vader zag haar ‘s avonds op het nieuws. 'Toen ik thuiskwam was hij woedend. Hij kon zich niet voorstellen dat wij in die menigte mee hadden staan schreeuwen.'
Ze probeerde het de volgende dag nog een keer en ging samen met haar vriendinnen op zoek naar de limo van de band. Ze hadden het erg koud gekregen en gingen een cafeetje binnen om koffie te drinken. Haar vriendinnen stonden plotseling verstomd. 'Let op onze tassen, 'schreeuwden ze naar de ober en ze renden naar buiten. Bij het stoplicht stond een zwarte limousine stil en ze zagen helder en duidelijk door het raam het gezicht van John Lennon. Irene rende naar de andere kant van de limo waar Paul zat, die zich duidelijk naar het raam boog.
Een menigte vormde zich om de limo en Ringo vertoonde een angstig gezicht.
Irene vroeg de menigte: 'Laten we ze niet bang maken. Kijk naar het angstige gezicht van Ringo. Wij jagen de jongens van wie we houden angst aan.'
Na deze gebeurtenis zag zij de band nog vier keer. Ze heeft de beroemde poster niet bewaard, maar de foto van de 13-jarige Irene werd het symbool van de verschuiving binnen een generatie. In musea en documentaires duikt de foto nog regelmatig op.
In 2002 was ze bij een concert van Paul McCartney in Philadelphia. Toen hij 'All My Loving' inzette verscheen op de Jumbotron plotseling de haar bekende foto.
'Ik schreeuwde 'Dat ben ik!' en ik ging uit mijn dak. ' Zij had nooit eerder het verhaal aan haar vrienden bij het concert verteld. Zij waren veel jonger dan zij en ze wilde niet toegeven hoe oud ze was.
'Leeftijd kan vervelend zijn' maar ze moet bekennen dat het wel heel cool was om deze gebeurtenis, die ze als als 13-jarige had meegemaakt, opnieuw te beleven.
(Bron: nypost.com)
(vert. Toine Gribling)