Met het door henzelf gerunde bedrijf Apple Corps, verloren ze alleen maar geld, de Beatles zochten iemand met ervaring voor dit soort zaken. Op 3 februari 1969 namen ze Allen Klein aan als hun manager.
Nadat Brian Epstein overleden was in Augustus 1967 werden de financiën van de Beatles geregeld door `Epstein's broer Clive. Maar volgens de Beatles was Clive Epstein meer geïnteresseerd in het leiden van de meubelzaken van de familie, dus ging de groep uitkijken naar een vervanger buiten hun kennissenkring.
Klein begon met werken voor Sam Cooke en Bobby Darin, daar kreeg hij de reputatie 'meedogenloos' omdat hij voor zijn artiesten royalty's bedong die eerder verborgen waren door accountant trucjes. Dit trok de aandacht van de Rolling Stones, die hem als manager aannamen in 1965. Kort daarna onderhandelde en kreeg hij een nieuwe deal bij Decca Records waardoor de groep een aanzienlijk hoger percentage van hun verkopen kreeg.
John Lennon ontmoette Klein tijdens de filmopnames van 'The Rolling Stones Rock and Roll Circus' in December 1968 en begon te lobbyen voor zijn diensten. 'Wij waren onder de indruk van hoe hij de zakelijke deals voor de Rolling Stones regelde' verteld Lennon in 'Anthology'. 'Daarnaast heeft hij schoonste polo shirts die ik ooit heb gezien. Hij is de enige zakenman die ik ontmoet heb met een heldere kijk op de ziel.'
'Mijn indruk van hem toen ik hem de eerste keer ontmoette was brutaal,' voegde Ringo daaraan toe. 'Ik krijg het voor elkaar jongens. Veel enthousiasme. Een goeie kerel, met een prettige instelling op een echte grove New Yorkse manier.'
Maar Paul McCartney lobbyde voor zijn aanstaande schoonvader om op hun zaken te gaan passen. 'Ik stel Lee Eastman voor als mogelijke advocaat, maar ze zeiden , 'Nee, die zou meer op jouw hand zijn en dus tegen ons,' zoals McCartney zich herinnerde . 'Dat snapte ik wel… Ze hadden gelijk – het was beter dat hij het ook niet zou worden, het zou uit de hand gelopen zijn met hem erbij.'
George zijn mening leek op die van Ringo: 'Omdat wij allemaal uit Liverpool kwamen, gaven wij de voorkeur aan gewone mensen. Lee Eastman was meer een klasse bewust persoon. Omdat John voor Klein koos leek het veel makkelijker als wij dat ook deden.' Maar hij merkte ook op dat 'jaren later dachten wij er anders over.'
McCartney twijfelde nog en ging naar Klein's grootste klant om advies. 'Inderdaad, ik vroeg het aan Mick Jagger toen ik hem zag,' zei McCartney. 'Hoe denk jij erover ?' Hij zei, 'Oh hij is wel o.k. als je van zo'n aanpak houdt.' Hij waarschuwde ons niet echt voor hem, daar zaten we dan – in de 'drie tegen een' situatie. Bij de Beatles was het zo dat als iemand het niet eens was met een plan dan ging het niet door. Op die manier was het democratisch, zodoende was die 'drie tegen een' toestand heel vreemd, met als resultaat dat er wat ging gebeuren.'
Klein sloeg meteen toe bij Apple, sneed in budgetten, ontsloeg onproductieve werknemers en installeerde een professionele houding in het bedrijf. Hij heronderhandelde het contract van de band met EMI en bracht Phil Spector binnen om het rommelige 'Get Back' project aan te pakken, wat uiteindelijk 'Let It Be' werd.
Maar ondanks dat hij met Jagger's – zij het nonchalante – keurmerk kwam, realiseerden de Stones zich snel hoeveel geld Klein uit de groep haalde door middel van onethische maar legale praktijken. In 1970 besloten ze hun eigen bedrijf op te zetten en onder Klein uit te komen. Een eindeloze juridische strijd volgde en halverwege de 80er jaren was de zaak opgelost – nadat Klein twee maanden had gezeten wegens belasting fraude – met Klein die de rechten behield van elk opgenomen nummer van de Stones tot en met 'Let It Bleed'.
In de parodie uit 1978 over de Beatles carrière, 'The Rutles: All You Need Is Cash,' speelde John Belushi Ron Decline, een niet te verhullen versie van Klein, die stierf in 2009.
Bekijk John Belushi als 'Ron Decline' in 'The Rutles: All You Need Is Cash'
{qtube vid:= sdjZSb0S7ZU ap:=0}
(Bron: ultimateclassirock.com)
(Vert.: Trix van Twist)