Op 2 oktober brengt Paul McCartney zijn klassiekers uit de jaren 80 – Tug of War en Pipes of Peace – opnieuw uit, als onderdeel van de Archive Collection.
Deze twee albums uit respectievelijk 1982 en 1983 bevatten naast beide titelsongs nummers zoals Ebony and Ivory – het duet met Stevie Wonder – en Here Today, het fictieve gesprek tussen John Lennon en Paul McCartney dat nooit plaatsgevonden heeft, wat steevast de ode aan John Lennon is op concerten van Paul McCartney.
Remasteren is iets dat McCartney al jaren doet. Het gehele Beatles-oeuvre werd al geremasterd in 2009. Maar in dit artikel ligt de focus elders: in plaats van remasteren dit keer een artikel over ‘demasteren’, namelijk: Let it Be... (Naked), uit 2003. Let it Be zoals Let it Be volgens McCartney bedoeld is.
Ik weet het nog goed. Elke dag kwam ik op weg naar school langs een cd-zaakje, van een meneer nabij de pensioenleeftijd: zijn naam was Van der Veer. Hij was de eigenaar van cd-speciaalzaak Van den Akker, aan het begin van de winkelstraat in Leeuwarden.
Op een dag – klas 4 of 5 van de HAVO – was ik in de bakken aan het snuffelen en kwam ik Let it Be... (Naked) tegen. Mijn budget stond me die aankoop destijds niet toe, maar ik wist dat mijn vader deze cd niet had.
Tijdens de koffie die middag vertelde ik over mijn vondst, en de volgende dag werd ik met een briefje van 20 euro naar de cd-zaak gestuurd om de cd alsnog te kopen. Korte tijd later zou Van den Akker sluiten, omdat hij naar verluidt het zwaar weer in de cd-business zag aankomen. Dit was in 2010.
Ik heb Let it Be altijd een mooi album gevonden, maar de arrangementen van Phil Spector vond ik toch over the top; bij sommige nummers had je er geen last van, maar The Long and Winding Road was ondragelijk. De Wall of Sound, de muur van geluid, voegt naar mijn mening weinig toe. Across the Universe doet wat surrealistisch aan, terwijl de ‘naakte’ versie mijns inziens niets tekort komt. Kortom, onnodige opsmuk.
Dat vond Paul McCartney dus ook. Hij wilde terug naar de rock-‘n-roll-sound van de beginjaren, en was sowieso nooit een liefhebber geweest van de Wall of Sound-aanpak van Phil Spector. McCartney was van mening dat The Long and Winding Road geruïneerd was door Spector.
Maar McCartney was niet alleen en er bestond frictie in de groep. Materiaal dat was opgenomen tijdens de Get Back-sessies werd naar Amerika opgestuurd, zodat producer Phil Spector er de laatste hand aan kon leggen. De Beatles waren inmiddels al uitelkaar, en de opnames waren niet bepaald soepel verlopen. Later dat jaar zou Abbey Road opgenomen worden – een proces dat naar verluidt een stuk effectiever en ook gemoedelijker verliep.
In het begin van 1969, echter, tijdens de Get Back-sessies, was de spanning wel om te snijden. McCartney was een bazige perfectionist die Harrison op de zenuwen werkte, en Lennon – onafscheidelijk van Yoko Ono – was verslaafd aan heroïne en vrijwel constant high. De Beatles ruzieden veel – Harrison liep een keer weg – en na de opnames had niemand zin om de plaat te editen. Een jaar later besloot EMI dat de single Get Back/Don’t Let Me Down niet genoeg was. Om die reden werd door George Harrison en John Lennon voor Phil Spector gekozen; hij moest uit honderden uren opnames een album halen.
De meningen over het resultaat liepen nogal uiteen. Phil Spector heeft goed werk geleverd, aldus Lennon, wiens Plastic Ono Band en Imagine hij ook zou produceren. In een interview met Rolling Stone in 1971 zei Lennon het volgende over de arrangementen van Phil Spector: “He was given the shittiest load of badly recorded shit with a lousy feeling to it ever, and he made something of it... When I heard it, I didn't puke.”
De arrangementen schrikten Harrison ook niet af. Phil Spector produceerde All Things Must Pass eveneens (waarvan Harrison de titelsong en Let it Down ten gehore bracht tijdens de Get Back-sessies) en was daarmee de producer van drie van de meest succesvolle post-Beatles-albums. Voor zijn dood gaf Harrison echter permissie aan McCartney om met Let it Be...(Naked) aan de slag te gaan.
Let it Be...(Naked) is een dubbel-cd; naast elf van de twaalf oorspronkelijke Let it Be-nummers is er een extra cd met 22 minuten aan opnamen, afkomstig van de Get Back-sessies, genaamd Fly on the Wall.
Het begint met nieuwjaarswensen, wat impliceert dat bepaalde mensen elkaar eind januari 1969 voor het eerst zien dat jaar. Harrison zegt Hare Krishna – in die tijd waren hij en Lennon gelieerd aan de Hare Krishna-beweging.
Daarna volgen jamsessies en meligheid. Als John Lennon op de piano aan het improviseren is, vallen deuntjes op die later terugkomen in Imagine en Jealous Guy. En daarom liepen sessies die bedoeld waren om de roots weer op te zoeken, uit op sessies die de toekomst inluidden.
Julian T. Dupont