Ringo ‘s carrière begon met een vliegende start begin jaren ’70 maar in de tweede helft, niet in de laatste plaats door het overmatig gebruik van wit poeder en drank begon Ringo’s carrière aardig in het slop te raken.
Het was niet alleen Starr die de cocaïne niet schuwde, maar in 1974 deelde hij een woning met Keith Moon, Harry Nilsson en John Lennon die er ook wel pap van lustten. Lennon probeerde nog enigszins de schade te beperken omdat hij de plaat Pussy Cats van Nilsson moest produceren maar de drank en drugs werden rijkelijk geconsumeerd.
En aangezien alle leden van The Who succesvolle soloalbums hadden gemaakt en zelfs Ringo de ene hit na de andere had gescoord meende ook de drummer van The Who in die tijd een soloalbum te moeten maken, volgens het zelfde concept als Ringo: als er maar genoeg beroemdheden mee doen, kan het nooit fout gaan. Zeker niet met songs van The Beatles, The Beach Boys, The Who, Lennon, Nilsson en Randy Newman. En als je aan alle kanten geholpen wordt door Ringo Starr die op het album ook meewerkt.
Behalve als je zo’n beetje de beste drummer ter wereld bent maar niet op je eigen album drumt en je zo’n beetje de slechtste zanger aller tijden bent……. Dus ondanks de hulp van Ringo, Lennon, Nilsson, Ricky Nelson, Dick Dale en vele andere beroemdheden (laten we ook de zus van Suzi Quatro overigens niet vergeten) wist Keith Moon een van de aller-slechtste albums uit te brengen. Zo slecht dat ie weer leuk is. En de titel Two sides of the Moon(door Ringo verzonnen) werd treffend in beeld gebracht door de blote kont van Moon op de achterkant.
Keith Moon interesseerde het blijkbaar niet dat het album compleet neergesabeld werd want hij heeft zelfs nog geprobeerd een tweede album te maken. Maar Two sides of The Moon levert een prachtige cover op van In My Life van The Beatles. Als je er de humor van kan inzien….. Het zelfde geldt voor de dialogen van Moon en Starr.
Ron Bulters