Op 10 april 1999 verscheen Paul McCartney voor het eerst in het openbaar nadat zijn vrouw Linda bijna een jaar eerder was overleden aan borstkanker. Dat was op het emotionele afscheidsconcert voor Linda, in Londen’s Royal Albert Hall, voor 5000 fans.
Het ‘Concert for Linda’ was onder andere georganiseerd door haar vriendin en medevoorvechter voor dierenrechten Chrissie Hynde. ‘Ze is hier bij ons’, zei McCartney die avond, ‘ze geniet ervan.’ Onder de optredende sterren waren Hynde’s Pretenders, Elvis Costello, Tom Jones, Sinead O’Connor, Johnny Marr van de Smiths, George Michael, Neil Finn van Crowded House (met een ontroerend ‘She’s Goes On’), Marianne Faithfull en Ladysmith Black Mambazo. Michael vertelde dat hij voor het eerst in bijna drie jaar weer optrad, nadat zijn moeder aan dezelfde ziekte was bezweken.
De opbrengsten van het concert, met als gastheer de komiek Eddie Izzard, gingen naar goede doelen voor dieren. McCartney werd tijdens zijn optreden bijgestaan door leden van de Pretenders en Costello. Hij droeg zijn set op aan Linda, die hij zijn ‘prachtige schat’ noemde en aan zijn kinderen. Nadat hij grapte dat zij eigenlijk al in bed moesten liggen, bracht hij Ricky Nelson’s ‘Lonesome Town’ (een favoriet van het jonge stel).
Tijdens zijn energieke versie van de Beatles’ hit uit 1963, ‘All My Loving’, voegden de andere sterren zich bij hem voor een enthousiaste afsluiting. Toen Hynde hem daarna emotioneel omhelsde ‘waarschuwde’ McCartney haar dat de security op haar zou letten. Waarna iedereen inzette op ‘Let It Be’, de zwanenzang van het laatst uitgebrachte album van de Beatles.
(Bron: ultimateclassicrock.com)
(Vert.: Frank Kremer)
