Een recent overzicht van alle optredens van The Beatles op de BBC brengt een feitje naar voren wat vaak vergeten wordt: 50 jaar geleden vonden de meeste mensen hun niet leuk.
De single ‘I Want to Hold Your Hand’ van The Beatles kwam 26 december 1963 uit in Amerika, ongeveer 50 jaar geleden. Dat jubileum betekent dat enkele auteursrechtwetten in Europa vervallen, wat heeft aangezet tot de uitgave van een hoop nooit eerder uitgebracht Beatlesmateriaal, in een poging te voorkomen dat deze nummers in 2014 openbaar bezit zouden worden.
Nieuwe cd’s waren vergezeld van enkele boeken die indrukwekkend goed onderzocht zijn, waaronder ‘The Beatles BBC Archives 1962 - 1970’, die de vergeten geschiedenis ontrafelt van interviews met The Beatles op het grootste radiostation van Engeland. Dit boek herinnert ons eraan dat The Beatles, door de tijd heen gekoesterd als schattige, geliefde popgenieën, door velen verafschuwd werden, van het begin tot het einde van hun illustere carrière.
In het begin van de jaren ’60 werden veel bandjes aan een groot publiek geïntroduceerd door het spelen voor de BBC, die regelmatig miljoenen luisteraars hadden. 'De BBC stond centraal in het dagelijks leven,' schrijft de auteur Kevin Howlett. 'Overdag was er niks anders om naar te luisteren... Tijdens de paar uren dat er tv werd uitgezonden, had de BBC alleen concurrentie van een jong commercieel bedrijfje, Independant Television.' The Beatles, die net klaar waren met hun dagen van wilde feesten en harde rock in Hamburg — een ander recent uitgegeven boek, ‘Beatles vs. Stones’, graaft diep in het wilde verleden van die vroege periode — moesten net als de anderen strijden voor meer publiciteit.
'In die periode,' zei BBC vertegenwoordiger Peter Pilbeam, 'gingen we twee of drie avonden in de week naar Noord-Engeland om groepen van dezelfde grootte te horen, en er waren er zoveel waardeloos. Toen stond er ineens dat groepje op een van onze auditie sessies die zichzelf ‘The Beatles’ noemden — een rare naam en iedereen zei 'Ah-bah!'.
Pilbeam hield zijn walging voor zich, en hij gaf de groep uiteindelijk een voldoende, maar niet zonder bedenkingen. Hij vond sommige leden van de band beter dan anderen, in zijn samenvatting van de auditie zegt hij: 'Een aparte groep, niet zo rock-achtig als velen, meer C&W [country en western], met de neiging muziek te spelen... John Lennon: ja, Paul McCartney: nee.' (Welke band heeft niet de neiging muziek te spelen?)
Door de goedkeuring van Pilbeam hadden The Beatles tussen maart 1962 en juni 1965 optredens op 53 verschillende radioshows. En toen braken ze door en was iedereen fan toch? Niet dus. Uit een verslag van het publieksonderzoek van het Beatles-optreden op 4 juni 1963 — ze speelden oude klassiekers als ‘From Me To You’ en ‘Misery’ — bleek dat het publiek verdeeld was: 34 procent van de onderzochte fans gaf de band een A+ of een A, maar bijna net zoveel mensen (31 procent) gaven een beoordeling in de C-regio. (Het BBC beoordelingssysteem lag wat hoog; C- was de laagste keuze, en 'bah' was geen optie.) Het verslag treedt verder in details. 'Volgens een paar uitzonderlijk enthousiaste tieners waren ze ‘echt modern’... Andere popfans waren minder onder de indruk... ze klaagden dat de zang luidruchtig, ruw en niet harmonieus was, en dat hun muziekkeuze niet afwisselend genoeg was.'
De verslagen van de terugkerende onderzoeken bieden inzicht in de schommelingen van het pro-Beatles gevoel. In 1964, enkele maanden voordat het album ‘Hard Days Night’ uitkwam, was de groep nog verre van een gevestigde naam. Slechts 29 procent van de ondervraagden gaf hun optreden een A beoordeling — minder dan de 33 procent die een C gaf: 'Een aanzienlijk aantal van de ondervraagden beschouwden de muziek duidelijk als luidruchtig, saai en als een tijdverspilling, en enkelen die ‘uit nieuwsgierigheid luisterden’, zagen niet in waarom The Beatles zo populair waren.'
Zelfs in 1967, toen The Beatles de albums ‘Revolver’ en ‘Sergeant Peppers Lonely Hearts Club Band’ hadden uitgebracht, bleef een groot deel van het BBC publiek skeptisch. De band kreeg de meeste kritiek over zich heen nadat in december 1967 de genotzuchtige film ‘Magical Mystery Tour’ werd uitgezonden, die film kreeg slechts van 12 procent een A, terwijl 74 procent van de ondervraagden hem een C of lager gaven. 'Een paar van de vele verontwaardigde opmerkingen: ‘De grootste verspilling van overheidsgeld sinds het Tanzaniaanse pindaproject... Beslist het slechtste optreden dat ik ooit heb gezien... Wat een waardeloze onzin... vreselijk saai.’'
En niet alleen het publiek dacht dat de groep gek was geworden in 1967. De manager van sound broadcasting bij de BBC schreef een brief naar de platenmaatschappij van The Beatles, EMI, over het laatste nummer van het Sergeant Pepper album, ‘A Day In The Life’. Hij schreef 'We hebben meermaals zorgvuldig geluisterd, en we kunnen niet anders dan concluderen dat de woorden ‘I’d love to turn you on’, gevolgd door de montage van aanzwellende muziek, een behoorlijk duistere betekenis kunnen hebben. ... ‘Turned on’ is een uitdrukking die momenteel in zwang is in het taalgebruik van drugsverslaafden.'
Tegenwoordig wordt het in twijfel trekken van de grootsheid van The Beatles als zo’n zonde gezien dat er ironische gidsen zijn geschreven over hoe je dit ‘correct’ kan doen. Het boek BBC Archives herinnert ons eraan dat McCartney en consorten niet altijd in die voorrechtspositie hebben gezeten — ze hadden een wankele start, en ze hebben heel de jaren ’60 zware kritiek van hun thuispubliek gekregen. Maar uiteraard hebben de promotors van de band bij de BBC en de rest van de wereld hun doel bereikt. Een interviewer eindigde een gesprek met de band in 1964 met de woorden: 'Ik zal met plezier Paul McCartney met pensioen zien gaan, maar dat zal waarschijnlijk pas ergens in het jaar 2010 zijn.' Ongetwijfeld krijgt McCartney tegenwoordig betere beoordelingen bij zijn publieksonderzoek.
(Bron: theatlantic.com)
(Vert.: Frances Vermeulen)