How The Beatles Rocked The Kremlin: The Untold Story of a Noisy Revolution — Hoe The Beatles het Kremlin lieten rocken: het nooit eerder vertelde verhaal van een generatie die veel lawaai maakte.
De band inspireerde dissidenten en muzikanten, en een nieuw boek zegt dat de groep meer betekende voor de jongeren in de Sovjet-Unie dan in het westen.
Toen Kolya Vasin in de vroege jaren 60 het beroemde Finse station in Leningrad overstak, werd hij tegengehouden door een politieagent hem in het oog hield omdat hij lang haar had. ‘Jij bent geen Sovjet,’ zegt Vasin, die toen aan zijn haar werd voort gesleurd terwijl tientallen mensen stonden te lachen. ‘Ik huilde van de pijn, maar ik moest zwijgen. Ik was heel bang dat die agent me naar de gevangenis zou sleuren.’
Vasin was een echte Beatlesfan. De muziek van The Beatles gaf hem, zei hij ‘alle avonturen die het leven te bieden had, en waarvoor ik heel vaak werd gearresteerd, nadat ik beschuldigd werd van oproerkraaien, het verstoren van de sociale rust’. Ze zeiden dat iedereen die luisterde naar The Beatles westerse propaganda verspreidde. Het was zelfs zo dat in de Sovjet-Unie, de Fab Four een integriteitstest vormden. Als iemand iets slecht zei over hen, wisten we wat die persoon waard was en waar hij/zij voor stond. De autoriteiten, onze leraars, zelfs onze ouders werden allemaal ‘idioten’ voor ons.
Leslie Woodhead, een russische jonge spreker uit Yorkshire, kwam in 1962 als jonge onderzoeker werken bij Granada TV in Manchester. Hij moest lokale ambtenaren of kampioen breiers overtuigen mee te werken aan het programma ‘People and Places’. Op een keer werd er gezocht naar een onderwerp. ‘Er is dat muziekbandje. Het zijn nog kinderen, kinderen die veel lawaai maken in een kelder in Liverpool’, adviseerde een collega-onderzoeker. ‘Ze hebben zelfs nog geen plaatje uitgebracht’.
Woodhead ging hen opzoeken en ging iets met hen drinken, en maakte de eerste film van hen — een optreden tijdens lunchtime in de Cavern — maar het werd niet uitgezonden (of het zou naar later verplaatst worden) omdat er problemen waren met de betaling. Maar Woodhead drong er bij zijn producers op aan om de groep naar de Granadastudio’s te halen en hen live voor de allereerste keer te laten optreden. En zo geschiedde. Ze brachten, ‘Love Me Do’ en ‘Some Other Guy’. 4 maanden later haalden ze met ‘Please Please Me’ een nummer 1 hit! Ondanks het aandeel van Woodhead in de geschiedenis van The Beatles in het noord-westen van Engeland — waar hij nog steeds woont — was er het het verhaal over de Sovjet-unie dat hij wilde aankaarten en hem het boek, ‘How The Beatles Rocked The Kremlin’, deed schrijven.
Dit boek vertelt het opmerklijke verhaal over hoe en waarom, zoals Woodhead verklaart, ‘The Beatles betekenden meer, en waren belangrijker voor die generatie Sovjetjongeren dan ze hier in Engeland of in Amerika waren — om heel veel redenen.’
Het hoofdpersonage in het boek, de russische schrijver en criticus Art Troitsky, zegt: ‘In het grote slechte westen waren instituten bezig met milioenen dollars uit te geven om het Sovjetsysteem onderuit te halen. En ik ben er zeker van dat al deze stomme instituten van de koude oorlog veel minder impact hadden dan The Beatles.’
Een grootse bewering, misschien — maar er zijn er heel veel die hetzelfde denken. ‘Beatlemania deed de fundamenten van de Sovjetgemeenschap wegzakken,’ verklaart Mikail Safonov, medewerker aan het Instituut voor Russische geschiedenis. En de russische rockster Sasha Lipnitsky — sneeuwvlokjes dwarrelen neer op zijn baret tijdens zijn gesprek met Woodhead in een park — geeft toe: ‘The Beatles leerden ons de democratie kennen. Voor velen van ons betekende dit de eerste scheur in het Ijzeren Gordijn.’
Dit alles maakt ook deel uit van het levensverhaal van Woodhead. Voor hij ging werken in de Granadastudio’s had hij zijn nationale dienst vervult, hij moest gesprekken afluisteren tussen Sovjetpiloten op een luchtmachtbasis in Berlijn. Later ging hij dan documentaires maken — vaak clandestien en niet zonder gevaar — over de anti-stalinistische ondergrondbeweging in de late jaren 80 en de vroege jaren 90.
Sedert die tijd, heeft Woodhead vaak gereisd door het nieuwe Rusland en ontdekte de rol die de Fab Four speelde in het ontrafelen van een supermacht. En een van de eerste bij wie hij daar zijn toevlucht zocht was Kolya Vasin — een grote yellow submarine vulde de muur van zijn appartement, hij had heel veel memorablia en zijn kat heet Hey Jude.
En er zijn nog zo veel anderen — rockmuzikanten, exentriekelingen- schrijvers, dissidenten — allemaal in dezelfde periode geboren, maar allemaal met een eigen verhaal, een eigen visie op het thema. ‘Er is geen enkele band in de Sovjet-Unie’, zegt Woodhead, ‘die niet gestart is als Covergroep van The Beatles.’
Boris Grebenshchikov kreeg de toelating een album uit te geven, eerst op het officiele Melodiyalabel, later met CBS in Amerika, na een concert met Dave Stewart van Eurythmics. Hij spreekt over The Beatles met een ‘mystieke mijmering’, die Woodheard volgens zeggen in geen enkele andere context zou tolereren. Andrei Makarevich vormde een Beatles-geinspireerde band met de naam ‘Time Machine’, die hoge toppen scheerde in het Rusland van de jaren 70 — maar werd later bestempeld als ‘on-russisch’ en als ‘predikers van de onverschilligheid’ — maar die vandaag de dag nog steeds iconisch is.
De repressie en de invloeden van de muziek werden door de ‘partij’ streng gecontroleerd. ‘Het gebeurde in golven: soms kreeg je de toestemming voor een officiele opname, soms werd je verbannen, je verloor je job of je werd van school gegooid. Het moet de mensen krankzinnig gemaakt hebben’, zegt Woodstead. Hij ging zoeken tot diep in de gedachtengang van de rebellen maar zocht ook uit hoe het propaganda-apparaat werkte. Hij vertelt hoe een school een schijnproces tegen The Beatles naspeelde en op de radio liet uitzenden, een schijnproces zoals de show-rechtzaken van Stalin in de jaren 30. Een kritisch rapport dat vertoont werd op televisie en de titel kreeg ‘Pop Quartet The Beatles’, vertelde het verhaal van ‘jonge getalenteerde mannen die geld als slijk verdienden’ terwijl hun fans in een diepe psychose wegzakten en later nooit meer iets van hen hoorden. Hysterisch, gillende meiden, flauw vallende fans!’ De documentaire werd onderbroken door beelden van de Ku Klux Klan en door beelden van bittere armoede en honger in Zuid Amerika. Het programma vertelde de kijkers: ‘Ga maar verder met dansen, kameraden, je hoeft niet verder te kijken dan je neus lang is. Doe maar verder, harder, luider, sneller. Je moet je niet om je medemensen bekommeren.’
Toen Woodhead in de jaren 70 in Rusland onderzoek deed naar The Beatles, zei hij: ‘Alles uit het westen is goed. De kinderen geloven net het tegenovergestelde dan wat ze al jaren als waarheid werd verteld. Alles wat de autoriteiten vertelden was slecht en mocht je niet geloven.
Er is zelfs meer zegt Woodhead: ‘Eens de mensen de fantastische muziek van The Beatles gehoord hadden wisten ze dat er iets niet klopte. Hetgeen de autoriteiten vertelden klopte helemaal niet met wat zij hoorden in de songs. Het hele systeem werd gebouwd op leugens, en het is zo dat The Beatles een einde maakten aan de sprookjes, en de leugens bloot legden.’
‘Hoe meer de partij, de staat The Beatles verboden,’ gaat Mikhail Safonov verder, ‘hoe meer zij de mensen tegen hen in het harnas joegen en hen wakker maakten voor de onwaarheden en de hypocrisie van de Sovjet- ideologie.’
Het was raar om te zien wat de Sovjetautoriteiten wel goedkeurden. Zij moedigden disocmuziek aan — ‘Saturday Night Fever’ van The Bee Gees, Abba en Boney M (alleen ‘Rasputin’ werd officieel verboden) — dit komt zegt Woodhead omdat deze muziek enkel gedraaid zou worden op de dansvloer en zeker niet in het openbaar en op de straten zou te horen zijn.’
Een concert van Santana en Joan Baez werden afgelast, dit wordt in de russische geschiedenis omschreven als ‘Rock Riot’, de menigte werd uiteen gedreven door waterkannonnen en rookbommen. ‘Maar’, schrijft Woodhead: ‘De cultuurcommissarissen maakten zich helemaal geen zorgen over het Song Book van Elton John’. Op het concert van Boris Grebenshchikov in 1988 zag Woodhead dat boven de hoofden van de jongeren, officielen en partijbazen plaats hadden genomen op de beste stoeltjes en toekeken naar een revolutie die ze niet onder controle konden houden.’
De volgelingen van The Beatles in de USSR waren mensen uit welstellende families, hoogstaande families uit de culturele en zelfs de politieke hoge klasse: de vader van Makarevich was een gerespecteerd architect die de toestemming kreeg om naar het westen af te reizen. De grootvader van Lipnitsky kon ontmoetingen regelen tussen Nikita Khrushchev en John F Kennedy. En Stas Namin, rockmuzikant, was de kleinzoon van de vroegere eerste minister, en vriend van de grote componist Dmitri Shostakovich.
De stempel die The Beatles drukten op het post-communistische Rusland is diep en langdurig — The Oz, een punkband , neemt ‘Working Class Hero’ en ‘Crippled Inside’ op. Doorheen het verhaal van Woodhead merk je de ironische toon op tegenover het liberale van het communisme; dit boek gaat over rock ‘n’ roll, maar ook over protest en popmuziek, het gaat dus veel verder dan alleen maar The Beatles in Rusland.
In het begin probeerden Sovjetfans de omgang met hun Beatles-geinspireerde idolen een plaats te geven door samen te werken met de partij, met de staat. Ze probeerden enkel te kijken naar het kapitalistische westen dat compleet verschillend was met hun werken en zijn. ‘Grebenshchikov tourde door Amerika, en hij was een compleet ‘non-event’ daar,’ zegt Woodhead, ‘en toen hij terugkwam heeft het hem jaren gekost om weer in de gratie te vallen van de Russische fans. Maar natuurlijk wist niemand in het westen hier iets van af. Het helpt ook niet als een stelletje russen staat te zingen en wij denken dat dat onze muziek is — er is veel te veel culturele arrogantie langs onze kant.’
Ernstiger was de gretigheid waarmee het kapitalisme werd verslonden — en ook de russische samenleving opslokte. Woodhead beschrijft een concert van Paul McCartney in Kiev, gesponsord door een enorme gigantische grootmacht, net als zijn optreden op het Rode Plein in Moskou (waar Vladimir Putin een gesprek had met Makarevich van ‘Time Machine’) en dat gepromoot werd door Alfa-bank. ‘Was dit dan geen perfecte deal voor de 21ste eeuw? Een deal tussen rockmuziek, kapitalisme en politiek?’ schrijft Woodhead.
In Kiev ziet hij de menigte schuilen voor een hevige regenbui onder vrolijke Coca-Cola paraplus en meisjes op stelthakken proberen een glimp op te vangen van Mccartney. In een gesprek later, waarin hij omringd wordt door veiligheidsmensen, zegt Sir Paul, ‘Ik heb mezelf afgevraagd of dit het Rusland is dat deze kinderen geerfd hebben, een toekomst met talloze utopische verwachtingen? Wel ja, ik denk het wel ... het is de doos van Pandora die voor hen open gaat.’
‘Ik was het gewoon om tegen de politie te strijden,’ zegt Kolya Vasin, ‘Nu vecht ik tegen de gekken die zaken doen met de dollar en de dollar verheerlijken en op een voetstuk plaatsen.’
Dan was er de harde realiteit dat in het westen lang niet iedereen in een prachtige limousine rijdt zoals het hier lang werd voorgesteld. Makarevich was heel verbaasd toen hij een pelgrimstocht maakte naar ‘Merseyside’ en ontdekte hoe klein en vuil en arm het daar wel was. ‘Wij zijn nog altijd rijker dan zij,’ zegt Woodhead. ‘Maar wanneer zullen ze beseffen dat zij even goed, even gek zijn als wij? Niet voor het communisme ten einde is.’
Waarom The Beatles? Er is geen enkele hint naar The Rolling Stones of The Who in dit hele verhaal. In Czechoslovakije, werd de underground scene geinspireerd door de ‘Velvet Underground’ en ‘Frank Zappa. ‘Ik denk zelfs dat men daar een gevoel van democratie had voor de oorlog begon,’ zegt Woodhead. ‘En hun culturele wortels liggen bij Kafka en het surrealisme. Maar in de Sovjet Unie was men muzikaler, zij hielden echt van muziek, ze waren zelfs een beetje sentimenteel, er was die hang naar het melodische, het mooie. Ik beschrijf het lied van Paul McCartney, ‘Street Fighting Man.’
‘Het was ook de juiste muziek op het juiste moment. Er was het moment geweest van Gagarin in de ruimte, de mogelijkheid dat de Russen misschien de Koude Oorlog gingen winnen. Dan viel alles uit elkaar en er was de angst en het teleurstellende. De Russen zeiden zelf ‘wij hebben nood aan vitamientjes’ en de nodige vitamientjes werden aangereikt door de muziek van The Beatles.
(bron: guardian.co.uk)
(vert: janien nuijten-colans)