Brian Epstein bracht een Beatles-tape mee naar HMV Oxford Street in 1962. De manager vond de muziek goed en regelde een meeting met een platenbaas EMI. De rest is, zoals men dat noemt, geschiedenis.
De winkel in Londen, het paradepaardje van HMV, speelde een belangrijke rol bij het binnenhalen van de platenovereenkomst van de Beatles.
Na het maken van een demo met 15 liedjes voor Decca Records op Nieuwjaarsdag, werd de groep begin februari 1962 door het label afgewezen.
Een van de opgegeven redenen was dat blijkbaar ‘gitaargroepen op hun retour waren’, maar de net aangestelde manager Brian Epstein benadrukte tijdens een daarop volgende vergadering met platenbonsen dat ze op een dag ‘groter dan Elvis Presley’ zouden zijn.
Epstein bleef de groep onverschrokken aanprijzen, nu gewapend met zijn Decca-tape, opgenomen na een uitputtende, 10 uur durende busreis naar Londen, die zo lang duurde omdat roadie Neil Aspinall verdwaalde.
Het bezoek van Epstein aan de HMV-winkel in Oxford Street (een paar honderd meter westelijk van de huidige locatie van de hoofdvestiging) bracht uiteindelijk hun deal aan het rollen.
Epstein kwam daar om een vriend te ontmoeten die hij had leren kennen tijdens een Retail Management cursus. De vriend kwam met de suggestie om zijn tapes over te zetten op platen, om de liedjes makkelijker aan de man te brengen.
De technicus daar was er zo van onder de indruk, dat hij een muziekuitgever op een van de bovenverdiepingen van het gebouw erbij haalde en deze man belde op zijn beurt weer met de secretaresse van George Martin, tegenwoordig Sir George, producer en topman van Parlophone.
Een paar dagen later, op 13 februari, bracht Epstein een bezoek aan het platenlabel HQ, een onderdeel van EMI op het Manchester Square in Londen, waar Sir George de plaat hoorde en er wel mogelijkheden in zag.
Drie maanden later ontmoetten de manager en de platenbaas elkaar weer en er was vreemd genoeg, zelfs voor ze de groep hadden gezien, al een contract opgesteld, waarschijnlijk om het proces te versnellen als hij zijn akkoord zou geven aan de deal na de auditie die later zou plaatsvinden.
Toen de sessie uiteindelijk plaatsvond in de Abbey Road studio’s nam de groep vier nummers op: Besame Mucho en drie eigen nummers, PS I Love You, Ask Me Why en Love Me Do. Het laatste nummer viel zo in de smaak bij de technicus dat hij de platenbaas erbij riep om de sessie bij te wonen.
Sir George besloot uiteindelijk om ze een contract aan te bieden nadat hij concludeerde dat hij ‘niets te verliezen’ had, ook al bood het contract de groep een verwaarloosbaar aandeel in de opbrengsten en verdiende het platenlabel er dik geld aan, iets wat de groep in latere jaren verbitterde, waardoor ze hun producties veel meer beschermden.
Op 4 september keerde de groep terug op Abbey Road om hun eerste single Love Me Do op te nemen.
(bron: huffingtonpost.co.uk)
(Vert.: Linda Weller)