George Harrison (1943-2001) had wat aanlooptijd nodig. Hij was weliswaar een rockster, gitarist van de Beatles, sinds 1964 de belangrijkste band aller tijden. Maar toch, hij speelde de derde viool in de groep, na Lennon en McCartney.
‘Zijn eindeloze uren in de studio resulteerden in een aantal nummers die John en Paul volgens George naar de kroon konden steken’, aldus Marc Shapiro in ‘Behind Sad Eyes’. ‘Maar met het opnemen van steeds weer nieuwe singles en albums groeide zijn frustratie, omdat de selectie steeds uitviel ten gunste van het gouden duo. Lennon zei erover: ‘George kwam niet aan bod omdat hij tot dan toe geen echte songwriter was geweest.’
Maar binnen een paar jaar bewees George dubbel en dwars zijn gelijk. Na het uiteenvallen van de Beatles leverde hij een paar fantastische soloalbums af — ‘All Things Must Pass’ en ‘Living in the Material World’ - en brak door op eigen houtje. ‘Eind januari 1971 zat de carrière van George flink in de lift’, schreef Joshua Greene in ‘Here Comes the Sun’. Van ‘My Sweet Lord' werden meer dan 30.000 exemplaren per dag verkocht, in totaal meer dan twee miljoen in de VS. In het Verenigd Koninkrijk leverde zijn driedubbel-lp 'All Things Must Pass' meer dan 10 miljoen pond op (het tienvoudige naar huidige waarde). En het bleek een tijdloos album.
‘All Things Must Pass’, uitgebracht in november 1970, ‘is een van de beste albums aller tijden’, vindt Bill Spurge, die dit jaar voor GuitarAficionado een ranglijst maakte van de 33 studioalbums van Bob Dylan. ‘Kant een en kant drie behoren tot de beste ooit, Harrison spaarde al dit materiaal uit de latere Beatlesperiode op en dat leverde een meesterwerk op.’ En criticus Scott Floman schreef: ‘Naast prachtig eenvoudige en directe ballads als 'I'd Have You Anytime' en 'If Not For You' (weliswaar geschreven door maatje Bob Dylan) heb je het uitbundige 'My Sweet Lord' (goed voor een veroordeling voor ‘onbewust plagiaat’, van het nummer 'He's So Fine' van de Chiffons) en het levenslustige 'What Is Life', die gewoon tot de beste songs van de jaren’70 horen. En dan hebben we nog maar zes nummers van het album gehad.’ Ook Ben Gerson van Rolling Stone blies de loftrompet over de driedubbelaar: ‘Het doet denken aan Wagner en Bruckner, muziek van bergtoppen en uitgestrekte horizons.’
(Bron: news.investors.com)
(Vert.: Frank Kremer)