Weinig mensen waren verbaasd toen John Lennon verscheen tijdens een demonstratie in New York City begin februari 1972. De ex-Beatle was daar om te protesteren tegen de aanval van het Britse leger tegen demonstranten in Noord-Ierland een week eerder. Dertien mensen werden vermoord op de beruchte dag die bekend staat als ‘Bloody Sunday’
(Bloederige Zondag).
'Mijn naam is Lennon en de rest kun je wel raden,' zei hij tegen het publiek voordat hij zijn nieuwe nummer ‘The Luck of the Irish’ liet horen. Sinds het uit elkaar gaan van The Beatles was Lennon (die Iers bloed had) degene die politiek gezien het actiefst was, met zijn hits ‘Power to the People’, ‘Imagine’ en ‘Happy Xmas (War Is Over)’.
Maar zijn nummer ‘The Luck of the Irish’ werd geen hit. In plaats daarvan was de van nature diplomatieke Paul McCartney degene met het meest controversiële nummer over de situatie in Noord-Ierland.
Enkele dagen na Bloody Sunday zat McCartney met zijn nieuwe band in de studio, waar zij het protestnummer ‘Give Ireland Back to the Irish’
opnamen. De single werd uitgebracht op 25 februari.
In Engeland zou het nummer zeker voor controversie gaan zorgen. Toen McCartney EMI liet weten dat hij het nummer wilde uitbrengen als eerste single van zijn nieuwe band ‘Wings’, ging de directeur niet akkoord.
McCartney stond erop en EMI gaf toe, maar de directeur waarschuwde hem dat het nummer zeker een ban zou krijgen.
‘Give Ireland Back to the Irish’ kreeg inderdaad een ban in Engeland.
De presentator van ‘Pick of the Pops’ kreeg de opdracht om cryptisch naar het nummer te verwijzen met ‘een plaat van de groep Wings’. Het nummer werd niet gedraaid en kreeg ongunstige kritieken, maar het simplistische nummer kwam toch terecht in de Engelse Top 20 en in Amerika kwam hij bijna net zo hoog in de hitlijsten terecht.
Vanzelfsprekend werd de plaat nummer 1 in Ierland.
De release was een beetje ongemakkelijk voor een van de nieuwe leden van Wings, gitarist Henry McCullough. Hij was geboren in Noord-Ierland.
McCullough, een goede vriend van mede-nieuwkomer Denny Laine, werd opgemerkt in Engeland met een psychedelische band genaamd ‘The People’.
Chas Chandler, de manager van Jimi Hendrix, overtuigde de groep ervan om hun afkomst te laten horen, en ze veranderden hun naam in ‘Eire Apparent’.
McCullough ging later bij Joe Cocker’s Grease Band en speelde eerste gitaar op de originele opname van ‘Jesus Christ Superstar’. Maar hij was waarschijnlijk het meest bekend van de aparte stem die verschijnt aan het eind van nummer ‘Money’ van Pink Floyd, als in een oud Iers stereotype: 'Ik weet het niet,' zegt hij. 'Ik was erg dronken toen.'
Ook al woonde de gitarist al een tijdje niet meer in zijn geboorteland, hij ‘wist dat er gezeur over zou komen’, vertelde hij aan McCartney biograaf Howard Sounes in ‘Fab’. Het was zelfs zo dat McCullough’s broer problemen kreeg vanwege het nummer.
McCullough’s tijd bij Wings zou kort zijn. Hij en McCartney ruzieden over zijn magere salaris en de muzikale richting van de band. Toen hij de bandleider vertelde dat hij van plan was
om te improviseren tijdens zijn solo bij het nummer ‘My Love’, antwoordde de voormalig Beatle: ' Oh Jezus, Henry!'
De gitarist bleef slechts twee jaar bij Wings en verliet de groep toen die begon aan het album ‘Band on the Run’. Jaren later zou Nick Lowe een cover opnemen van McCullough’s nummer ‘Failed Christian’.
De keuze van McCartney voor een volgende single na het nummer ‘Give Ireland Back to the Irish’ werd gezien als een sneer naar EMI en de BBC voor hun lafheid — het was een cover van ‘Mary Had a Little Lamb’.
(Bron: spinner.com)
(Vert.: Ellen Clement)