De stof was lichtgewicht velours en de riem was ongeveer 10 centimeter van onder tot boven, met siernagels, en een gesp die eruit zag alsof hij uit het Oude Westen kwam.
Uiteraard waren de broekspijpen wijd - 'bell-bottom' was de officiële term ervoor - en de jumpsuits die John Lennon en Yoko Ono droegen na hun beroemde bed-in waren dus het toppunt van stijl in 1969. Het enige probleem was: niemand wist wie ze gemaakt had - tot nu.
'Dit is er gebeurd: ik had het boek gemaakt, en ik kreeg een telefoontje van een vrouw in Edmonton wiens man het boek had gekregen van zijn zoon,' zegt Joan Athey, de in Toronto geboren auteur van ‘Give Peace a Chance’, een boek over de beroemde bed-in van John Lennon en Yoko Ono in het Queen Elizabeth Hotel in Montreal. 'Wat bleek, die vrouw was Cindy Lashta, haar man was Tony Lashta en Tony was een piccolo die een legende werd in het hotel.'
Tony Lashta werd een legende omdat hij de rechterhand werd van de aan bed gebonden Lennon en Ono. Hij maakte asbakken schoon, verving de bloemen en, blijkbaar, ruimde hij velours jumpsuits met een rits op. Het enige probleem was dat Athey een assistent had gestuurd om Lashta te interviewen tegen het eind van zijn leven. Vlak nadat zij gesproken hadden, bezweek Lashta aan longkanker, en Athey vond het te moeilijk om naar haar interview bandjes te luisteren. 'Hij was zo’n energieke persoonlijkheid, het brak gewoon mijn hart,' zegt Athey, en toch spookte het mysterie van de jumpsuits in haar hoofd. Zouden de Lashta bandjes de sleutel van het raadsel bevatten?
'Dus luisterde ik hiernaar, en het is zwaar spul, maar toen hoorde ik Lashta zeggen, ‘En toen ging ik naar Le Château om de pakken op te halen’,' herinnert Athey zich. 'Ik was helemaal in de wolken.'
Lennon en Ono zouden de jumpsuits dragen bij hun terugkomst naar Montreal in december tijdens hun ‘The War is Over (if You Want it)’ campagne, na de bed-in die kamer 1742 van het Queen Elizabeth Hotel overnam op 26 mei 1969.
'Voor ons is het iconisch en historisch,' zegt Franco Rocchi, senior vice-president van Le Château. 'Het herinnert ons aan hoe lang we al in het Canadese wereldje zitten.'
Het is moeilijk om precies de bezetenheid weer te geven, die over Montreal kwam toen John en Yoko naar de stad kwamen. Ze protesteerde tegen de oorlog in Vietnam, namen ‘Give Peace a chance’ op, en veranderde het Queen Elizabeth in een toevluchtsoord voor hippies.
'Toen ze aankwamen in het hotel waren er 100 mensen, maar John Lennon zei, ‘Ik wil gewoon door de voordeur lopen’,' herinnert Andre Poulin van 78 zich, hij is en was een piccolo in het hotel. 'Ik probeerde om hun kamer in te glippen, maar de beveiliging zei, ‘Andre, we hebben gezegd, als we jou binnen laten, moeten we de andere werknemers ook boven laten komen.’ Voor mij was het leuk - John Lennon was niet Frank Sinatra.'
Toch, zelfs al had Poulin kalm kunnen blijven, de 1500 bezoekers van Lennon en Ono - waaronder Timothy Leary, Margaret Trudeau en Herschel Segal, de oprichter van Le Château - waren in de zevende hemel.
Alles wat ze deden werd een icoon. Inclusief het dragen van velours jumpsuits.
'Het belangrijkste van de outfits was het revolutionaire idee van uniseks mode,' zegt Rocchi, daarbij vermelden dat in de jaren ’60 kledingwinkels nog seksespecifiek waren. Le Château, echter, had een bed in hun winkel en hadden Joan Baez als klant. Ze liepen hun tijd ver vooruit. 'Herschel voorzag een fenomeen voor iemand anders dat deed - het fenomeen dat we tegenwoordig de ‘60s noemen,' vertelt Rocchi.
Tegenwoordig beheert Athey de reizende Lennon tentoonstelling genaamd ‘Give Peace a Chance’, en ze is bezig met het plannen van data in Canada. Le Château heeft replica’s van de jumpsuits ontworpen voor hun archief en Athey zegt dat ze erg gelukkig is met de kennis dat het antwoord op het mysterie Canadees is.
'Ik ben een trotse Canadees, en ik ben natuurlijk een grote Le Château fan,' vertelt Athey. 'Ik had nooit gedacht dat ik op mijn leeftijd mijn tijd zou besteden aan een week in 1969, maar wanneer ik een puzzel oplos ben ik ontzettend gelukkig.'
(Bron: arts.nationalpost.com)
(Vert.: Frances Vermeulen)