'De dappere Paul McCartney, neem ik aan?' zei John Lennon. 'Heer Jasper Lennon, neem ik aan,' antwoordde Paul McCartney.
Op die manier groetten de twee voormalige Beatles elkaar toen McCartney onverwachts kwam opdagen bij een opnamesessie van Lennon op 28 maart 1974. Tijdens zijn ‘Lost Weekend’-periode was Lennon in een studio in Los Angeles om toe te zien op de productie van Harry Nilsson’s album Pussy Cats. Verschillende muzikanten waren aanwezig — waaronder Stevie Wonder, gitarist Jesse Ed Davis, saxofonist Bobby Keys en Nilsson zelf.
McCartney werd vergezeld door zijn vrouw Linda. Lennon’s toenmalige vriendin, May Pang, was er ook.
'We hadden geen idee dat hij zou komen,' zei Pang, refererend aan McCartney’s bezoek, in de door Peter Ames Carlin geschreven biografie van McCartney, ‘McCartney: A Life’: 'Plotseling draaiden we ons om en daar was Paul.'
Dat was de enige keer waarbij Lennon en McCartney hun krachten bundelden in de studio na de Beatlesperiode. Opmerkelijk genoeg bevestigde McCartney pas in mei 1992 dat de ontmoeting daadwerkelijk had plaatsgevonden, ondanks eerdere opmerkingen van Pang over de gebeurtenis. 'Het is erg moeilijk om die dagen te herinneren, omdat het allemaal nogal vreemd was en iedereen eruit wilde,' onthulde McCartney. 'Maar inderdaad, John deed wat opnames in Los Angeles en ik was daar ook.'
Het was al laat, de ‘officiële’ opnames van die dag waren klaar en de muzikanten — inclusief Lennon en McCartney — waren in hogere sferen.
Teleurgesteld — omdat hij de sessie had gemist — ging McCartney achter het drumstel zitten, waar Ringo Starr eerder had gezeten — en pakte de stokken. 'Okee,' zei Lennon, terwijl hij rondkeek voor zijn gitaar.
'Misschien kunnen we een beetje jammen met zijn allen.'
Zoals beschreven door Carlin, ging Linda achter het orgel zitten, Wonder bemande de elektrische piano, Jesse Davis pakte zijn six-string en een muzikant van een naastgelegen opname speelde de bas. Lennon begon met het zingen van enkele ad-libs en Wonder barstte los in gospelstijl, dat later een funky versie van ‘Lucille’ werd. ‘Stand B y Me’ kwam daarna; Lennon, McCartney en Nilsson zongen samen. Pang herinnerde zich dat de groep ook een skiffle versie van de Leadbelly klassieker ‘Midnight Special’ deed.
De sessie ging door tot in de kleine uurtjes, maar er waren veel technische problemen en Lennon raakte steeds geïrriteerder. Toch was de Lennon-McCartney reünie volgens Pang 'als de dag van gisteren… ze hebben geen beat overgeslagen, maar zaten er meteen weer in.'
Nog beter is dat, ook al wisten Beatles fans dat niet, de spontane jamsessie bijna een volledige Fab Four reünie had opgeleverd. De dag na de jam waren McCartney, Linda en hun kinderen door John uitgenodigd in zijn huurhuis in Malibu. Bij het zwembad zaten Ringo, Keith Moon en een handjevol anderen. Lennon ging er bij zitten. McCartney zat achter een piano tijdens het grootste deel van de middag en speelde Beatles liedjes. Ringo ging erbij zitten en zong met McCartney mee. Toen het avond werd, namen Lennon en McCartney afscheid. 'Laten we gauw weer iets afspreken,' zei McCartney. Lennon knikte dat hij het ermee eens was. Later hoorde Pang dat Lennon tegen Nilsson zei: 'Zou het niet leuk zijn om weer met de jongens samen te zijn?' Volgens Nilsson en Pang was er geen twijfel over wie de ‘jongens’ waren waar Lennon het over had.
Sommigen deden Lennon’s opmerkingen af als gemijmer, maar jaren later tijdens een interview met het tijdschrift Earcandy, zei Pang dat dat niet klopte. 'Hij wilde weer samen met Paul gaan schrijven,' zei ze.
'Hij vroeg me of ik het een goed idee vond. Ik zei dat ik het een geweldig idee vond. Solo waren ze fantastisch, maar samen waren ze onverslaanbaar. Hij dacht ervoer en hij zei: ‘Weet je wat? Laten we Paul en Linda opzoeken.’'
Het bezoek zou begin 1975 plaatsvinden in New Orleans, waar McCartney werkte aan het Venus and Mars album van Wings. Lennon was terug in New York en woonde nog samen met Pang. Net voor de reis belde Yoko Ono John Lennon en zei dat de sterren perfect waren om te stoppen met roken. De reis naar New Orleans werd uitgesteld en uiteindelijk helemaal afgelast.
Na Lennon’s dood vertelde Pang aan McCartney over het geplande bezoek.
'Ik zei tegen Paul: ‘Voor wat het waard is, ik wil je even laten weten dat John heel veel van je hield,’' zei Pang. 'Hij zei: ‘Oh dat weet ik.’ Toen zei ik: ‘Weet je, we zouden naar New Orleans komen omdat hij samen met jou weer muziek wilde schrijven.’ Paul keek me aan en zei:
‘Oh ja, dat zou fantastisch zijn geweest.’ Ik weet zeker dat hij me niet geloofde maar dat niet wilde zeggen.'
Pang zei verder nog dat McCartney er niet teveel over wilde nadenken, misschien wel omdat het idee van zo’n gemiste kans te pijnlijk was.
Maar een jaar later tijdens McCartney’s jaarlijkse Buddy Holly eerbetoon in New York, haastte de voormalige Beatle zich naar Pang terwijl ze met Linda McCartney stond te praten. 'Vertel het aan haar!' zei McCartney. 'Wat moet je me vertellen?' zei Pang. 'Wij kregen een van Derek Taylor’s kaarten van John in handen,' zei McCartney. 'John had geschreven: ‘We denken erover om de Macs in New Orleans te bezoeken.’'
De kaart was het bewijs voor McCartney dat Lennon het grootste muzikale partnerschap van de eeuw nieuw leven had willen inblazen.
Red lights, green lights, strawberry wine (Rode lichten, groene lichten, aardbeienwijn)
A good friend of mine follows the stars (Een goede vriend van mij volgt de sterren)
Venus and Mars are alright tonight (Venus en Mars zijn oke vanavond)
‘Venus and Mars’ 1975
(Bron: gibson.com)
(Vert.: Ellen Clement)