Sommige mensen hebben initialen na hun naam, maar de vent die hier in de kroeg zit om te vertellen over zijn bijzondere leven heeft een hele zin.
Het is lang geleden dat Allan Williams alleen bekend was als Allan Williams — het is nu Allan Williams: De Man Die The Beatles Weg Gaf (de titel van het boek waar hij 35 jaar geleden aan mee schreef).
Tientallen jaren lang werd Williams beschilderd als de grootste loser van de muziekindustrie. De man die het grootste gegeven paard ooit in de bek keek. De man die een fortuin weggooide, toen hij John, Paul, George — en Pete Best en Stuart Sutcliffe liet gaan.
Maar misschien is het tijd voor een nieuwe evaluatie van het leven van deze man — geboren in Bootle, begonnen als loodgieter, vervolgens eigenaar van een koffiebar/club geweest en die nu manager is. Niet dat het de nog springlevende man, die afgelopen zondag zijn 80e verjaardag vierde, iets uitmaakt.
Terwijl hij geniet van een glas rode wijn in de Jacaranda op Slater Street, de bar die hij opende in 1957, vertelt hij me, vol zelfspottend gelach: ‘Die naam zit aan me vast — De Man Die The Beatles Weg Gaf. Het zal op mijn grafsteen staan!’
Maar Allan, wat denk je dat er dan op je grafsteen moet staan? Wat zou je graag op je grafsteen zien? Dat nodigt uit tot meer gelach: ‘Eh, De Man Die The Beatles Weg Gaf’!’
Nee hij is niet verbitterd. Of dronken. Hij accepteert gewoon vrolijk het beeld dat de mensen van hem hebben — en hij is een man die zijn zegeningen telt.
Hij zegt: ‘Ik was gewoon blij dat ik erbij was in de jaren ’60, tijdens het begin van alles. Mensen zeggen tegen me ‘Je zou een miljonair moeten zijn’ — en dan zeg ik ‘Maar dat ben ik toch!’ Dan vragen ze ‘Hoezo? Heeft Paul McCartney je soms geld gegeven?’ En ik zeg dan ‘Ik ben een miljonair van herinneringen’.’
Zijn glimlach is echt als hij hieraan toevoegt: ‘Ik ben altijd trots geweest op The Beatles en ik ben trots en blij dat ik een heel klein steentje heb kunnen bijdragen aan de beroemdste groep ter wereld. Veel mensen zeggen tegen me ‘Ik zou er zo graag bij hebben willen zijn’ en het WAS ook te gek — maar we wisten niet dat we geschiedenis aan het schrijven waren.
Het was een fantastische tijd, en ik heb nergens spijt van — het was een prachtige periode. Maar niemand kon voorzien dat The Beatles zouden bereiken wat ze hebben bereikt. Het zou niets veranderen. Ik ben er nog steeds — en ik word geïnterviewd door de ECHO terwijl ik geniet van een glas wijn in een van mijn oude zaken, de Jacaranda, een dag na mijn 80e verjaardag. Faam en vleierij zijn niet alleen maar leuk — The Beatles waren gevangenen van hun eigen populariteit.’
En toch was er een zekere mate van onaangenaamheid toen jullie wegen scheidden, of niet?
‘Ik zei tegen John Lennon dat hij verd**me nooit meer aan de bak zou komen — maar ik was degene die nooit meer aan de bak kwam! Hahaha! En toen ik thuis zat en hen op tv zag tijdens de Royal Command Performance (in november 1963) dacht ik bij mezelf ‘G*dsamme, ik was de manager van die kl***zakken!’ Ik pakte een kussen en gooide het naar het scherm — alleen omdat ik geen steen had!
En ja, ik zei tegen Brian Epstein dat hij ver bij ze uit de buurt moest blijven. Maar ik herkende talent wel — ik heb wel gezegd dat ze goede muzikanten waren!’
Allan werkte samen met The Beatles in 1960 en 1961 en bezorgde de band optredens hier en, wat cruciaal was voor hun verdere ontwikkeling, in Hamburg.
Maar toen ging het mis. ‘De tweede keer dat ik hen naar Hamburg stuurde, belde Stu Sutcliffe mij op. Hij zei ‘John heeft besloten dat je geen commissie krijgt, omdat we nu voor de tweede keer gaan’. Ik zei ‘Je zou zelfs nooit aan Hamburg hebben geroken als ik je niet had meegenomen’.
‘Voor mij was het een enorme kick toen ik ze kon weigeren in de Blue Angel (die ik opende in 1960). Ik legde heel hun sociale ‘scene’ plat. Brian kwam later bij me langs en zei ‘De jongens hebben veel spijt van hoe ze zich hebben gedragen in Hamburg. Kun je hen vergeven?’ Ik zei ‘Okee, de volgende keer als ze in de buurt zijn, mogen ze langskomen’ — en Brian zei ‘Ze staan nu buiten’. Dus ze kwamen naar binnen en omhelsden me.
Aan het eind van de jaren ’60 deden ze het weer, toen ik naar Apple ging tijdens hun opnamen. Maar ik had niet zoveel contact met hen. Ik herinner me dat John, in 1962 of 1963, naar de Blue Angel kwam. Maar het was druk en de arme jongen moest vertrekken omdat hij gezien was. Ze werden slachtoffers van hun eigen succes.’
En dat gold ook voor Brian Epstein, gelooft Allan: ‘Ik was niet jaloers op Brian en heb hem altijd een echte heer gevonden. Ik had nooit kunnen doen wat Brian deed, omdat ik een echte spring-in-het-veld was en ik zou niet weten wat ik had moeten doen. Ik denk dat Brian daar uiteindelijk aan onderdoor is gegaan. En hij werd afgedankt door de band — omdat ze hem niet meer nodig hadden.’
Tegenwoordig, bijna 50 jaar later, woont Allan in een beschermde omgeving in Dingle en hij heeft nog steeds profijt van zijn vroegere banden met The Beatles — hij wordt nog steeds overal ter wereld uitgenodigd om over hen te praten.
‘Eigenlijk zou ik nu in Brazilië moeten zijn, maar dat festival is uitgesteld.’
Hij concludeert: ‘Ik ben een gelukkig man en het eerbetoon voor mijn verjaardag afgelopen zondag in het Grosvenor Ballroom in Wallasey was een van de beste momenten uit mijn leven.’
Tijd voor een nieuwe naam dan? Wat dacht je van ‘Allan Williams — de man die The Beatles weg gaf en het overleefde’?
(Bron: Liverpoolecho.co.uk — GB)
(Vert.: Ellen Clement)