Och arme Linda Eastman McCartney. Ze werd Paul’s grote liefde, ’s werelds meest begeerde vrijgezel, maar hun huwelijk was helemaal geen sprookje. Het tegendeel is waar.
Ze werd gedropt in een boerderij ergens in Schotland en moest zorgen voor een pasgeboren baby en haar 7 jaar oude dochter uit haar eerste huwelijk. Haar echtgenoot was een dronkenlap, die meestal pas laat in de namiddag zijn bed uit kwam. Paul was gestopt met zich te scheren en zijn persoonlijke hygiëne stelde helemaal niets voor.
‘Hier zit ik dan, ik leef op een stenen vloer, moet water in emmers dragen. Ik ben gehuwd met een dronkaard die niet in bad wil gaan’ vertelde Linda aan een oude vriend. Het was niet het leven waar de vrouwelijk fans van Paul van droomden.
McCartney rouwde om het uiteengaan van The Beatles. Hij zonk weg in zelfmedelijden, schreef geen liedjes meer en liet zijn gitaar tegen de muur staan. Toen de herfst van 1969 overging in de winter, verloor Linda haar geduld. ‘Zij schreeuwde en gilde dat hij zich niet zo belachlijk moest aanstellen en zich weer als een man moest gedragen’ vertelt de vriend in Paul McCartney : A Life, een nieuwe biografie geschreven door Peter Ames Carlin. En ja hoor, Paul had het begrepen. Hij hielp Linda met inpakken en ze trokken terug naar Londen waar hij begon te werken aan zijn eerste solo album. Het begon met The Lovely Linda.
In het boek van Carlin wordt McCartneys huwelijk beschouwd als een soort wonder. Ze lieten 4 kinderen opgroeien in een gelukkige en huiselijke omgeving, geen ouders die regelmatig de bladen haalde met dronkenmanpartijen of bezoekjes aan nachtclubs. De fotografen vervloekten hen omdat er geen veelzeggende foto’s gemaakt konden worden. De kinderen gingen naar buurtschooltjes in Sussex en hun jeugd kan samengevat worden in twee woorden : heel gewoon.
Het centrum van de familie McCartney was de keuken. Linda was de baas over de tafel waar ze meestal aan aten. Er hingen kunstwerken van Matisse en Magritte aan de muur, naast kunstwerkjes van de kinderen en familiefoto’s.
Het huis gonsde van het familieleven, kinderen die de trappen op- en afstormden, kinderstemmen die door het huis klonken terwijl ze speelden. ‘En er was Linda, het zonlicht weerkaatste op haar blonde haar terwijl ze in de keuken bezig was, er waren tintelingetjes in haar ogen als ze wat grappigs zei en er was de eenzaamheid in haar ogen als ze de kinderen niet om zich heen had.’
Linda was geen ‘makkie’ en ze hadden hun ruzies net als elk ander stel. ‘Maar dit is gewoon de andere kant van passie’ voegt Carlin toe, ‘en ja hoor, er was heel veel passie bij het stel Paul en Linda.’
In december 1995 werd bij Linda borstkanker vastgesteld —dezelfde ziekte waaraan de moeder van Paul overleed toen hij nog een tiener was. Linda droeg haar ziekte moedig, ze weigerde ‘haar kracht en haar moed te verliezen’, toen de kanker verder uitzaaide.
In april 1998 vlogen ze naar hun familieranch in Arizona. Maar deze keer keerde Linda niet meer terug naar England. Ze stierf in de armen van haar echtgenoot. Hij steunde haar tot op het allerlaatste moment en fluisterde haar lieve woordjes toe. ‘Het is een mooie lentedag, we rijden samen door de bossen. De bloemen bloeien en de hemel is helderblauw’. De kinderen gaven hun moeder nog een laatste knuffel en kus rond 5 uur in de morgen en toen stierf ze.
McCartney was kapot door haar dood. ‘Dit is hartverscheurend voor mijn familie’ zei hij enkele dagen later, ‘Linda was en blijft de liefde van mijn leven.’
En ze is dit nog steeds, niettegenstaande McCartney’s korte huwelijk met Heather Mills. (Tijdens de scheiding beschreef de rechter Mills als ‘slecht en belust op wraak’. Zelfs Ringo zei dat ze verschrikkelijk was.)
In het boek wordt Linda beschreven als een opmerkelijke vrouw: begaan met de dierenrechten, een getalenteerde fotografe, een spaarzame zakenvrouw die een succesvol vegetarisch voedingsbedrijf uitbouwde.
Toen Wings een van de best verkopende bands was ter wereld, liet ze de kritiek over haar gebrek aan muziekkennis over zich heen gaan. ‘Het was leuk’ zei ze ‘en diegenen die niet van Wings houden die doen maar’.
Yoko Ono werd de ongewijde heilige van de beatlesvrouwen, zij zette zich opzij en offerde zich op voor het werk van haar brilliante, exentrieke echtgenoot. Carlin zegt dat Linda net zo toegewijd in het omgaan met Paul’s onzekerheden.
Haar echtgenoot en haar kinderen waren het belangrijkste in het leven van Linda en ze was een fantastische moeder.
En wat is daar dan mis mee, dat zou ik wel eens willen weten, zoals ooit iemand schreef in ‘a silly love song’.
(bron : kelowna.com)
(vert : janien nuijten-colans)