In de jaren ‘60 stalen de Beatles de harten van miljoenen mensen, van gillende meisjes tot muziekliefhebbers, tot mannen die hun schoenen en haardracht wilden.
Er was er echter één die de Fab Four niet konden overtuigen: J.R.R. Tolkien.
Volgens Peter Jackson, regisseur van Lord of the Rings, was John Lennon in de jaren ‘60 de ‘drijvende kracht’ achter de pogingen om Tolkiens boek te bewerken voor het witte doek. Hij had zelfs de rolbezetting al helemaal uitgedacht: de wijze en spirituele George Harrison zou Gandalf spelen, jongen-van-hiernaast Paul McCartney zou Frodo doen, de sullige Ringo zou Frodo’s maatje Samwise spelen, en Lennon zelf zou Gollum uitbeelden. Lennon was ook met Stanley Kubrick in gesprek over de regie.
Ook al was de rest van de wereld vol van de Beatles, Tolkien was niet enthousiast over het idee dat zijn geliefde personages door hen bewerkt zouden worden. Hij wees ze vierkant af – en verkocht niet lang daarna de film- en toneelrechten aan United Artists.
Ruim vijftig jaar later zijn er geen spijtgevoelens, tenminste, niet voor zover het McCartney betreft, die Peter Jackson vertelde dat hij blij was dat de Fab Four Fellowship nooit was gerealiseerd, omdat hij zo enorm had genoten van Jacksons versie. “Maar ik vind het jammer van de liedjes”, antwoordde Jackson. “Jullie hadden hier een paar goeie nummers voor kunnen bedenken.”
Teleurgesteld dat de Beatles-versie er niet van is gekomen? Ga naar Super Punch om hun wedstrijd ‘ontwerp-een-poster’ te bekijken.
(Bron: mentalfloss.com)
(Vert.: Linda Weller)