Jim Berkenstadt, de auteur van 'The Beatle Who Vanished', heeft Beatles Examiner verteld dat het verhaal over de eenmalige Beatle Jimmie Nicol onlangs een nieuwe wending nam. Dit had betrekking op een horloge van Nicol.
"Zoals dat met zoveel onderzoeksprojecten gebeurt, hoorde ik van verschillende mensen die Jimmie Nicol ooit hadden ontmoet nadat mijn boek 'The Beatle Who Vanished' was uitgebracht", zei Berkenstadt. "Iemand die op school had gezeten met Nicols zoon Howie, en een man in Adelaide die Jimmies vader had gekend. Ze hadden mijn boek gekocht en wilden me onbekende verhalen vertellen. Maar op een dag werd ik benaderd door ene Rick Fox, een radiojournalist uit Londen."Berkenstadt vertelde dat Fox in 2005 onderzoek had gedaan naar de tour van de Beatles in Australië, en veel zeldzame interviews van hun tour in 1964 in Australië en Nieuw-Zeeland had verworven. "Maar hij was zich bewust dat de meeste mensen niet veel over Jimmie Nicol wisten. Hij benaderde Ten Alps, dat radiodocumentaires voor BBC Radio 2 maakte en waarvan toentertijd Sir Bob Geldof mede-eigenaar was. Hij vertelde hen over zijn plan en ze vonden het een goed idee, maar alleen als Fox een interview met Jimmie Nicol kon krijgen!"
Hij zei dat Fox had gehoord dat Nicol met niemand van MOJO wilde praten en dat een andere krant had geprobeerd een interview te krijgen, wat niet was gelukt. "Dus schreef hij een persoonlijke brief aan Nicol, met een beschrijving van het doel van het radio-interview en duwde die bij Nicol in de bus. Een paar dagen later ging Fox terug naar Jimmie om te zien of hij geïnteresseerd zou zijn in het interview."
Fox beschrijft de ontmoeting aan Berkenstadt. "Aanvankelijk was Jimmie, die me vroeg om hem James te noemen, vrij agressief. Hij beschuldigde mij van schending van zijn privacy en was helemaal niet geïnteresseerd in een gesprek. Hij was beledigd dat ik de brief niet via de post had verstuurd, dus die aanpak bleek averechts te hebben gewerkt, maar ik denk niet dat het veel had uitgemaakt." Fox zei dat hij Nicol ervan verzekerde dat de mensen in Engeland en Australië goede herinneringen aan zijn tijd bij de Beatles hadden en graag zijn verhaal wilden horen.
"Ik weet wat mijn verhaal waard is," antwoordde Nicol. "Ik heb veel aanbiedingen gehad." Maar hij weigerde mee te werken. Berkenstadt zei dat na ongeveer 20 minuten moeite en praten door Fox, Nicol toch weigerde en niet van gedachte zou veranderen. "Ik heb alle overblijfselen en souvenirs van de tour vernietigd of weggegooid en heb echt geen behoefte om terug te keren naar die periode in mijn leven of die te bespreken", zei Nicol.
Hij gaf geen reden op waarom hij dat zo sterk voelde. In "The Beatle Who Vanished," schrijft Berkenstadt dat hij geloofde dat Nicols bitterheid kwam door zijn perceptie dat manager Brian Epstein hem na de tour op de zwarte lijst zou hebben geplaatst.
"Ik heb nooit enig bewijs kunnen vinden dat die perceptie van Nicol ondersteunde", zei Berkenstadt. "Volgens mij was het niets meer dan anderen beschuldigen voor zijn eigen mislukkingen. Epstein heeft Jimmy Nicol & de Shubdubs zelfs geholpen door hem kort na het einde van de wereldtournee in het voorprogramma van een concert van de Beatles te zetten!"
In een boek waarin een foto stond van Nicol met The Beatles en dat Jimmie voor Fox signeerde, schreef hij: ”Voor Richard, in ongebruikelijke omstandigheden, maar met plezier. James – alias Jimmie – Nicol, 2005”.
Fox dankte Nicol en verzekerde hem dat hij hem nooit meer zou lastigvallen en zijn adres geheim zou houden. Toen hij wilde vertrekken, vroeg Nicol hem te wachten bij de deur. Hij liep zijn appartement in en kwam een minuut later naar buiten met een envelop en zei tegen Fox:”Hier, maak die open wanneer je weggelopen bent”.
Fox liep weg uit de buurt waar Nicol woont voordat hij de envelop opende. In de envelop trof Fox het gouden Eternamatic-horloge met inscriptie aan dat Nicol 50 jaar geleden had gekregen van Brian Epstein en The Beatles. Fox kon bijna niet geloven dat hij het laatste kostbare bezit van Nico’s tijd bij The Beatles in zijn handen had.
Berkenstadt vertelt:”Toen Rick mij dit verhaal vertelde, zei ik ‘ik wed dat je alleen de achterkant van het horloge hebt met de inscriptie en niet het hele horloge, klopt dat?’” Fox vroeg zich af hoe ik dat kon weten “Omdat Nicol’s echtgenote mij voor het boek ‘The Beatle Who Vanished’ vertelde dat Jimmie het horloge in een boze bui kapot had gegooid en Epstein de schuld gaf van zijn carrièreproblemen”, zei Berkenstadt. In 2013 is het horloge verkocht aan een anonieme verzamelaar.
“De voorkant en de binnenkant van het horloge konden niet worden gerepareerd en zijn indertijd weggegooid. Alleen de gegraveerde achterkant is bewaard gebleven. Wij vroegen Berkenstadt of er volgens hem nog enige hoop is dat Jimmie Nicol nog in leven is: “In 2013 was Jimmie’s zoon Howie te gast op een ceremonie in Blokker, waar zijn vader met The Beatles had gespeeld.
Op de persconferentie zei hij toen dat hij al tien jaar niets meer van zijn vader had gehoord. De vraag blijft dus: leeft hij nog”? Berkenstadt is benaderd door Australische media in verband met het 50-jarig jubileum van de tournee door dat land. “Ik heb een aantal radio-interviews gegeven in Sydney en Adelaide en ik heb onlangs een TV-documentaire opgenomen die gaat over de tournee door Australië. Die documentaire wordt op nationale TV uitgezonden op 12 juni in ‘Today Tonight’, precies 50 jaar geleden. Heeft hij nog plannen om de zoektocht naar Jimmie Nicol voort te zetten? “Zeker niet; ik heb daar de afgelopen 8 à 9 jaar genoeg tijd in gestoken. Zelfs al is hij nog in leven, dan zal hij niet met mij willen spreken. Maar goed, je weet nooit”.
Men zegt dat er een filmversie komt van ‘The Beatle Who Vanished’. Zodra daarover nieuws is te melden, hoor je dat weer deze website.
(Bron: examiner.com)
(Vert.: Liesbeth te Boekhorst, Aad Kuling)
