1967
Dit was het jaar dat ...
1. April (28): Muhammad Ali in dienst weigert te gaan en zijn wereldtitel zwaargewicht verliest.
2. Juni (5): de zesdaagse oorlog begint, waaruit Israël als overwinnaar tevoorschijn komt en het aangrenzende Arabische gebied verovert.
3. Juni (16): het driedaagse Monterey Pop Festival in Californië begint.
4. Juli (23): er een week lang relletjes zijn in Detroit, waarbij 43 mensen worden gedood.
5. Juli (27): in het Verenigd Koninkrijk de wet op de homorechten haar koninklijk goedkeuring krijgt.
6. Augustus (27): Brian Epstein, de manager van The Beatles, dood wordt gevonden in zijn appartement in hotel Belgravia. Hij overleed aan een overdosis.
7. September (5): The Prisoner het kleine beeldscherm verovert.
8. Oktober (9): Che Guevarra, de dag na zijn gevangenneming, wordt geëxcecuteerd.
Pop-art ontmoet Art-Pop (door Mat Snow)
PENNY LANE
Nummer 1 in de US en uitgebracht op 13 februari 1967
John Lennon had de hitlijsten met zijn nummers 1 gedomineerd maar nu leek het tij zich te keren. Paul McCartney schreef de nummers 1.
Door een overdadige inname van drugs was de creativiteit van John niet meer wat het daarvoor was geweest. Paul bewoog zich in het Londense avant-garde milieu maar zorgde er wel voor niet zijn contact met de buitenwereld te verliezen. Aan de andere kant van de oceaan had hij een nieuwe muze gevonden in de persoon van Brian Wilson, het meesterbrein achter Pet Sounds, van The Beach Boys. Hij had hem zes maanden lang bestudeerd.
Geïnspireerd door nieuwe harmonieën (ook gebruikt door George Martin en andere technici in de Abbey Road Studio’s) en nieuwe studio-technieken, klampte hij zich ook vast aan oude harmonieën. Voor het nieuwe conceptalbum gebruikte hij een Victoriaanse brassband. Ofschoon hij pas 25 was koos hij voor nostalgie in de song Penny Lane, die teruggaat naar de vijftiger jaren in Liverpool.
Ook John blikt in de song die parallel loopt met Penny Lane, Strawberry Fields Forever, terug. De song van John is dromerig, die van Paul opener. Maar de geïnvesteerde tijd in de studio maakte beide songs klaar voor één single met twee A-kanten. De single verscheen zes maanden na Eleanor Rigby. De radiostations bepaalden welke kant zij als nummer 1 draaiden. In de US was het duidelijk het drieminuten durende nummer van Paul dat meer werd gedraaid dan het vierminuten durende nummer van John. Penny Lane werd nummer 1, Strawberry Fields Forever bleef steken op nummer 8.
Of de fans in de Uk verbijsterd waren over de nieuwe single van de Fab Four is niet helemaal duidelijk, maar ze brachten het nummer niet naar de top van de hitparade. Het was Engelbert Humperdinck, die met zijn country ballade Release Me nummer 1 werd (net zoals de US gevoel had voor deze Engelse kitsch, zo ook beloonde de UK deze smartlap). Aan de andere kant werd de singles-markt voor de jongere fans van The Beatles beheerst door The Monkees.
The Beatles voelden zich echt niet bedreigd. De grote verkoop van Rubber Soul en Revolver gaf daar ook geen aanleiding toe. Bovendien vond er een opvallende verschuiving plaats van 45-toeren plaatjes naar 33-toeren albums. The Beatles wisten dat een meesterwerk op LP een gigantisch succes kon worden. Later hadden ze er spijt van dat ze Penny Lane en Strawberry Fields Forever niet hadden opgenomen op hun nieuwe album, hetgeen het succes van dat album nog groter had gemaakt.
ALL YOU NEED IS LOVE
Nummer 1 in de UK en in de US en uitgebracht op 7 juli 1967 (UK) en op 17 juli 1967 (US).
Met hun pas verschenen album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club, een album dat nooit eerder was geproduceerd en uniek is in zijn soort, stonden The Beatles aan de culturele top op een wijze die alleen Charlie Chaplin ooit had bereikt.
Deze eer werd hen toegekend door de TV satelliet Our World en The Beatles voelden zich niet te groot om deze toegekende eer in ontvangst te nemen.
Een belangrijk moment om deze verklaring af te leggen. John was helemaal in de ban van een sprookjesachtige Japanse kunstenares, die in november vorig jaar een tentoonstelling had in London. Niet alleen die tentoonstelling intrigeerde hem, maar ook de kunstenares zelf. John bedacht in die tijd ook reclamespreuken voor zijn vredes revolutie.
Van alle cryptische coupletten was het alleen de zin “it’s easy”, die alle taal barriéres overging. Het ging erom een song te schrijven waarin de titel meteen een eigen stijl had: een lied, een samenzang, een hymne. Het was het genie Lennon die meteen ook het intro bedacht met de eerste maten van La Marseillaise, de Franse nationale hymne, en daarin stukjes en quotes verwerkt van Bach, Glenn Miller, Greensleeves en zijn eigen song She Loves You.
Pop-Art collagetechniek wordt toegepast op de hoes door Peter Blake, die ook de hoes van Sgt. Pepper maakte. Wat de song vertelt is simpel: geestdriftig en universeel, versterkt door het orkestrale arrangement (een deftig klinkende piano en cello tegenover een dorpse fanfare), waardoor het klinkt als een compositie van Shostakovich.
The Move en het Electric Light Orchestra bouwden haar carriéres op dit gegeven en bereikten hun hoogtepunt op Live Aid.
HELLO GOODBYE
Nummer 1 in de UK en de US en uitgebracht op 24 november 1967 (UK) en op 27 november 1967 (US)
Door velen gezien als rotzooi, gebruikt door Paul in de periode na de dood van Epstein om de macht over te nemen, werd dit nummer de A-kant ten koste van het huiveringwekkend originele I’am The Walrus (dit tot grote ontzetting van de schrijver).
Hello Goodbye werd mede door de naderende kersttijd en het nieuwe jaar 1968 naar de top gezongen. Hoe komt dat nu?
De song sluit naadloos aan op het kinderlijke meezing-gevoel en heeft een melodieuze in het gehoor liggende lijn met een knipoog naar Mozart en Brian Wilson. De song is niet zomaar een lichtgewicht. Hello, Goodbye heeft een lichte musical-touch, is opgewekt en heeft een bubblegum gehalte als dat van Jerry Kasenetz en Jeff Katz’s Super K producties.
Na 18 maanden van onderdompeling in geestverruimende, oorstrelende studio-opnames, was Hello, Goodbye een laatste opbloeier voordat The Beatles weer werden meegenomen met de door Dylan geïnitiëerde esthetiek in de muziek, die in 1968 de boventoon voerde.
(vert.: Toine Gribling)
(bron: Mojo 264 – november 2015)