1967 was het jaar The Beatles – en niet alleen The Beatles – alle studiomogelijkheden optimaal benutten. 1968 was voor veel artiesten een jaar waarin weer meer terug naar de basis gekeerd zou worden. Zo ook The Beatles. Dat deden ze onder meer met de single Lady Madonna, de laatste die ze voor het Parlophonelabel uitbrachten. Het pianointro was gebaseerd op Bad Penny Blues, een nummer van Humphrey Lyttelton, waarbij vooral met de linkerhand gespeeld werd. Dat nummer werd overigens in de jaren 50 geproduceerd door Beatlesproducer George Martin. Maar de pompende piano heeft ook veel weg van het pianospel van Fats Domino.... Niet alleen het pianospel, maar ook de zang van McCartney is een ode aan Fats Domino.
Op 16 september 1964 hadden The Beatles Fats al eens ontmoet. Ze zongen samen I’m in Love again en McCartney was nogal onder de indruk van de gigantische diamanten ring aan de hand van Fats. Toen iemand na afloop aan Domino vroeg waar ze over gesproken hadden zei Fats “Geen idee.... Ze praatten zo snel!”.
McCartney coverde verscheidene nummers van Fats. Ain’t that a shame (wat Lennon al eerder coverde), I’m gonna be a wheel someday, Coquette, I’m in love again en I want to walk you home.
Fats op zijn beurt, covered in 1968 een aantal Beatlesnummers. De merkwaardigste keuze was wel Everybody’s got something to hide except for me and my monkey, al moet gezegd worden dat Fats er een leuke cover van maakte! De andere twee waren Lovely Rita, een redelijke hit en uiteraard Lady Madonna. En aangezien de Beatlesversie de bekendste is, nu eens de versie van Fats!