Toen de Beatles doorbraken kwamen er – met name in de Verenigde Staten – heel veel artiesten met een eerbetoon aan The Beatles.
Vaak waarschijnlijk meer ingegeven door de kans om een graantje mee te pikken van het succes van de band dan om de band een eer te bewijzen. Zo probeerden de Vernons Girls met overdreven Engels accent de hitlijst te bestormen met We Love The Beatles. Gedurende het bestaan van de band kwamen dat soort nummers uit – zo kwam Rainbo met John, you really went to far this time nadat Lennon had geroepen dat The Beatles populairder waren dan Jezus. En ook het beruchte verhaal dat Paul dood zou zijn zorgde in 1969 voor nummers als Saint Paul, en Hang on Paul van The Nazz met Todd Rundgren.
De meest fanatieke echte Beatlesfans waren de zogenaamde Apple Scruffs. Een klein groepje meiden dat bijna permanent te vinden was bij de Abbey Road Studio’s en het daar om de hoek gelegen huis van Paul aan Cavendish Avenue. Ze deden weinig kwaad en probeerden Paul zelfs via zijn intercom te waarschuwen toen tijdens een verblijf met een andere dame ineens zijn toenmalige vriendin Jane Asher onverwachts thuis kwam. Tevergeefs overigens.
Van de vier Beatles schijnt George het meest moeite gehad te hebben met die fanatieke fans. Het is daarom des te opmerkelijker dat op zijn eerste echte soloplaat All things must Pass een ode staat aan de Apple Scruffs, met als titel – hoe kan het ook anders – Apple Scruffs. De invloed van vriend Bob Dylan – inclusief mondharmonica – is overduidelijk. De complete opnames van het nummer zijn bewaard gebleven en in het illegale circuit opgedoken. Zodat we weer een kijkje kunnen nemen in de opnamekeuken.
Ron Bulters