De Amerikaanse Beatles-box: Andy Gill hekelt de arrogante behandeling van de klassiekers van de Fab Four.
George Bernard Shaw typeerde Engeland en Amerika ooit als twee landen ‘gescheiden door een gemeenschappelijke taal’. De nieuwe box-set van de Amerikaanse albums van de Beatles is de muzikale bevestiging van zijn stelling. Uitgebracht ter gelegenheid van de 50e verjaardag van het eerste bezoek van de band aan Amerika, zijn deze albums voor het eerst in het Verenigd Koninkrijk beschikbaar en ze bieden een verhelderende blik op de verschillende manieren waarop in beide landen tegen het fenomeen werd aangekeken.
Amerika sloot de Beatles niet meteen in haar armen. EMI’s overzeese partner Capitol liet hun eerste singles links liggen - die werden uitgebracht door het onafhankelijke Vee-Jay - en moest opeens alles uit de kast halen toen I Want to Hold Your Hand in 1964 insloeg als een meteoor. Ze plunderden de catalogus van de band snel voor een rits hitsingles en ook voor een hele nieuwe reeks albums voor de onontgonnen markt, waarbij ze de oorspronkelijke bedoelingen van de Beatles aan hun laars lapten.
Tegen het eind van dat jaar hadden de Beatles vier albums in het Verenigd Koninkrijk uitgebracht. Daar zat een duidelijke progressie in, van de aanstekelijke rock ’n’ soul covers en beginnerscomposities van Please Please Me en With the Beatles naar het triomfantelijke A Hard Day’s Night en de doordachte, door folk geïnspireerde muziek van Beatles for Sale. Capitol daarentegen gooide in één jaar zes albums op de markt, waarbij de ontwikkeling van de band vertroebeld werd met een serie willekeurige compilaties uit hun repertoire.
Een onvervalst staaltje ‘Capitol-isme’ zullen we maar zeggen. En om het nog erger te maken deden ze in 1965 nog maar eens een greep in de kassa van het vroege werk (The Early Beatles) terwijl de band nota bene al hele nieuwe toppen beklom met Help! en Rubber Soul. De twee uitgebrachte soundtrack albums waren aanfluitingen van de Engelse albums. De A- kant mocht dan nog hetzelfde zijn, op de B-kant werden de luisteraars verrast met instrumentale bewerkingen en filmdeuntjes. Hooguit iets voor vroege fans van karaoke. Maar zonder bijvoorbeeld een glimp van het geweldige A Hard Day’s Night, het eerste album met louter Lennon-McCartney materiaal.
Niet alleen stond er niet hetzelfde op, maar de muziek klonk nog wezenlijk anders ook. De Amerikaans mixen waren aangepast aan de nationale smaak, er moest meer nagalm in de stemmen, het tempo werd wat getemperd en liefhebbers werden zelfs getrakteerd op ‘duophonische’ nepstereo via gescheiden kanalen. De Beatles zelf waren uiteraard ‘not amused’ met deze arrogantie. Dat verklaart misschien ook de beruchte slagershoes voor Yesterday and Today, waarop de lachende heren in witte jassen zijn te zien te midden van bebloede ledematen en poppen. ‘Killing our babies’: het zou een goede naam zijn geweest voor de bizarre verzameling nummers van Help!, Rubber Soul en het nog onuitgebrachte Revolver, aangevuld met twee losse singles.
Toen de handel begon te klagen over de smakeloze cover haalde Capitol de exemplaren snel terug en plakte er iets over heen wat minder aanstoot gaf (waarmee de albums wel gewilde verzamelaarsitems werden). Het toppunt van wansmaak was nu wel bereikt: Capitol had ervoor gezorgd dat de twee albums die behoren tot de beste van de Beatles, Rubber Soul and Revolver, tot de Amerikanen kwamen als een half allegaartje in een fluthoes. Je moest daar zelf wel een uitzonderlijk genie zijn om de revolutionaire ontwikkeling van de band te kunnen volgen.
(Bron: thestatesman.net)
(Vert.: Frank Kremer)