In februari is het vijftig jaar geleden dat de The Beatles hun opwachting maakten in The Ed Sullivan Show, waarmee ze de hele wereld veroverden.
Maar terwijl Beatlemania de aardbol in zijn greep kreeg, bleef Cuba achter. Fidel Castro deed de Beatlesmuziek in 1964 zelfs in de ban, voor hem stond de band voor dom, banaal consumentisme. Cubanen die toch de rock n roll revolutie wilden ervaren, namen hun toevlucht tot gesmokkelde bandopnamen van ‘I Want To Hold Your Hand’.
Bijna vier decennia later onthulde Castro een bronzen beeld van John Lennon in een park in Havanna, terwijl op de achtergrond ‘All You Need Is Love’ speelde. Tijdens de plechtigheid, twintig jaar na de moord op de Beatle, sprak hij over zijn respect voor Lennon. ‘Wat hem in mijn ogen groot maakt, is zijn denken, zijn ideeën. Ik deel zijn dromen volkomen. Ik ben ook een dromer die zijn dromen werkelijkheid heeft zien worden.’
Castro’s ommezwaai paste bij zijn herwaardering van Lennon als politieke dissident, verguisd als hij werd door de Amerikaanse regering. In de ogen van de dictator was de Beatle niet langer een symbool van het decadente westen maar een revolutionair die opkwam voor de werkende klasse. Waarmee hij postuum een bondgenoot van Cuba was.
Het beeld, van Lennon als langharige vredesactivist, is een zittende figuur op een bank in het John Lennon Park. Het iconische ronde brilletje is zo vaak gestolen dat er nu een bewaker naast staat die het brilletje op het gezicht zet als er bezoekers naderen.
Andere bezienswaardigheden gewijd aan de Beatles zijn oa:
- Een bronzen groep van de band bovenop de Groene Heuvel in Almaty, Kazakhstan;
- India’s Maharashi Mahesh Yogi Ashram, de plek waar de Beatles zich in de Oosterse wijsheid verdiepten. Dit ligt er tegenwoordig nogal verlaten bij;
- De muur van John Lennon in Praag. Wordt nog steeds bedolven onder graffiti.
(Bron: slate.com)
(Vert.: Frank Kremer)