Als dit de prijs is die ik moet betalen om ruimtes te zien waar ooit Ringo Starr was, dan doe ik dat.
Gedurende de jaren dat ik nu in Londen woon heb ik een lichte interesse ontwikkeld voor de veranderde bestemming van wat ooit de Apple Boutique van de Beatles was, in de buurt op de hoek van Baker Street en Paddington Street. (Ik hou hartstochtelijk van de band en heb ontdekt dat voor elk mogelijk stadium en mogelijke nuance van een relatie ten minste een van hun nummers van toepassing is.) Dit was de plek waar ze acht maanden lang stinkende Afghaanse jassen, fluwelen kledij en kopieën van Mary Quants kleding verkochten. Toen ze erachter kwamen dat vanwege hun goedgelovige open-deurbeleid iedereen de spullen jatte, stopten ze ermee en mochten de groezelige hippies alles wat ze wilden gratis meenemen.
Ik ben altijd gedeprimeerd geamuseerd geweest door de latere geschiedenis van wat eerder het epicentrum van de gedoemde tegencultuur was. Toen ik in Londen kwam wonen, tot op de dag bijna zes jaar geleden, was op de begane grond van het gebouw een arbeidsbureau. Daarna, ongeveer een jaar lang, toen iedereen werk had gevonden en niemand nog arbeidsbureaus nodig had, stond het leeg, de ramen bespat met witte verf. Nu zit er een makelaar.
Dat is goed nieuws. Iedereen heeft makelaars nodig; de mensen die er werken zijn de miskende helden en heldinnen van de neoliberale onderneming. Soms heb ik de neiging gehad belangstelling te veinzen voor een huis in een van de meer modieuze delen van de stad, zodat ik langs enkele eersterangs huizen kon wandelen terwijl een sukkel in een glanzende pak zijn arsenaal aan superlatieven uitspuwde.
Maar ik heb dit nooit gedaan, en de laatste keer dat ik wel iets dergelijks deed was in 1994, toen mijn vrouw aangekondigde dat we het eigenaardig ontworpen en aangenaam sjofele oude huis aan de 'verkeerde' kant van de Uxbridge Road zouden kopen, waar zij en onze kat en onze kinderen nog steeds wonen. Bij die gelegenheid was de makelaar charmant en eerlijk en was hij ook een groot fan van mij, want ik was geciteerd op de achterkant van Fever Pitch, een boek dat om de een of andere reden populair is bij makelaars.
Maar terug naar Baker Street. "Een unieke kans om een ultiem stukje Beatles-memorabilia te bezitten", aldus het bord bij een makelaardij, maar vreemd genoeg niet op een bord op de begane grond van het gebouw. Dat bord toont een aantrekkelijk zwart-wit straattafereel: de Apple Boutique die door een menigte jongeren wordt overspoeld. (Kijk toch naar de mensen op die foto, of in de laatste minuten van de film Let It Be, wanneer een verbijsterd publiek omhoog kijkt naar het dak in de Savile Row waar de Beatles hun laatste optreden spelen: er zit er niet een vrolijke grappenmaker tussen, allemaal donkere pakken en smalle stropdassen.)
Dit is, lijkt het, een foto van de einde-van-de-show gratis-voor-iedereen verkoop, vandaar de menigte; het gebouw op de foto is witgeschilderd uit respect voor de verontwaardigde klachten van lokale winkeliers toen het eerst was versierd met psychedelische regenbogen. Het designbedrijf heette, als ik me goed herinner, de Fool. Oh, onstuimige, onschuldige dagen waarin je je designbedrijf de Fool kon noemen!
"Een exclusief project van vijf prachtige appartementen in het voormalige hoofdkwartier van Apple, de platenmaatschappij van de Beatles", aldus het bord. "Als u uw interesse kenbaar wilt maken, neem dan contact op met. . . . " Het gaat overigens verder door met trots te vermelden dat het bedrijf een jaar of twee nadat John Lennon werd neergeschoten is opgericht, hoewel dit niet zo is verwoord.
Het addertje onder het gras is dat ik denk dat ik niet genoeg geld heb om te investeren in een perceel op de hoek van Baker Street en Paddington Street. Uit een snelle, misselijk makende blik op mijn banksaldo bij de geldautomaat van de Barclays bank aan de overkant blijkt, nadat ik bepaalde essentiële uitgaven in aanmerking heb genomen, dat ik ongeveer £0,00 heb te besteden tot het einde van de maand. (Michael Gove: Niet omdat ik "verkeerde beslissingen" heb gemaakt. Ik neem aan dat ik zou kunnen stoppen met drinken, als ik op bepaalde mensen moet afgaan. Maar dat kan ik niet, om redenen die ik zal uiteenzetten met woorden die zelfs een idioot begrijpt: ik moet zoveel drinken om de pijn te verzachten van het zoveel te moeten drinken om de pijn te verzachten van het zo te moeten leven. Gesnopen?)
Maar ik wil echter deze kans niet missen om door dit erfgoed te lopen, om door het raam te kijken waar Ringo Starr ooit uitkeek. En wanneer mij wordt gevraagd of ik de middelen heb kan ik positief antwoorden, want ik heb liefde; en als de vier vorige bewoners gelijk hadden, is dat alles wat ik nodig heb.
(Bron: newstatesman.com - Nicholas Lezard)
(Vert.: Liesbeth te Boekhorst)