George Harrison’s vernietigende aanklacht tegen het progressieve Britse belastingssysteem werd verkozen tot openingsnummer van het tot nu toe meest vooruitstrevende muzikale werk van de Beatles.
Met Taxman, dat start met een raspende hoest en een grappig aftel-introotje, begint Revolver op een verassende manier, blijk gevend van zowel Harisson’s toenemende vaardigheid als songwriter als Emerick’s ontluikende talent als gitaarvirtuoos.
Begeleid door Harisson’s vervormende spel op de slaggitaar, bruist Paul McCartney’s stuwende basgitaarspel omhoog in een stijgend motief dat door iedereen, van The Jam tot Jeff Beck, is gekopieerd.
De opnames van Taxman begonnen op 20 april met vier opnames van de begeleidingstrack, maar die werden vernietigd en er werden 10 nieuwe opnames gemaakt op de 21e; het aftel-introotje werd op 16 mei toegevoegd.
Op de originele opname eindigde het liedje abrupt, maar op 21 juni werd er een nieuw einde bedacht door een andere gitaarsolomix (met koebel) aan de track toe te voegen en het te laten wegsterven.
Ook al was het nummer tot nu toe zijn beste werk als songwriter, Harrison bleek ironisch genoeg niet in staat om zelf de solo te spelen. Tijdens de sessie op 21 juni, na een twee uur durende worsteling om tot een goed resultaat te komen, drong Martin er bij Harrison op aan om het McCartney te laten proberen.
Nadat hij zijn Epiphone Casino had omgehangen en waarschijnlijk inplugde in een Vox 7120, een hybride versterker met een statische voorversterker en lampenversterker plus een ingebouwd vervormingscircuit, ging McCartney uit zijn dak met een van de meest verbluffend geraffineerde en felle solo’s van alle Beatlessongs.
Emerick schrijft: 'Het was echt zo goed, dat George Martin wilde dat ik het er tijdens het wegsterven van het lied ook weer in monteerde.' Delen ervan komen ook voor in Tomorrow Never Knows, waar een van McCartney’s tape loops achterstevoren wordt afgespeeld.
OPGENOMEN: 21, 22 april en 16 mei 1966; Abbey Road, studio 2
{qtube vid:=ZqK97av7I3s ap:=0}
(bron: guitarworld.com)
(Vert.: Linda Weller)