Eddie Veale uit Stevenage is de eerste Engelsman die een professionele thuisstudio bouwde, en nog wel voor John Lennon. Hij is recent onderscheiden voor zijn werk en blikt terug op zijn ontmoetingen met groten uit de muziekwereld.
Een toevallige ontmoeting met Beatles’ manager Neil Aspinall in de zomer van 1969 betekende de start van een 40-jarige carrière in de muziekindustrie voor Eddie Veale. Hij heeft een aantal van de meest beroemde opnamestudio’s ontworpen en gebouwd. Hij werkte oa met drie Beatles, met Pete Townshend van The Who, Pink Floyd’s Dave Gilmour en Eric Clapton. Eddie, die nog steeds zijn bedrijf Veale Associates runt, is voor zijn werk nu onderscheiden met een Sound Fellowship door de Association of Professional Recording Services. Aanleiding om eens te praten over zijn werk met beroemde musici.
Zijn eerste soloproject was het ontwerpen en bouwen van een studio voor John Lennon in Tittenhurst Park, Ascot, de eerste thuisstudio in het Verenigd Koninkrijk. In augustus 1969 werd met het bouwen begonnen, de studio moest met kerst 1970 klaar zijn voor het opnemen van Lennons eerste soloplaat, Imagine. ‘John was behoorlijk ongeduldig en wilde het eerder klaar hebben dan mogelijk was’, vertelt Eddie. ‘We konden er net een beetje geluid uit krijgen toen John er al mee aan de slag wilde. Hij was al aan het opnemen voordat we het af hadden. Daardoor raakte ik overigens wel bij het opnemen van Imagine betrokken.’
‘Na zijn rare periode bleef hij in Amerika en wist niet of hij terug zou komen. Ringo was toen op zoek naar een nieuw onderkomen, en John verkocht het daarom aan hem. Hij op zijn beurt bracht me in contact met George Harrison, die een huis kocht in Henley-on-Thames in Oxfordshire — waar hij ook een thuisstudio wilde. George wilde wel iets unieks, het beste van het beste, na 40 jaar is het ook nog steeds in gebruik. Ik kon het goed met hem vinden, en ook met zijn vrouw en zijn zoon. John, Ringo en George waren allemaal erg interessante mensen en aardig, maar ze wilden wel dat er gewerkt werd. Niet dat ze snel aangebrand waren, maar ze hielden het kort en duidelijk. Alle drie wilden ze de nieuwste en beste spullen. Voor mij stond het werk ook altijd voorop, niet de mensen voor wie ik werkte.’
(bron: thecomet.net)
(Vert.: Frank Kremer)