Laat ik (Jon Friedman) meteen een ding duidelijk stellen. Als het om de Beatles gaat, verreweg mijn meest favoriete rock-‘n-roll-band aller tijden, beschouw ik mezelf altijd eerst en vooral een echte ‘John’-fan.
Natuurlijk bewonderde ik John Lennon’s talent om iets mooi te formuleren of een rock-‘n-roll-lied of ballade te zingen zoals ‘Julia’ of ‘If I Fell’. Hij kon alles met zijn stem. En in interviews was er niemand geestiger dan hij. Lennon had een bepaalde uitstraling. Zijn inspanningen om wereldvrede te propageren onderscheidden hem ook van de groep. In zijn missie om verschil te maken ging hij verder dan het maken van muziek.
En dan had je zijn schrijfmaatje in de band, Paul McCartney. Omdat Lennon stierf in 1980 was hij niet alleen een beroemde rock-‘n-roll-ster, maar werd hij als een soort heilige Johannes tot idool verheven. McCartney zwoegde ondertussen op zijn eigen degelijke manier door aan zijn solocarrière, wat hij als Beatle ook al had gedaan.
De man die ‘Yesterday’, ‘Eleanor Rigby’, ‘Blackbird’ en ‘Hey Jude’ had geschreven, stond na al die jaren nog steeds in de schaduw van Lennon’s beste werk: ‘I am the Walrus’, ‘Strawberry Fields Forever’, ‘A Day in the Life’ en ‘All You Need is Love’.
Het wordt tijd om Beatle Paul te geven waar hij recht op heeft. Hij wordt 70 jaar op 18 juni. Hij heeft gefloreerd, overleefd en succes gehad met rock-‘n-roll in zijn jaren als solist. Ik heb hem de afgelopen jaren tijdens concerten in Citi Field en het Yankee Stadium gezien - en hij was geweldig. Maak plaats, Bruce Springsteen. Paul kan zich op een podium met iedereen meten. Hij genoot duidelijk van het spelen!
Hij verloor ook nooit zijn waardigheid, toen zo veel deskundigen Lennon wilden eren door af te geven op McCartney. Het is een beetje vreemd om ervan uit te gaan dat we John’s bijdragen niet kunnen erkennen zonder Macca af te kraken.
Jezelf in de publieke arena plaatsen is een angstige onderneming. Zelfs de meest realistische beroemdheid weet dat hij of zij een risico neemt en overgeleverd is aan de vaak meedogenloze media, die er alleen maar op uit zijn om een legendarische beroemdheid voor de lol neer te sabelen. Ik ben niet altijd trots op mijn vakgenoten - of op mijzelf. Jawel, ik geef het toe: ik heb het ook gedaan. Ik hoop in ieder geval niet te vaak.
Toch is het raar. Toen Bob Dylan een jaar geleden 70 werd, leefden de media zich uit om die gelegenheid met allerlei terugblikken te gedenken. Maar voor Paul zien we bijna geen eerbetuigingen in de pers. Ik weet niet waarom: 70 is 70 en Paul verdient onze grootst mogelijke waardering en eerbetoon voor wat hij de afgelopen 50 jaar heeft betekend in ons leven. Hij is een bijzonder mens.
Van harte gefeliciteerd, Paul! Veel plezier de 18e juni. Blaas alle kaarsjes uit. Een bedankt voor alles.
(bron: newsmax.com - Jon Friedman)
(Vert.: Linda Weller)