Sir Paul McCartney heeft voor de eerste keer onthuld hoe hij een drankprobleem had toen de Beatles uit elkaar gingen.
'Ik dronk gewoon te veel. Ik dronk whisky, waarvan er heel veel was in Schotland', zei hij. De zanger ging aan de drank in zijn huis op de Mull of Kintyre toen hij problemen had om te wennen aan zijn solo carrière.
Hij gaf toe dat zijn eerste vrouw Linda erg ongerust over hem was als hij begin jaren ’70 weer eens zo dronken was dat hij niet eens nummers kon schrijven.
Hij voegde daaraan toe: 'Wat er aan het eind van de Beatles gebeurde was erg vernauwend. Opeens waren we in een zakenwereld beland. Daarvoor begin je niet aan een muziekcarrière, maar het hoort er wel bij. Het werd erg zwaar dus ik ging weg met Linda en de kinderen, maar al het zakelijke gedoe was er nog steeds.
Dus ik denk dat ik probeerde om te vluchten in mijn eigen gedachten. Ik had de vrijheid om een drankje te nemen wanneer ik het wilde. Ik ging de studio in, nam nog een drankje, enzovoorts. Op een gegeven moment zei Linda 'nu moet je het rustiger aan doen'. Ik begon dingen te zingen zoals 'heeyyy, nice and fuzzy' wat dus niet goed is. Voor mij tenminste niet', zei Sir Paul, die zijn solo album uit 1971 'Ram' opnieuw heeft uitgebracht.
'John (Lennon) en ik waren altijd heel nuchter als we nummers schreven, en vaak was je het scherpst op het midden van de dag'.
Hoewel de Beatles 40 jaar geleden uit elkaar zijn gegaan, zijn ze nog steeds de best verkopende artiesten ooit, volgens Radio 2.
(bron: express.co.uk)
(Vert.: Malou Oldenhof)