In augustus 1966 was er het laatste live optreden van The Beatles.
Kort daarna hielden de Fab Four een rustpauze en ieder van de 4 groepsleden hield zich met andere dingen bezig —John Lennon vloog naar Spanje om er de hoofdrol te spelen in de film ‘How I Won The War’ (en ook Ringo vloog naar Spanje om mee te spelen in dezelfde film), George reisde naar India, en Paul McCartney die werkte met George Martin aan de soundtrack van ‘The Family Way’. Het was gebaseerd op ‘All In Good Time’ uit 1963 van Bill Naughton, een film geregisseerd door Roy Boulting met John Mills, Hayley Mills en Hywel Bennett. Het is het verhaal van twee jonggehuwden die een moeilijke periode door maken in hun nieuwe leventje.
De film kwam uit eind 1966, een maand nadat The Beatles aan Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band begonnen, en ongeveer een maand voordat de soundtrack werd opgenomen en zijn weg naar de platenwinkels vond en dus naar alle waarschijnlijkheid, de eerste solo release van een Beatle. Het verhaal doet de ronde dat Macca de muziek pas klaar had twee weken voor de film in première ging, en Martin zou gezegd hebben dat de muziek klonk als een ware stormloop omdat de muziek klaargestoomd werd in een sneltempo.
Het album verkocht slecht —en raakte niet in de hitlijsten aan geen aan de beide kanten van Atlantische Oceaan, maar McCartney won wel de Ivor Novello Award voor Best Instrumental Theme met ‘Love In The Open Air’. Dit is de eerste officiële CD-release van de plaat, en de steromix van ‘Theme From The Family Way’ werd er als bonustrack aan toegevoegd, en werd uitgebracht ten gunste van de Tudor Minstrels.
Het is niet slecht —de touch van Martin is duidelijk hoorbaar, en McCartney’s waardering voor het sentimentele blijft evident en hoorbaar, misschien is dat wel de reden dat hij werd gekozen. Afgezien van de bonustrack en ‘Love In The Open Air’, kregen alle andere stukken de titel die ze ook in de film dragen, misschien een bewijs van de slordigheid waarmee de oorspronkelijke plaat werd samen gesteld.
Er zijn een paar aanwijzigingen dat er gelijkenissen zijn met een rockensemble, en soms is het ook wel meer Ventures-alike, dan dat je zou geloven dat het iets is wat McCartney en Martin hebben gemaakt in hun beste doen. Maar, gezien het tijdstip waarop de film werd gemaakt, is het geluid niet echt verrassend. De muziek kan er nog door, maar het is niet echt het meest memorabele werk van McCartney, misschien is dat de reden dat de soundtrack door de mazen van het net glipte op meer dan een manier.
Het is niet zo dat Paul McCartney zich verbeterd heeft in de klassieke muziek en/of orkestmuziek sinds 1967, de reeks klassieke albums die hij sinds 1991 (Liverpool Oratorio) maakte kreeg lauwe respons met hier en daar een zweem van kritiek en haalde geen hoge verkoopcijfers, en het bekende koor beweert dat de werken vaak te sentimenteel zijn en te vaak gedreven door ambities die buiten het bereik vallen van de componist.
Beatlesfanatici hebben deze al in hun bezit of zullen het zeker in hun bezit willen hebben voor het niet langer te verkrijgen is. Het is minder vreemd dan ‘Electronic Sound’ van George Harrison uit 1969, deze soundtrack is veel minder interessant —melodieuzer, dat wel maar veel minder interessant.
Chip Madinger, co-auteur van ‘Eight Arms To Hold You’, een gids over het solowerk van The Beatles, zoekt hiervoor in zijn boek naar een solide verklaring.
(Bron: popmatters.com)
(Vert: Janien Nuijten — Colans)