'The Beatles staan los van mijzelf. Ik ben niet echt Beatle George. Beatle George is als een pak of een shirt dat ik ooit droeg bij een gelegenheid, en tot mijn dood zullen er mensen zijn die dat shirt zien en verwarren met mijzelf.' — George Harrison.
In de 70er jaren was ik professioneel muzikant en laat op een avond, tijdens een opnamesessie bij Capitol Records, kwam George Harrison zomaar binnen lopen en ging zitten luisteren. Omdat hij de producer kende, besloot hij ‘een paar minuten’ te blijven. 'We zaten allemaal bij elkaar te praten, dronken een paar biertjes en zongen de achtergrond harmonies samen…. wel vijf uur lang! Ik kan je wel zeggen, dat het citaat hierboven precies beschrijft hoe hij die avond binnenkwam. Hij droeg niet zijn ‘Beatles’ identiteit, hij was gewoon een gast die George heette, die als een kind rondhing met een paar vrienden waarmee hij in een bandje zat.
In die tijd was ik mijn eigen spitiruele realiteit nog maar net aan het ontdekken, maar het leed geen twijfel dat George de zijne al lang had gevonden. Hij is vaak aangeduid als ‘de spirituele Beatle’. 'Als ik terugdenk aan die avond, snap ik waarom. Hij was totaal niet onder de indruk van zijn eigen roem. Waarom niet? Hij wist van zichzelf hoe hij echt was en dat dit niets te maken had met zijn naam, beroemdheid, geld of, wat dat aangaat, zelfs zijn lichaam. Hij nam zichzelf niet al te serieus omdat hij wist wie hij echt was …….. en wie hij niet was. Dat was voor hem zo helder, dat wie anderen dachten dat hij was hem niet uitmaakte. George Harrison had de werkelijkheid van zijn eigen ‘zelf’ ontdekt als deel van een oneindige aanwezigheid en had zich daarmee losgebroken van datgene dat de meeste mensen verbindt aan hun egoïstische ‘zelf’.
Het was ironisch: Hier was ik, een echte niemand, aan het knokken om iemand te worden, en daar was George Harrison, echt iemand, die deed alsof hij echt niemand was. De volledige impact van deze ironie drong pas jaren later tot mij door, toen ik me realiseerde dat, hoe meer we erin slagen om onszelf te herkennen aan onze eigen, goddelijke aard (de echte ‘zelf’), hoe meer afstand we nemen van identificatie met de symbolen van de materiële wereld en de neiging tot egocentrisch denken.
Wat denkt je zelf? Heb je ooit jezelf iets te serieus genomen, gedacht dat wat je bent bepaald wordt door hoe je eruit ziet, hoeveel talent je hebt (of niet hebt), hoe goed je bekend staat (of juist niet) of hoeveel geld je hebt (of niet hebt)? Dit zijn allemaal ‘kledingstukken en etiketten’ die je draagt gedurende je verblijf hier op aarde, maar het is niet wie je bent. Aan het eind van de rit, als het er op aan komt, lever je dat allemaal weer in, net zoals een leasewagen die je in gebruik had. Je bent niet je naam, je persoonlijkheid, je baan, je geld, je lichaam of zelfs je gevoelens! Met andere woorden, je kwam hier met lege handen en je gaat hier weer weg met lege handen, behalve dan de energie van je karma die je omringde en die je hebt voortgebracht tijdens je verblijf. De ‘zelf’ die je bent is 100% goddelijke essentie — puur licht, verpersoonlijkt. Dus, je zou kunnen zeggen, dat de ‘zelf’ die je echt bent ‘licht’ reist. Dat is toch een wonderlijk inzicht, nietwaar? Het helpt ook om dingen in perspectief te zien. Dus, zie je jezelf als een niemand die ervoor knot om iemand te worden, of ben je iemand (oneindige intelligentie, verpersoonlijkt) die in eerlijkheid weet niemand te zijn? Ik wed, dat die vraag je nog wel de hele dag bezig zal houden.
(Bron: huffingtonpost.com)
(Vert.: Marijke Snel)