Als je het goed bekijkt, lijken de persoonlijkheden van de vier Beatles in 2011 vast te staan.
Het is al 20 jaar geleden dat John Lennon vermoord is, en de donkere randjes aan zijn karakter -die hij zelf gekweekt heeft tijdens zijn korte leven- zijn allang vervaagd. Het beeld dat de komende duizend jaar zal blijven bestaan is die van de langharige familieman, die het alleen maar over 'peace and love' had.
Paul McCartney heeft het zwaarder; men vindt hem de niet-coole, goedkope helft van het succesvolste schrijversduo ooit. Ikzelf ben altijd voor hem in de bres gesprongen en ik was het nooit eens met het beeld datvan hem bestaat, maar als je bedenkt dat hij optrad in dat afschuwelijke programma X Factor, en dan ook nog een duet zong met die afschuwelijke Jedward, moet je eigenlijk wel tot de conclusie komen dat hij zijn eigen graf gegraven heeft.
Ringo Starr lijkt veroordeeld tot de eeuwige oude zuurpruim, dankzij zijn aankondiging van een paar jaar geleden dat hij geen handtekeningen meer zou uitdelen.
Blijft over George Harrison, die, tien jaar na zijn dood, geloofd en geprezen wordt in een nog uit te komen film van Martin Scorsese. Een absolute bevestiging dat, 40 jaar na de breuk, George de coolste Beatle is. The Huffington Post schreef hierover, nadat ze een preview van de biopic van de superhippe filmmaker gezien had: 'Per slot van rekening is er niets bekend over een film van Scorsese met als titel 'Paul McCartney: Band On The Run' of 'Ringo Starr: Beaucoups Of Blues''.
Meer dan ooit zal hij herinnerd worden als de Beatle die ervoor zorgde dat de band Duitsland uit gezet werd omdat hij minderjarig was; als degene die de beste oneliners had -toen George Martin ooit uit beleefdheid vroeg of er nog iets in de studio was wat ze niet aanstond, antwoordde hij droog: 'Om te beginnen vind ik je stropdas lelijk'- als degene die de hippiebeweging al snel doorzag ('Ik ging naar Haight-Ashbury', zei hij, 'in de verwachting dat dit een geweldige plek was, maar het was slechts een plaats vol afschuwelijke, puisterige, spijbelende kids die aan de drugs zaten'); die sociaal bewustzijn vermengde met muziek met het Concert For Bangladesh; wiens karakter sterk genoeg was om bevriend met Eric Clapton te blijven ook al had deze zijn vrouw ingepikt; die onderdrukt werd in the Beatles ('Paul McCartney heeft mij als gitarist geruïneerd', zei hij in een later interview); die de opwindendste en interessantste carrière na the Beatles had, hij maakte het nonchalante, briljante album 'All Things Must Pass'; die een 2e hypotheek nam op zijn huis in Henley om The Life Of Brian te financieren en die een nieuwe groep oprichtte met Tom Petty, Bob Dylan en Roy Orbison.
Het moge duidelijk zijn dat Scorsese's film geweldig is. Het duurt 3,5 uur en bevat enorm veel details over bepaalde periodes, net als zijn film 'No Direction Home' over Bob Dylan.
De sterrencast is gigantisch, van Paul en Ringo, Eric Clapton, Tom Petty en Astrid Kirchherr, tot Dhani en Olivia, de zoon en de weduwe van Harrison, Olivia is tevens producent. Wellicht is dat de, enigszins onvermijdelijke, reden dat alle herinneringen grotendeels liefhebbend zijn. Zelfs als het over zijn overspel gaat komt Olivia voor de dag met een van de dierbaar herinnerde spitsvondigheden van haar man: 'Wat het geheim is van een lang huwelijk? Niet gaan scheiden!'
Tegenover al dat goeds, wordt wel het een en ander verbloemd. Muzikaal gezien krijg je een belachelijk angstaanjagende Phil Spector die zijn steentje bijdraagt met een langdradige beschouwing van ‘All Things Must Pass’, maar ‘Gone Troppo’ uit 1982 wordt niet eens genoemd. Eigenlijk wordt ook ‘Cloud Nine’ uit 1987 niet genoemd, terwijl dat een gigantisch succes was - hoogstwaarschijnlijk omdat dat geen 'cool' album was. Kijk maar naar de hoes!
Verder wordt het feit dat hij - net zoals McCartney - 'van de dingen hield waar mannen van houden' niet verder uitgediept. De openlijke verklaring van 'Tiffany', een pseudoniem van een prostituee uit Los Angeles, dat ze de toen getrouwde Harrison pijpte terwijl hij liedjes van George Formby zong en speelde op een ukelele, wordt niet nagegaan. Net als zijn geflirt met Krissie, de vrouw van Ron Wood, die hij meenam om Salvador Dalà te ontmoeten in Spanje. Noch het feit dat hij met Maureen, de vrouw van Ringo, naar bed is geweest. Noch zijn vermeende affaire met Madonna in de ‘80er jaren.
Hij heeft geweldige dingen gedaan voor het goede doel met het concert voor Bangladesh, maar hij bleef ook maar klagen over de belastingen die hij moest betalen, en hij vocht voor elke laatste cent, van ‘Taxman’ tot het kopen van ontroerend goed in Zwitserland tegen het einde van zijn leven. Hij was helemaal voor het leven van een spiritueel bestaan, maar hield van Formule 1. Hij was een complexe, tegenstrijdige man, onvermijdelijk meer complex en tegenstrijdig dan zelfs een grote filmmaker/documentairemaker als Martin Scorsese vast kan leggen in een niet-te-lange-drie-en-een-half uur.
Maar ja, het is makkelijk om mee te gaan in de rol van George Harrison als de coolste Beatle, en ik ga ik elk geval mee. Omdat je kan meevoelen met zijn positie binnen de Fabs, met zijn pogingen zijn liedjes erdoor te krijgen, en met zijn strijd tegen de desinteresse van Lennon en McCartney. Er is niets zo hartverwarmend als het beroemde verhaal van hoe Frank Sinatra tegen Paul vertelt dat zijn favoriete Lennon/McCartney liedje ‘Something’ van George was. Hij werd lomp aan de kant geduwd door McCartney, die de leadgitaar voor ‘Ticket To Ride’ en ‘Another Girl’ opnam voor ‘Help!’ omdat hij te weinig geduld had met zijn bandmaatje. Maar op datzelfde album toonde George wat een aanhoudende voorliefde zou worden voor het aanbrengen van nieuwe elementen in het repertoire van de Beatles - het spelen van een primitieve belichaming van het wah-wah pedaal op zijn eigen ‘I Need You’, en aanklooien met een sitar tussen de opnames door op de set van de ‘Help!’ film.
En in de psychedelische tijd van de Beatles zat hij achter hun zwaarste, meest geestverruimende trip: ‘It’s All Too Much’ van het album ‘Yellow Submarine’. Dit briljante lied werd vlak voor de release van ‘Sgt Pepper’ opgenomen, maar door geschoven naar het latere ‘Magical Mystery Tour’. Er staan een aantal sterke nummers op ‘Yellow Submarine’, maar dit is waarschijnlijk de beste. Het is zeker beter dan ‘All Together Now’ van Macca.
Na het uit elkaar gaan van de Beatles werd McCartney commercieel gezien succesvol maar werd neergehaald door de critici, Lennon begon bewust moeilijk te doen, en George zat daar ergens tussenin, en begon voor te lopen op zijn voormalige bandleden. "All Things Must Pass" is een waar groots en ambitieus rock 'n roll album, geproduceerd door Phil Spector en er zijn veel liedjes gebruikt die niet op de Beatles albums terecht zijn gekomen. Zo moet het dus ook gezien worden dan alleen een goed album, het is ook een documentatie van de underdog die eindelijk zegeviert.
Het financieren van films is een aspect waar veel tijd aan wordt besteed in Scorsese's film, en dat is een pluspunt voor George. De wereld is er beter op geworden nadat The Life Of Brian en Withnail & I zijn uitgekomen, waarvan de eerste nooit zou zijn uitgekomen als George er niet was geweest. EMI besloot op het laatste moment het project niet meer te financieren, waarop George voor de benodigde £6 miljoen heeft gezorgd alleen omdat 'hij de film wilde zien'. Terry Jones merkte op dat dit het duurste bioscoopkaartje ooit is geweest. Het heeft in ieder geval wel veel gedaan voor George's imago als coolste Beatle.
Dan zijn er nog de Travelling Wilburys, die beter waren dan elke groep van rocksterren die 'gewoon lol hadden' zou moeten hebben. Hun eerste album is geweldig, en gaf weer energie aan allen die daar aan hadden meegewerkt, en vooral Tom Petty die terugkwam met zijn eerste solo album 'Full Moon Fever', waarvan gezegd wordt dat het zijn beste, en zeker meest succesvolle, album is. En zie wie er in zijn eerste video voorkomt!
Dit draagt allemaal bij aan een algemene perceptie van een man die de juiste balans leek te hebben tussen enthousiasme en cynisme. Hij erkende zijn eigen gebreken en het leek alsof hij gebalanceerder dan wie dan ook uit de ondergang van de Grootste Band Ooit is gekomen. De geschiedenis heeft het juist: George Harrison is de coolste Beatle.
(Bron: nme.com)
(Vert.: Ruby Van Den Bergh, Francis Vermeulen, Malou Oldenhof)