Op zaterdag 27 april 1963, speelden The Beatles in de Memorial Hall in Northwich, Engeland — op de poster van het concert stonden ze beschreven als 'de hitmakers van Please, Please Me.'
De volgende dag, vlogen Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr naar Tenerife om er te ontspannen samen met twee van hun naaste vriendjes uit Hamburg, de grafisch kunstenaar Klaus Voormann en de fotografe Astrid Kirchherr. (John Lennon nam zijn eigen vakantie in Barcelona met de manager van de band, Brian Epstein.) Voor de eerste keer proefden ze van het jet-set leven, en in de saga van hun beklimming, hielden ze een kortstondige adempauze ongeveer halverwege Mount Olympus. Ze hadden een eerste nummer 1 hit op zak, en het volgende nummer 1 dat de hitlijsten ging binnenstormen en Beatlemania zouden een paar maanden later volgen. Het eiland had zwart zand, een torenhoge vulkaan en de kans op een zonnesteek klonken The Beatles exotisch in de oren net als hun opkomende beroemdheid. Maar die bekendheid volgde hen niet naar Tenerife, waar ze verbleven in een cottage van de familie Voormann. De bandleden liepen er rond en stelden de lokale bevolking de vraag: 'Kent u ons? Wij zijn The Beatles?'- ze werden enkel met verbijstering aangestaard, niemand herkende hen.
'Niemand verwachtte dat ze zo ‘groot’ zouden worden, 'Kirchherr nam haar Rolleicord camera mee op vakantie, en zij vertelde mij vorige maand via e-mail. 'Niemand in de showbusiness was ooit zo groot.' Voormann - Kirchherr's ex-vriendje van de kunstacademie — botste voor het eerst op de Beatles in oktober 1960 toen ze nummers van Eddie Cochran en Little Richard ten gehore brachten in de Kaiserkeller, een kelder in Hamburg in het de rode-lichtjes district. Niet lang daarna begon Kirchherr bekendheid te verwerven met foto's van de vijf jonge Beatles (Lennon, McCartney, Harrison, de drummer Pete Best en de bassist Stuart Sutcliffe), fantastische zwart-wit foto’s die zo levensecht waren dat het leek of ze nauwgezet gestileerd waren. Rock 'n' roll pelgrims die een uitstapje naar Hamburg maken, kijken vandaag de dag vaak verbaasd op want de stad lijkt in niets meer op de stad van toen.
'Astrid was het die ons imago echt beïnvloed heeft, meer dan wie dan ook', heeft Harrison ooit eens gezegd. Voormann vertelde me dat Kirchherr's grootformaat foto's 'van de Beatles had in een andere dimensie.' Sutcliffe, die later verloofd was met Kirchherr, zeven weken na ze elkaar ontmoetten, beschreef haar - een eigenzinnige blonde vrouw volledig van kop tot teen gehuld in nauwsluitend, zwart leer - 'net als een roos die zijn donkere blaadjes over een muurtje legt om zo de warme stralen van de zon te kunnen voelen' (Sutcliffe overleed aan een hersenbloeding in april 1962.)
Kirchherr, zij is ondertussen 73, gaf de fotografie op in de late jaren 1960, gefrustreerd door de eindeloze verzoeken om haar Beatles opnamen. Toch blijft ze een onuitwisbare aanwezigheid in de mythologie van de pop. Het kan een zware erfenis te zijn. 'Ik had een geweldige tijd met het delen van mijn herinneringen, maar ik word een beetje moe van het vele optreden', zegt Kirchherr. Dus op 24 en 25 september, zal het veilinghuis Guernsey’s in New York het gehele Beatles-gerelateerde fotoarchief van Kirchherr, ongeveer 600 loten, met inbegrip van haar originele negatieven (samen met de rechten op het gebruik daarvan) en zeldzame beelden zoals die van Tenerife tijdens een veiling te koop aanbieden. (Kirchherr zegt dat de afbeelding afgedrukt op deze pagina zou zijn genomen door Harrison met haar camera.) 'Voor mij,' zegt Kirchherr, 'zijn het nog steeds mijn beste vrienden, en zijn ze niet het fenomeen The Beatles.'
(Bron: nytimes.com)
(Vert: Janien Nuijten — Colans)