In 1967 zag Paul McCartney op tv de klassieke musicus David Mason trompet spelen tijdens een Bach-concert. De volgende dag trok producer George Martin hem aan om op Penny Lane te spelen.
David Mason, bekend om zijn opvallende trompetsolo op Penny Lane, is op 85-jarige leeftijd overleden. Hij stierf op 29 april ten gevolge van leukemie. McCartney koos hem uit omdat hij Penny Lane wat meer wilde aankleden. De ochtend na zijn genoemd tv-optreden nodigde George Martin hem uit om met de band op te nemen. ‘Ik wist niet eens wie de Beatles waren toen ik benaderd werd’, vertelde Mason aan Bath Chronicle in 2003. ‘Voor mij was het gewoon een klusje als alle andere.’
Hij nam in 1967 negen trompetten mee naar de studio en na selectie viel zijn keus op de piccolo-trompet voor de hoge solo. Er stond geen muziek op blad, McCartney zong hem voor wat hij wilde horen. Nadat Martin de noten had uitgeschreven, speelde Mason zijn partij. ‘De feitelijke opname ging heel snel’, zei Mason in het boek ‘The Beatles Recording Sessions’ (1989). ‘Het ware erg hoge tonen, dat kostte wel inspanning, maar we hadden genoeg aan twee takes.’ De wel gehoorde bewering dat zijn bijdrage aan Penny Lane na de opname versneld is weergegeven, was volgens Mason onjuist. Hij wilde zo nodig wel bewijzen dat hij de tonen zo nog kon spelen. Voor zijn contributie kreeg hij een eenmalig loon van ongeveer 45 dollar. Hij speelde in 1967 ook nog op meer Beatlesnummers mee: ‘A Day in the Life’, ‘Magical Mystery Tour’ en ‘All You Need Is Love’.
Mason werd in 1926 in Londen geboren, studeerde aan het Londonse Royal College of Music en doceerde daar dertig jaar lang trompet. Hij was eerste trompettist voor het Royal Philharmonic Orchestra, het New Philharmonia Orchestra, Covent Garden Opera en het English Chamber Orchestra. ‘Ik heb een leven lang met toporkesten gespeeld’, zei hij in het boek over de opnamen van de Beatles, ‘maar toch ben ik het meest bekend omdat ik heb meegespeeld op Penny Lane.’
(Bron: latimes.com)
(Vert.: Frank Kremer)