Lang voordat de geschiedenis van het Dakotagebouw gekenmerkt werd door kogels, duizenden bloemen en rouwende mensen die ‘Imagine’ zongen, was het een historisch optrekje waar tussen de vele beroemdheden ook de muzikant John Lennon woonde.
Voor hij neergeschoten werd voor het gebouw 30 jaar geleden, nu woensdag, was hij de bewoner van de zevende verdieping die sushi meebracht. Hij stond bekend als een beschermende vader en verzamelaar van landgoederen, hij verveelde een paar buren door vijf appartementen in het gebouw op te kopen.
Een van de eigenaardigheden en privileges van in Manhattan te wonen, is dat je buren beroemde dichters, gevierde wetenschappers en op rust zijnde jazzmuzikanten zijn. Het was ook niet anders voor de bewoners van het Dakotagebouw, die gewoon raakten om er de vroegere Beatle te zien in en uitlopen in zijn bontjas.
Wat maakte het Dakotagebouw anders dan de andere gebouwen? Er was vooreerst de kenmerkende gotische stijl, en dan waren er de vele bewoners die eveneens beroemd waren en Mijnheer Lennon een zekere graad van privacy gunden.
'Het gebouw is tot in de nok gevuld met beroemde mensen,' zei Roberta Flack, die naast Yoko Ono woont in het Dakotagebouw. 'De meeste artiesten willen, net zoals ikzelf, op hun eigen zijn, zich op hun gemak voelen.'
Het leven van Mijnheer Lennon en Mevrouw Ono in het Dakotagebouw, begon in 1973, toen ze wilden verhuizen uit hun loft in Bank Street. Bob Gruen, die Mijnheer Lennon fotografeerde toen hij in New York City woonde, zei dat het koppel op zoek was naar een woning waar ze meer bescherming genoten, waar het veiliger was.
Hij zei dat ze zochten naar huizen in Greenwich, Conn., en in Long Island voordat ze het appartement in het Dakotagebouw kochten van de acteur Robert Ryan.
Hun eerste dagen in het Dakotagebouw waren rocky en Mijnheer Lennon verliet zijn vrouw voor May Pang, Mijnheer Gruen zegt dat Mijnheer Lennon terug keerde eind 1974 en toen begon het koppel zich thuis te voelen en zich te settelen. Mevrouw Flack hoorde hem vaak zijn songs repeteren. Sean werd geboren in 1975.
Net zoals vele nieuwe huiseigenaars, renoveerden Mijnheer Lennon en Mevrouw Ono hun keuken. Mijnheer Lennon wilde dat die leek op de grote open ruimtes die vele artiesten hadden in hun lofts. Hun huis was niet echt stijlvol, dit volgens Stephen Birmingham, schrijver van 'Life at the Dakota: New York’s Most Unusual Address,' dat voor het eerst gepubliceerd werd in 1979. Maar Mevrouw Flack, die akkoord ging om geïnterviewd te worden en hiervoor de toestemming kreeg van Mevrouw Ono, zegt dat het appartement steeds opgeruimd was en smaakvol was ingericht.
De Lennons hadden een goed contact met buren die ook kinderen hadden. Sean was bevriend met de kinderen van Warner LeRoy, de eigenaar van een taverne. Paul Goldberger, de architect die ongezouten zijn mening gaf in The New Yorker, die ook in het Dakotagebouw woonde, werd uitgenodigd voor het kerstdiner in het appartement van LeRoy op het einde van de jaren 70 en zegt dat ook de Lennons daarbij waren. Hij zegt dat het kerstdiner heel prettig en warm was, en dat Mijnheer Lennon vrolijk babbelde met de toekomstige schoonmoeder van Mijnheer Goldberger over de muziekindustrie.
De meeste buren herinneren zich hem als de papa die bezig was met het opvoeden van zijn zoon. Mijnheer Birmingham zegt dat toen hij op bezoek ging, dat Mijnheer Lennon bezig was de trapleuning in te winden om zo Sean te beschermen. Mevrouw Flack herinnert zich dat Mijnheer Lennon lange wandelingen maakte in het park, met Sean op zijn fietsje.
'Sean hield erg veel van zijn vader,' zegt Mevrouw Flack, daarmee doelend op de vele betekenissen van de woorden ‘houden van’. 'Er werd heel veel handjes vastgehouden en naar boven gekeken, en er werd heel veel handjes vastgehouden en naar beneden gekeken.'
De Lennons kregen de meeste kritiek van de buren over hun eigendommen. Mijnheer Gruen zei dat bovenop hun twee appartementen op de zevende verdieping, ze ook drie andere appartementen kochten, gewoon als ruimte om spullen op te bergen, een werkstudio voor Mevrouw Ono en een appartement voor de gasten.
Mijnheer Goldberger zegt dat er heel wat geruchten de ronde deden.
'Doorheen de jaren, werden de mensen wrevelig tegenover Yoko, omdat zij steeds meer appartementen wilde bijkopen,' zegt Mijnheer Goldeberger. 'Ik denk dat de meeste mensen niet durfden kwaad te worden op John Lennon, dus moest zij het onderspit delven en kreeg zij het allemaal over zich heen.'
Maar Mevrouw Flack verdedigt het vergaren van appartementen door John Lennon en Yoko Ono en zegt dat zij zelf wenste dat ze meer appartementen had gekocht, vroeger toen ze nog betaalbaar waren. Een appartement dat ooit toebehoorde aan de Lennons werd in 2008 verkocht voor 801.000$.
'Als je John Lennon en Yoko bent, en je hebt al het geld van de wereld,' zegt Mevrouw Flack, 'dan kan je inderdaad alles kopen wat je maar graag hebben wilt.'
De jacht op eigendommen van de Lennons komt niet overeen met een Dakotabewoner. Nina Bernstein, de dochter van Leonard Berstein, wiens familie introk in het Dakotagebouw in 1975 toen zij dertien jaar was, zegt dat haar contact met John Lennon er kwam nadat hij een schaal sushi was gaan kopen. Toen Mevrouw Bernstein naast Mijnheer Lennon stond aan de dessertentafel tijdens het eetfestijn, staarde hij naar de zoetigheden en zei, 'ik wil iets papperig en onaantrekkelijk,' zegt zij, zich nog heel goed zijn Liverpools accent herinnerend. 'Ik denk dat ik iets murmelde van dat de notencake er heel erg lekker uitzag,' voegt ze er nog aan toe.
Leonard Bernstein genoot enorm van de poëzie van Lennon op het jaarlijkse eetfestijn, die hem, zijn vrouw, zijn twee dochters en zoon in contact bracht met Mijnheer Lennon en samen zongen ze een improvisatierondje 'The Moldy Moldy Man' van Lennon, dat hij hen geleerd had.
Het was een gevierde muzikant die zijn werk uitprobeerde op een andere muzikant.
Mevrouw Bernstein zei, 'Ik denk dat dit John heel veel plezier deed.'
(Bron: nytimes.com)
(Vert: Janien Nuijten-Colans)