Paul McCartney, de meest ambitieuze Beatle, verknalde zijn grote talent toen hij solo ging, schrijft Liz Thomson.
Na het lezen van dit boek en het luisteren van zijn muziek na the Beatles, is het moeilijk om van mening te verschillen met David Puttnam, die zegt dat Paul McCartney een man is die 'immens, immens, immens talent' heeft en toch niet in staat is die cruciale extra moeite te nemen wat het gewone goed zou veranderen in uitzonderlijk goed. 'Was het omdat het te moeilijk was, of was het een te grote uitdaging? Of was het omdat hij een redelijk tevreden man was en hij dacht dat het niet de moeite waard was om zichzelf zo te pijnigen? Maar het verschil tussen goed en geweldig is minstens 15%.'
McCartney heeft, als een geboren muzikant met een verbazingwekkende gave voor melodie, zich meer laten leiden door zijn talent dan inspanning. Daarbij heeft hij (net als veel beroemdheden) zich omringd door ja-knikkers wiens plek aan het 'hof' afhankelijk is van hun gepaste respectbetuigingen.
In de Beatle-dagen leverde de strijd met de uitgesproken John Lennon een gezonde wedijver, en de schoolmeesterachtige George Martin zat altijd in de controlekamer. Na the Beatles leek McCartney weinig aandrang meer te voelen om advies te vragen: leden van Wings waren ingehuurde krachten, betaald (vaak slecht) om de Stem van de Meester te gehoorzamen, terwijl zijn vrouw Linda, met geen greintje muzikaliteit in haar, als hoofdcheerleader fungeerde. De enorme hoeveelheid drugs die ze gebruikten stompten ongetwijfeld hun kritische blik af. Linda arriveerde op de hoorzitting van een van hun vele drugsvangsten 'knetterstoned', volgens hun advocaat Len Murray.
Puttnam en Murray zijn twee van de ruim 220 mensen met wie Howard Sounes gepraat of gecorrespondeerd heeft, voor wat hij noemt 'een beter gebalanceerd, gedetailleerder en veelomvattend leven' dan welk ook tot nu toe. Sommigen dragen bij aan de puzzel (Ravi Shankar, John Tavener, Carla Lane), maar anderen (Ken Dodd, Bruce Forsyth, Jeffrey Archer) hebben niets informatiefs te bieden. Mensen als Astrid Kirchherr en Jûrgen Vollmer zijn al lang uitgepraat, hoewel we nog niet eerder van Imelda Marcos hebben gehoord, wiens bejegening van the Beatles in de Filippijnen de aanleiding was van hun besluit om te stoppen met tournees maken.
De meest voor de hand liggende personen om aan het verhaal bij te dragen - Ringo Starr, de kinderen van McCartney, Jane Asher - blijven stil. Het siert Asher dat ze nog niks gezegd heeft sinds 21 juli 1968, toen ze, ondervraagd over haar verloving door de presentator van een praatprogramma Simon Dee, antwoordde: 'Ik heb het niet verbroken, maar het is afgelopen.' McCartney was vanaf het begin de meest ambitieuze Beatle, op vroege leeftijd al overtuigd dat hij beroemd zou worden. Hij was arrogant, en kwam te laat op de bespreking met Brian Epstein die hun toekomst zou bezegelen.
Hij vond het geluk bij Linda Eastman, een groupie die besloot met hem te trouwen, en zijn verdriet om haar dood dreef hem in de kille armen van Heather Mills. Hun korte affaire beslaat minstens 10% van Fab.
Dit is iets meer dan een grondige knip-en-plak studie die zwaar leunt op de goedgekeurde biografie van Barry Miles. Toch is het leuk lezen voor degenen die op zoek zijn naar een paulinisch perspectief op de Beatles en een blik op zijn solocarrière.
(Bron: tribune.ie)
(Vert.: Frances Vermeulen)