Bill Harry hoorde via Roag Best dat Ken Brown op 14 juni is overleden. Hij werd dood gevonden op de vloer van zijn woonkamer. Hij leed aan longemfyseem. Hier volgt een stukje dat Bill over hem schreef.
Ken Brown, een gitarist uit Liverpool die naast de 15-jarige George Harrison speelde in het Les Stewart Quartet in 1958, in een tijd toen de groep van John Lennon - the Quarry Men - nog niet bestond.
Ze oefenden op een plaats die Lowlands heette toen het liefje van George, Ruth Morrison, vertelde dat er een nieuwe club openging in de omgeving en dat ze mogelijk nog een plaatselijke groep zochten. Brown ging langs bij Mona Best en verzekerde de groep van een thuishaven, ze mochten beginnen bij de opening van de club op zaterdag 29 augustus 1959.
Die zaterdag ging Brown heel vroeg naar het huis van Stewart en zat in de eetkamer met Stewart en George. Er hing een slechte atmosfeer in de kamer en Brown vroeg Stewart wat er scheelde. Stewart beschuldigde hem van een gebrek aan ervaring en ging door met argumenteren nadat Brown uitgelegd had dat hij had geholpen in de Casbah om hen een plaats te verzekeren om te spelen. Stewart verweet hem geld te verdienen door daar te helpen, maar Brown ontkende dat. Stewart zei hem, 'Ik ga daar niet spelen.'
Brown vroeg aan George om hem niet de rug toe te keren en George liep hem achterna het huis uit, terwijl Brown hem verzekerde dat ze voor die avond een groep bij elkaar zouden krijgen. George zei dat hij twee vrienden had waarmee hij contact zou opnemen.
Brown wachtte twee uur lang geduldig in de Casbah en toen daagde George op met John, Paul en Cynthia.
Ze beslisten om de naam van de groep van John te gebruiken, the Quarry Men en vonden zo hun thuishaven die avond. Tussen de nummers die ze brachten, zong John ‘Three Cool Cats’ en Paul zong ‘Long Tall Sally’. Brown speelde op de Hofner gitaar en de groep gebruikte een 10 watt amplifier.
De nieuwe club was het gespreksonderwerp van een verhaal in de plaatselijke krant, the West Derby reporter. Die meldde dat Kenneth Brown, David Hughes en Douglas Jenkins de club hielpen decoreren en startklaar maakten en voegde er aan toe : 'Kenneth Brown is eveneens een lid van de gitaargroep die de mensen zal entertainen op zaterdagavonden. De andere leden van de groep, die zichzelf the Quarry Men noemen, komen van het zuiden van de stad om hier te spelen.'
In 1965 vertelde Brown aan een reporter hoe de samenwerking met de groep wegens een dispuut stopte, amper zes weken nadat de groep werd opgericht: 'Op een avond, we wilden net starten met onze zaterdagavondsessie, voelde ik een helse pijn in mijn been. Ik kon nog met moeite rechtop staan, dus gaf Mevrouw Best me het geld en wees me de deur en speelden John, Paul en George voor de eerste keer zonder mij.
'Juist toen iedereen huiswaarts keerde was ik in de club en Paul kwam de trap net af. Hij zei: 'He Ken, wat was dat allemaal?' Ik vroeg hem: 'Wat bedoel je?' 'Mevrouw Best zegt dat ze jou uitbetaald heeft, ook al heb je vanavond niet met ons gespeeld.' 'Dat is toch haar zaak,' antwoordde ik, terwijl Paul terug de trap opliep, ondertussen discussierend met Mevrouw Best. Ze kwamen allemaal de trappen af, mijn richting uit. 'Wij denken dat de vijftien pond die je verdiende eerlijk tussen ons drieën verdeeld moet worden, want jij hebt niet gespeeld vanavond,' zei Paul. Natuurlijk ging ik niet akkoord. 'OK! Dat is het dan!' schreeuwde McCartney en stormde naar buiten richting West Derby, en schreeuwde dat ze nooit meer in de Casbah zouden spelen.'
Zo bleef de club zitten zonder eigen groep, dus zocht Brown toenadering tot Pete Best en stelde voor om hun eigen groep op te starten. Het resulteerde in the Blackjacks, die vanaf dat moment regelmatig in de club speelden tot Pete werd gevraagd om samen met The Beatles naar Hamburg te gaan. The Blackjacks stopten er mee want Chas Newby moest al heel snel gaan studeren aan de hogeschool en Brown ging trouwen met zijn liefje Marcia en verhuisde naar Londen.
In december 1960, toen Stuart Sutcliffe in Hamburg zat, stelde Best voor om Brown te vragen als gitarist voor sommige van hun optredens in Liverpool, ook al zat deze toen in Londen , maar de andere leden zagen niets in dit voorstel.
De laatste keer dat Brown de groep zag, was op 16 maart 1963, toen Neil Aspinall hem belde om te zeggen dat ze in geldnood zaten en ze de volgende avond naar Sheffield moesten — zou hij hen 20 pond kunnen lenen?
Brown vertelt: 'En ja hoor, ik ging akkoord en ze kwamen met zijn allen naar mijn flat. Neil kwam binnen en Marcia en ik ging even naar de auto om de jongens te zien. Ik gaf hen het geld en ze betaalden me zes weken later terug.'
Op Bank Holyday in augustus 1999, kwam Brown terug samen met Pete Best en Chas. Ze traden op ter gelegenheid van de 40ste verjaardag van de club.
(Vert : Janien nuijten-Colans)