Er zijn echt maar een handvol mensen die je het label ‘levende legende’ kan opplakken, zonder te overdrijven. Paul McCartney is een van deze zeldzame mensen.
Als hij het podium opkomt, krijg je het overweldigende gevoel ‘Wauw! Ik kijk naar een Beatle’. Je raakt gepassioneerd door liedjes die je al ontelbare keren hoorde. Het klinkt allemaal zo bekend in de oren en toch heel fris en je kunt er niets aan doen dat je verliefd op hem wordt, elke keer opnieuw.
Deze man is een genie; puur en eenvoudig. Hij haalt nog makkelijk de hoge noten, hij kan een fantastische gitaar/bas solo ten gehore geven en bovenal hij is een showman. Hij verraste het Ierse publiek met stukjes oorspronkelijke Gallische muziek en bewoog en huppelde over het podium als een man die drie keer zo jong was.
En het is niet alleen McCartney die er een fantastische show van maakt. Zijn muzikanten zijn ook formidabel. Heel vaak zie je bij een soloartiest dat de muzikanten achter hem niets meer doen dan de instrumenten bespelen. Hier geven de mannen iets extra aan de fantastische show.
En het doet er helemaal niet toe welke nummers McCartney speelt. Er zijn zo veel klassiekers, het is haast onmogelijk die allemaal in een optreden van 2 uur en 45 minuten te spelen. Maar als het publiek ‘na na na na hey Jude’ meebrult, of ‘speaking words of wisdom, let it be’ is het onmogelijk om niet geraakt, niet ontroerd te worden. Het hoogtepunt van de show is ‘Live and Let Die’ met het nodige vuurwerk en het afsteken van het vuur werd perfect getimed zodat het refrein je wegblaast.
Mensen willen er niet te vaak aan denken, maar de kansen om Sir Paul nog live aan het werk te zien worden kleiner en kleiner als de jaren verstrijken. Maar ik vind het fantastisch dat ik als ik wat ouder ben, aan mijn kinderen kan zeggen: ‘Ik zag een Beatle’, en ik zal ook zeggen: ‘Ik zag een levende legende aan het werk op een van de beste shows waar ik ooit getuige van was’.
(Bron : music-news.com)
(Vert : Janien Nuijten-Colans)