Sir Paul McCartney heeft toegegeven dat hij denkt dat de legendarische groep the Beatles ´voor de grap´ nog wel bij elkaar gekomen was als bandmaatjes John Lennon en George Harrison nog zouden leven.
De zanger en bassist geeft toe dat de legendarische groep -hij en drummer Ringo Starr, en overleden bandleden John Lennon en George Harrison- kort na de breuk in de jaren 70 verschillende pogingen om weer bij elkaar te komen afwezen, maar hij denkt dat ze op den duur wel weer eens bij elkaar zouden zijn gekomen, bijvoorbeeld voor een goed doel.
Hij zei: ‘Kort na de breuk is ons gevraagd om reünieconcerten te geven. Destijds was dat niet echt een goed idee, maar ik denk dat het na verloop van tijd best had kunnen gebeuren. Iemand zou dan wel zeggen 'O, kom op, gewoon voor de gein'. Het zou bijvoorbeeld voor een goed doel kunnen zijn. Of gewoon omdat we eens bij elkaar zouden zitten en een van ons zou zeggen 'we doen het gewoon'. Je weet het niet. We hoeven daar verder niet treurig om te zijn of zo, het is gewoon een theorietje.’
John Lennon werd in 1980 in New York City vermoord, en George Harrison overleed in 2001 aan longkanker.
Het lijkt erop dat de legendarische muzikant van mening is veranderd wat betreft een reünie.
De hitmaker van 'Live and Let Die' heeft eerder altijd gezegd dat het een 'zegen' was dat het kwartet na hun breuk nooit meer samen optrad.
Hij zei: ‘Er werd wel eens wat gesproken over the Beatles. Wat er meestal gebeurde, was dat drie van ons het wel zagen zitten, maar dat dan George, of John, of ik het niet wilde. Op een bepaalde manier was dat een zegen. We hadden alles al gedaan, waarom zouden we dat bederven? Of het nu door God gegeven was of niet, die vier mensen samen was een behoorlijk goede mix.’
(bron: contactmusic.com)
(Vert.: Ruby Van Den Bergh)
