Kan iemand mij vertellen waarom er in films soms zo overdreven veel gerookt wordt? In Nowhere Boy, vanavond de openingsfilm van het International Film Festival Breda, is het excuus vast ‘dat het bij de tijd hoort’, maar dan nog staan de ontelbare peuken die worden opgestoken in geen enkele verhouding tot de werkelijkheid. Het leidt alleen maar af waar het werkelijk om gaat: het acteren, het verhaal.
Het verhaal gaat in dit geval over de eenzame tienerjaren van John Lennon (1940-1980). Hij groeit op in Liverpool, en wordt op zijn vijfde ‘gestolen’ door zijn stijve en strenge tante Mimi, omdat zijn echte moeder, de labiele Julia, niet in staat is hem op te voeden. Zijn vader is compleet afwezig. Al snel krijgt John ingepeperd dat hij ‘nergens terecht kan’. ‘Zit Nergens vol genieën? Want dan hoor ik daar’, is zijn gevatte verweer.
Het eerste drama voltrekt zich met de plotselinge dood van oom George, de man van Mimi. Op de begrafenis ziet hij in een flits zijn moeder. Ze blijkt gewoon om de hoek te wonen. Met knikkende knieën belt hij bij haar aan; ze vangt hem op als verloren zoon. Ze gaan samen naar een Elvis-film, ze geeft hem banjoles, maken samen muziek en drinken bier in het cafe, waar ze uitdagend danst op rock ’n roll. ‘Weet je wat dat betekent, rock ’n roll ? Sex!’, zo leert ze hem. John wil natuurlijk helemaal niet meer terug naar zijn saaie tante Mimi, die Tsjaikovski draait, de hele dag kopjes thee drinkt en Oscar Wilde leest. Op de klanken van Shake Rattle and Roll besluit hij rock ’n roll te worden, koopt zijn eerste platen en zet een vetkuif.
De jonge Lennon, een mooie rol van de mooie Aaron Johnson, blijkt een lefgozertje, die aan meisjes zijn piemel laat zien, maar die ook zijn handjes soms laat wapperen. En natuurlijk van school gestuurd wordt. Maar het is hem vergeven, gezien de trauma’s die hij heeft opgelopen. Hij heeft dan misschien een grote bek, maar ook een klein hart. Hoewel het in zijn milieu not done is, laat hij af en toe zijn tranen gewoon stromen
In het eerste deel van Nowhere Boy zou het bijna om een ‘gewoon’ coming of age-drama kunnen gaan, waarbij je gaandeweg vergeet dat we hier met John Lennon van doen hebben. Tot de Beatle- in-spe noodgedwongen toch weer terug moet naar tante Mimi en besluit om een rock ’n rollband te beginnen. Dat bandje — The Quarrymen — speelt overigens wel errug snel erg goed. En dan is wonderkind en anti-held Paul McCartney (een kleine, maar sterke rol van Thomas Sangster) er nog niet eens bij.
Net als eindelijk alle familieconflicten lijken te zijn opgelost, en The Beatles (die overigens net niet genoemd worden) in de startblokken staan, voltrekt zich een ander groot drama.
Drama, dat is het sleutelwoord van Nowhere Boy, toch is het regisseuse Sam Taylor-Wood niet gelukt om dat grote drama veel diepgang mee te geven. Je voelt de ellende niet goed genoeg, de ontroering is maar van korte duur. Wat overblijft is een lekker wegkijkend romantisch mainstream drama, met een mooie soundtrack vol oude blues, skiffle en rock ’n roll. In het beste geval zou je na een verhaal met zoveel ellende de bioscoopzaal met een brok in je keel verlaten, bij Nowhere Boy heb je na afloop vooral zin in goeie oude rock ’n roll en… een sigaret.
(Bron: bndestem.nl)