James McCartney trad op voor een klein, maar enthousiast publiek.
McCartney opende door zijn eerste nummer, ‘New York City’, op te dragen aan zijn familie in Liverpool. Zijn vader was niet backstage om hem te steunen, maar zijn oom Mike, een bekende rockfotograaf, was er wel.
Tevens droeg de 32-jarige James een nummer, ‘My Friend’, op aan George Harrison, die gisteren jarig zou zijn geweest, en hij eerde Sir Paul met zijn uitvoering van ‘I Love You, Dad’. De playlist van 14 nummers mixte boze, krachtige rocknummers met zachte, vredige ballads. Simpele teksten en memorabele melodieën zorgden ervoor dat stukken van niet eerder gehoorde nummers in het hoofd bleven hangen nadat je ze slechts een keer gehoord hebt.
McCartney ging vlug door de set, met introducties van liedjes voordat hij zong en meteen door naar de volgende ging. Er kon pas een glimlachje bij hem af toen een rocker van een jaar of 50 riep: ‘Ga door Jim, jongen’ en plotseling leek hij meer op zijn gemak en zeker van zichzelf.
Hij mag dan hetzelfde muzikale talent hebben als de generatie voor hem, maar soms leek hij zich niet op zijn gemak te voelen. Hij had ook niet het showmanschap en het voorkomen van zijn vader. Ondank dit sloot het publiek hem in het hart en klonk een luid applau\s toen McCartney het concert afsloot met de woorden: “Jullie zijn een hemels publiek. Jullie zijn het beste publiek ter wereld!�
(Bron: macca-central.com)
(Vert.: Ellden Clement)