9 Februari 1964 — The Beatles treden op in de Ed Sullivan Show. John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Richard Starkey, beter bekend als Ringo Starr, vormden een rockband uit Liverpool, Engeland.
Ze speelden een grote rol in de ‘Britse Invasie’, de uitdrukking die de media gebruikten voor de grote vloed aan Engelse artiesten, die gretig gehoor vond verspreid over de hele U.S. Dusty Springsteen stak als een van de eersten de oceaan over om Amerikaanse tieners te vermaken. Vele soloartiesten en bands staken de Atlantische Oceaan over en veroverden in Amerika muzikaal terrein.
De Ed Sullivan Show was in de lucht op zondagavond. Het amusementsprogramma bracht zowel nieuwe als beproefde optredens in de Amerikaanse huiskamers van 20 juni 1948 tot 6 juni 1971. Het programma van een uur had ook vaste onderdelen, zoals Topo Gigio, een kleine Italiaanse muis. Al was er in de begintijd van zijn show in Amerika nog sprake van rassenscheiding, toch gaf Ed vrijelijk ruimte aan Afrikaans-Amerikaanse artiesten. Enkele sponsors met zuidelijke sympathieën spoorden hem daarin nog aan en de kijkers werden dan ook getrakteerd op een arsenaal aan zwarte artiesten, zoals Nat King Cole, Artha Franklin en The Jackson 5.
Edward Vincent Sullivan werd geboren in New York City in 1901. Hij maakte eerst carrière als bokser en ging daarna sportverslagen schrijven voor een krant. Vervolgens accepteerde hij een aanbod van Walter Winchell om theater recensies te gaan schrijven en plaatselijk roddelnieuws. Sullivan begon stukjes te presenteren op de radio en in die positie werd hij een talentscout. In 1948 kreeg hij de kans om met zijn show op televisie te komen. Onder de originele titel ‘Toast of the Town’ werd de show op de CBS een hit. Sullivan zelf had echter weinig acteertalent en zijn droge, uitdrukkingloze presentatie werd vaak bespot.
De meest terugkerende gasten in zijn show waren Wayne en Shuster, een Canadees komisch duo, die 67 keer in de show optraden. Als er muzikanten optraden in de Ed Sullivan Show werd de voorkeur gegeven aan een live optreden, boven het playbacken bij opnames. Sullivan weigerde begin 1956 in eerste instantie Elvis Presley voor een optreden, al trad Elvis uiteindelijk toch op in zijn show. Het volgende hoogtepunt moest voor Ed een echte primeur worden. Dus nodigde hij The Beatles uit in zijn show en meer dan 73 miljoen Amerikanen (ongeveer de helft van de bevolking) zaten achter de buis om de Fab Four live vijf nummers te zien spelen.
(Bron: examiner.com - USA)
(Vert.: Marijke Snel)