“Lennon on Lennon: Gesprekken met John Lennon – uitgegeven door Jeff Burger
Je hebt het eerder gehoord. De grapjes met journalisten. (“ Hoe vond je Amerika ?” “Bij Groenland linksaf.”) De wat bottere antwoorden op controversies .(Als ik had gezegd televisie is populairder dan Jezus, was ik ermee weggekomen”) Het afbreken van mythes ( “Ik geloof niet in Beatles.”) Yeah, yeah, yeah.
Beatles fans kennen de Beatles citaten. Daarom is het heel leuk om het boek van Jeff Burger te lezen en diep in de weelde van zijn onderzoek te duiken, waarvan zelfs de meest fervente volgers nog nooit gehoord hebben en waarvan de meesten nog nooit beschreven zijn.
Het laatste detail is een belangrijke. Echte Beatles fans hebben alle boeken, waaronder het essentiële “Lennon Remembers,” het interview wat hij aan Rolling Stone gaf toen de wonden van het opheffen van de band nog vers waren. Maar Burger — een inwoner van Ridgewood en gespecialiseerd in rock ster autobiografieën, die al “Leonard Cohen on Leonard Cohen” en “Springsteen on Springsteen” heeft uitgebracht — kijkt verder dan de eindeloze samenvattingen en bloemlezingen.
Dus , ja, er zijn hier fragmenten van Spin en Newsweek — en ook van veel kleinere publicaties. Een studentenblad van een kunstacademie pikte een interview op uit 1968 toen een verslaggever schreef naar een Beatles fanclub. De meesten zijn afschriften van kortstondige Lennon optredens — zijn gast wijst op de “ Dick Cavett Show,” zijn verschillende pers conferenties en zijn geweldig verrassende optreden op een avond in 1974 op radiostation WNEW-FM, waar hij plaatjes draaide, het weerbericht deed en constant grappen zat te maken.
Lennon’s gevatheid is altijd duidelijk maar ook de andere meer serieuze momenten, zoals zijn alles behalve dromerige herinneringen van de tijd van de tournees, recentelijk weergegeven in de film “Eight Days a Week.” “Het was gewoon een sleur…Natuurlijk waren er goeie momenten en als we erover praten, lachen we erom. Maar wanneer je naar de fysieke realiteit kijkt was het een en al pijn. Het had niets met muziek te maken… De helft van de tijd stonden we in de microfoon te mimen, omdat je geen stem meer had, en het publiek gilde alleen maar. Je werd geschopt, geslagen, liep tegen muren op, bedondert en opgejaagd .”
Door opgegraven minder bekend materiaal, trakteert Burger ons op verrassingen. De man die het avantgardistische “Revolution 9” opnam verdedigt de middelmatige pop muziek.“Ik ben het niet eens met de mensen die Engelbert Humperdinck minachten alleen maar omdat hij zulke dingen maakt. Of omdat hij niet zoiets zingt als ‘Street Fighting Man’ ,weet je. Dat is kortzichtigheid. Het is facisme… Daar wil ik niet naar luisteren, dat wil ik niet horen. Wil ik niets mee te maken hebben. Maar ik ben niet zo’n snob die mensen denigreert die ernaar willen luisteren.”
De interviews zijn op chronologische volgorde gezet, wat logisch is maar een beetje jammer. Want we weten altijd wat er gaat komen. We kennen die periode wanneer Lennon eindelijk die gewilde ‘green card’ krijgt, de muziek en de meeste artikelen stoppen dan. En we weten dat hij zich terugtrok in de Dakota, vijf jaar lang samen met Yoko en hun baby en brood bakte.
Echte Lennon fans weten dat hij toen oprecht gelukkig was. “Yoko en ik — dat is realiteit” zong hij eens, en niemand die van hem hield kon hem dat misgunnen. Maar wat het haast ondraagbaar maakt terwijl je dit boek leest is dat we weten hoe het eindigt. Hoe hij uiteindelijk het Dakota uitstapte en terug in de schijnwerpers kwam. Hoe op 8 december 1980 hij buiten dat gotische gebouw stopte en zijn handtekening zette voor een fan.
Een fan met een doffe blik en een pistool in zijn zak. Pete Hamill, een andere onwillige loonslaaf, kwam Lennon de eerste keer tegen in 1964 in een club in Londen en raakte haast in een zinloze knokpartij door een kwaadaardig macho “Ierse immigranten code.” Meer dan tien jaar later zat Hamill naast een man die een groot deel van zijn verleden achter zich had gelaten. Een man die zei dat hij uitkeek naar een vredige toekomst. “Ik heb een soort angst voor zo’n gewoon iets. Je kent ze wel die al hun examens haalden, die een baan kregen, die geen rock & rollers werden, diegenen die zich settelden… Maar ik heb er genoeg van om dit met agressie weg te wuiven, weet je ? Ik moet het op een andere manier doen. Ik denk dat ik dat ga doen. Ik denk ook dat ik me door dit te realiseren een stap in de goede richting is. Leven in 1975 in mijn nieuwe motto. Ik heb het net bedacht. Dat is ‘m. Ik heb besloten dat ik wil leven.”
(Bron: nj.com)
(Vert: Trix van Twist)