Paul McCartney gaf afgelopen zomer interviews voor drie belangrijke bladen die gemiddeld interessanter waren dan zijn gebruikelijke pers uitlatingen. Hier zijn de meest interessante passages die we hebben gehaald uit de Q&A (vraag & antwoord) sessies die zijn gepubliceerd in de Washington Post, Rolling Stone Magazine en de New York Times. (Klik op de links om de complete interviews te lezen)
Het interview van Geoff Edgers van de Washington Post met Macca dat uitkwam in juli vond plaats tijdens een tourpauze in Denemarken.
Aan McCartney werd gevraagd waarom het zo lang heeft geduurd voordat hij de Beatles nummers ‘A Hard Day’s Night’ en ‘Love Me Do’ in zijn concerten als solo artiest heeft uitgevoerd. “Normaal gesproken vermeed ik iets dat niet mijn soort van nummer was,” zei hij. “Ik deed wel ‘Drive My Car’, maar ik vermeed ‘Help’ en vergelijkbare nummers omdat ze voor mijn gevoel meer van John waren dan van mij. Maar ik voel me niet meer zo geremd door die theorie en ik ben gewoon heel blij om alles te spelen wat ik een goed nummer vind. Ik hoorde ‘A Hard Day’s Night’ op de radio en dacht, “Wow, fantastisch nummer”, en ik realiseerde me dat John en ik allebei zo enthousiast waren over het nummer dat we samen de lead vocalen zongen. Zo iets zie je tegenwoordig niet meer gebeuren. En dat akkoord is een van de meest iconische akkoorden in de muziek.”
“Ik werk momenteel aan een filmproject waarvoor ik een paar nummers schrijf. Iets van een animatiefilm aangelegenheid. De kwestie film, ik ben er niet weg van. Dat komt omdat je er helemaal enthousiast over bent en ermee aan de slag gaat en dan belt er iemand op en zegt, “Wel, het ligt stil”. Voor een van de karakters in de film belde ik Lady Gaga op en vroeg haar om een nummer in te zingen. Het lukte heel erg goed, maar we kunnen er niets mee doen tot de film gemaakt wordt. Het voelt soms alsof je door stroop loopt. Het begin is gemaakt en op het moment dat we groen licht krijgen maak ik de andere nummers af en ga die opnemen en er is er nog een bij die ik graag door Lady Gaga zou laten doen.”
Hem werd gevraagd naar het ontstaan van de ‘Pure McCartney collectie’ en hij zei daarover, “Wat ik er mooi aan vind is dat het aanvoelt als een mix tape. Dat was de gedachte erachter. Het was een soort playlist. Het ideaal is dat je een autoreis maakt van drie uur lang en je het perfecte ding hebt om naar te luisteren, zei hij bescheiden.”
Voor die fans die de song-selectie hebben over en de vraag waarom er geen enkele track opstond van ‘Flowers in the Dirt’ is dit stukje van het interview bijzonder leerzaam:
Hoe ging je te werk voor de selectie van de songs?
Om je de waarheid te vertellen het idee kwam van één van de meisjes die op mijn kantoor in New York werkt. Ik heb enorm veel respect voor haar, zij is een muziekkenner en fan. Zij zei, ik heb geluisterd en maakte een playlist en ik vond het fantastisch om dat te doen. Dus gaf ze me de eerste playlist. Zo ging het dus in zijn werk.
Wat is haar naam?
Haar naam is Nancy Jeffries.
Ik heb toch één opmerking voor Nancy Jeffries. Over het album ‘Flowers in the Dirt’ kan ik eindeloos doorgaan over alle dingen die zo goed zijn, het is een fantastisch album. Maar geen enkele van de songs van het album wordt gebruikt.
“En weet je waarom? Omdat dit album geremasterd wordt. Het is onze volgende grote uitgave. We werken er dit moment erg hard aan. Dus wilde ze die nummers niet gebruiken.”
Wordt het in zijn geheel geremasterd? Er zijn zo veel songs die je schreef en opgenomen hebt met Elvis Costello, maar enkele daarvan zijn niet officieel gereleased.
“Dat is één van de opwindende dingen. Deze demos. We gaan ze opnemen als onderdeel van de boxset. Ik weet niet zeker of ik je dit al mag vertellen hoor ... Het is enorm fijn om horen dat je fan bent van ‘Flowers in the Dirt’. En dus heb je nu alvast iets om naar uit te kijken. We hebben het al laten horen en zien aan Elvis, en ja hoor hij was in de wolken.”
Het interview in het nummer van Rolling Stone dat op de cover van het magazine dat verscheen op 25 augustus stond vermeld en door David Fricke in Londen en in Philadelphia afgenomen werd. David schreef trouwens ook een essaye voor het boekje dat bij de nieuwe uitgave ‘The Beatles: Live at the Hollywood Bowl’ zit.
Op de vraag waarom optreden voor hem nog steeds zo belangrijk is antwoordt Macca: ‘Het verhaal van de kleine band die groot werd is en blijft een fantastisch verhaal. Het gaat over de muziek waar we allemaal van houden en waar mensen in de zalen in Nashville, maar ook in de clubs in Liverpool en Hamburg naar luisteren. Maar het mooiste voor mij was dat na elk optreden op het einde van de avond, we met ons groepje van vijf konden terugkijken, samen konden genieten.”
Als het gaat over zijn rol binnen The Beatles zegt hij: “Ik was diegene die de groep vooruit duwde, en ja hoor ik deed dat heel goed. Niemand zou zijn opgestaan om van uit de achterbuurten naar het centrum van de stad te trekken om ‘Let It Be’ te maken. Het werd een beetje een rare fim, maar een wel een goede.”
“Aan zijn huidige band maakte hij van in het begin duidelijk dat het zijn groep was. Maar om de balans in evenwicht en de sfeer goed te houden staat hij open voor de inbreng van ieder van de bandleden als ze aan het repeteren zijn. Soms willen zij dingen doen waar ik bedenkingen bij heb. Maar de jongens zeggen dan ‘Je moet dit echt doen. Het gaat werken.’”
Wat hebben ze jou zoal voorgesteld dat echt wel werkte?
“‘Golden Slumbers’ en ‘The End’ [van Abbey Road]. Hier was heel veel werk aan. Ik was te lui om eerlijk te zijn. En Rusty Anderson had ‘Day Tripper’ als suggestie. Ik wilde dit niet doen omdat de basspartij moeilijk is. Hetzelfde geldt voor ‘Being for the Benefit of Mr. Kite’. Deze 2 nummers wilde ik eigenlijk niet spelen tijdens een concert. Maar de jongens zeiden dat het fantastisch zou worden. Maar ik ben soms een dictator. Niemand maakt daar een probleem van – denk ik toch (lacht). We zijn nu langer samen dan The Beatles of Wings. Ik denk dat we steeds beter worden.
Fricke kwam nog even terug op ‘Let it Be’ en vroeg hem of de mogelijkheid bestaat of deze film geremastered wordt.
Paul zegt: “Ik blijf maar denken dat we dit reeds deden. We hebben er al zo vaak en lang over gepraat.”
Wat houdt jullie tegen?
“Ik heb geen idée. Ik blijf het maar voorstellen en iedereen zegt enthousiast ‘Ja ja dat gaan we doen.’ Maar het blijft achterwege, we schuiven het steeds op de lange baan. The Beatles en Apple Corps zijn een democratie. En ik heb slecht één stem. Er moet een unaniem akkoord zijn tussen mezelf, Ringo Starr, Yoko Ono en Olivia Harrison. Dat is het geheimvan The Beatles – we moeten alle vier akkoord zijn. Vroeger in de groep ging het er nog anders aan toe – toen was het drie tegen één om iets te kunnen laten doorgaan. Nu moet het een unaniem akkoord zijn. De twee meisjes zijn Beatles.”
En je relatie met Yoko?
“Het gaat goed tussen ons nu. Vroeger was ons contact minder goed. Ze zat op de amplifiers terwijl we onze nummers aan ’t opnemen waren. De meeste jongensbands zouden dit niet fijn vinden. Wij lieten het toe, maar niet echt met volle overtuiging. We waren zeker niet sexistisch maar meisjes hoorden niet thuis in de studio. Wanneer John en Yoko een stel werden, bleef ze niet in de controlekamer zitten maar ze kwam mee in de opnamestudio. En stond zo te midden van ons vieren ... ik dacht toen tja als John van deze vrouw houdt dan zal het wel goed zijn zeker. Het was iets waar ik me over moest zetten. En in het begin was ik best wel hard. Maar nu zijn we maatjes. Ik hou van Yoko. Ze is zo Yoko hé! (lacht)”
In het interview dat in augustus verscheen in The New York Times – en telefonisch werd afgenomen door Cary Ganz – heeft Paul McCartney het over de dingen die vast onderdeel vormen van zijn concerten en nooit veranderen, zoals de verhaaltjes tussendoor die hij steeds herhaalt en herhaalt, avond na avond.
“Als je denkt zoals in de Broadwayshows, daar zijn elke zin en elke grap elke avond hetzelfde,” zegt hij. ‘Eens je een idee hebt en dat slaat aan bij het publiek, lijkt het wel of je moet dit behouden. Dus als ik een verhaal vertel over Jimi Hendrix dat ik al eerder vertelde gebruik ik korte zinnetjes zoals ‘zoals ik al zei’ of ‘Ik vertel dit verhaaltje wel meer’ om zo niet de indruk te wekken bij het publiek dat ik op automatische piloot speel.”
Ganz vertelt over een fan op één van de eerste rijen tijdens een recent concert in New Jersey die een bord bij zich had dat hij al 100 concerten van Paul gezien had. Hoe kan je zowel deze fan als een 20-jarige die voor het eerst komt kijken blijven boeien?
McCartney antwoordt: “Weet je, ik ben me er van bewust dat er enkele mensen in de zaal zitten die de show al eerder gezien hebben. Maar de grote vraag die ik me steeds stel ik ‘hoe kunnen die mensen dat betalen?’. Maar wat ik voor iedereen doe is proberen een concert te geven dat ik zelf ook zou willen zien. Dus ik begin met even te gaan zitten en na te denken, als ik zou gaan kijken, wat zou ik dan willen zien, wat mag ik weglaten, wat moet ik zeker en vast brengen. En dat is het lijstje van nummers waar ik van vertrek. En dan begin ik met de groep te repeteren , soms komen er dan voorstellen van de band, of ik hoor een nummer op de radio waarvan ik denk dat het goed zou passen in het geheel.”
Kan je je voorstellen dat je een concert brengt met alleen nieuwe liedjes zoals Bob Dylan onlangs deed?
“ik heb daar al vaak over nagedacht. Theoretisch kan het natuurlijk, en het zou wel lukken om nummers te brengen die we nog niet zo vaak samen gespeeld hebben. Maar ik maak me zorgen om het publiek. Ik herinner me nog goed dat ik als jongere naar een concert ging en daar had ik dan heel lang voor moeten sparen want het kostte veel geld. En dan vraag ik mezelf af of ik zelf naar de show zou gaan ik dan alleen nieuwe songs zou willen horen ... neen, en ik denk niet dat ik zou willen gaan! Wat wel zou kunnen is een veel kleiner concert doen en duidelijk laten weten op voorhand dat het om iets totaal anders gaat met enkel nieuwe nummers. Wellicht zou ik de tour ‘Deep Cuts’ of iets in die aard noemen. En ja, als ik dat zou doen denk ik dat het best ‘fun’ zou zijn.”
(Bron: beatlesdanssomethingnew.wordpress.com)
(Vert: Marijke Snel en Janien Nuijten-Colans)