Vijftig jaar geleden publiceerde de London Evening Standard een interview met John Lennon dat een blijvend onderdeel werd van de nalatenschap van The Beatles. "We zijn nu populairder dan Jezus," vertelde Lennon aan rock journalist Maureen Cleave. "Ik weet niet wat het eerst zal gaan - rock'n'roll of het Christendom."
De grap verscheen in deel 1 van een vijfdelige serie van de Evening Standard: 'Hoe leeft een Beatle?' In eerste instantie leek niemand Lennon's bewering op te merken. Maar toen een kortere versie van de serie werd gepubliceerd in het progressieve Amerikaanse tienertijdschrift Datebook in juli, werd het enorm opgeblazen. Het resultaat is nu legendarisch: publieke verbrandingen van Beatles platen, protesten door de Ku Klux Klan, DJ's die weigerden de platen van de band te draaien, pastoors die tegen hen preekten en een chaotische tour die hun laatste zou blijken te zijn.
Wat echter grotendeels is vergeten, is de rest van het intieme interview dat werd gepubliceerd. Vijftig jaar later is het een fascinerende en soms ook ongemakkelijke tijdcapsule. De bandleden waren halverwege de 20 en allen waren getrouwd, op Paul na. Beatlemania bestond al drie jaar en Cleave trof hen in hun sjieke huizen vol met speeltjes en verzamelobjecten en ongelezen leren boeken, met Ferrari's en Rolls Royces in hun garages. Ze leken gemakkelijk te praten met de journalist, een vriendin van de band van wie soms wordt gezegd dat zij de inspiratie is voor 'Norwegian Wood'.
De 'populairder dan Jezus' opmerking is tegenwoordig niet meer zo schokkend. We hebben het te vaak gehoord. Maar de originele serie interviews laat toch een aantal behoorlijk scherpe opmerkingen zien. "Showbusiness behoort toe aan de Joden," zouden The Beatles volgens Cleaves collectief hebben gezegd in een interview dat verscheen in het New York Times Magazine in juli 1966. "Het is onderdeel van de Joodse religie." (Tijdens een persconferentie in Los Angeles in augustus gaf John Lennon toe dat de opmerking van hem kwam: "Je kunt erin lezen wat je wilt, weet je. Het is gewoon een opmerking. Het is niet erg serieus." De groep journalisten vroeg niet verder.)
Lennon vertelt ook aan Cleave dat hij erover nadenkt om zijn zoon Julian naar een Frans lyceum in Londen te sturen, maar mijmert: "Ik heb medelijden met hem. Ik kon al niet tegen lelijke mensen toen ik vijf was. Veel van de lelijkerds zijn buitenlands, niet?" Ringo Starr refereert ondertussen aan de band als: "We zijn zo hecht, we zijn net een Siamese groep die van hetzelfde bord eet." Hij maakt een grapje over zijn vrouw Maureen: "Natuurlijk is ze mijn bezit." Ze was 16 toen ze elkaar ontmoetten - hij was zes jaar ouder - en 'haar ouders gaven haar aan mij toen ik met haar trouwde." Paul kleineert het racisme in Amerika: "een beroerd land waar iedereen die zwart is wordt uitgemaakt voor vieze neger." Die opmerking kwam terecht op de cover van Datebook, boven John Lennon's Jezus grap.
Lennon's volledige citaat over Jezus leest nu als een vrij eenvoudige en amateuristische godsdienstsociologie, vermengd met 'spiritueel maar niet religious' filosoferen:
"Het Christendom zal gaan. Het zal verdwijnen en krimpen. Ik hoef daar niet over te bekvechten; ik heb gelijk en dat zal bewezen worden. We zijn nu populairder dan Jezus; ik weet niet wat eerst zal verdwijnen - rock'n'roll of het Christendom. Jezus was okee, maar zijn discipelen waren gewoontjes. Het is hun gedraai dat het voor mij verpest."
Dit was een ander tijdperk, waarin beroemde mensen geen PR-medewerkers om zich heen hadden om hen te behoeden van interessante en foute opmerkingen en waarin er nog geen iPhones waren waarmee alles werd vastgelegd. Het was sowieso een ander tijdperk, dus het punt is niet dat de opmerkingen moeten worden gemeten aan de hedendaagse standaard. En het is niet verwonderlijk dat de opmerkingen van The Beatles in Amerika worden geinterpreteerd als een mix van Engelse humor en intellectuele hippie-eerlijkheid zonder enige subtiliteit. Maar vijftig jaar later is het wel opmerkelijk dat alleen het Jezus-citaat hen leek te storen.
(Bron: slate.com)
(Vert.: Ellen Clement)