George Harrison had al een paar albums onder zijn eigen naam uitgebracht voordat All things Must Pass uitkwam in november 1970.
Maar ze klonken niet zoals de Beatles. Ze klonken eigenlijk helemaal niet naar iets wat we kenden, gezien er een een experimentele synthesizer plaat was (Electronic Sound) en de andere was een soundtrack voor een film die niet opgevallen is (Wonderwall Music)
All Things Must Pass was Harrison’s eerste echte solo album, en het meest definitieve statement door een voormalige Beatle dat het tijd was om verder te gaan. De eerste soloplaat van Paul McCartney kwam een week na de breuk van de Beatles uit. Ringo Starr had dat al een maand eerder gedaan en die van John Lennon kwam kort na die van Harrison uit. Maar ze klonken allemaal een beetje als hun collectieve verleden; All Things Must Pass klonk als een complete breuk, of eigenlijk meer als een verklaring van onafhankelijkheid.
Het is geen geheim dat de laatste jaren van Harrison bij de Beatles frustrerend voor hem, als artiest, zijn geweest. Als het jongste lid van de band, begon hij later dan Lennon en McCartney met het schrijven van nummers. Toen, gretig om zijn bijdrage aan de albums van de groep uit te breiden, schreef en legde hij nummers ter overweging voor aan zijn bandleden. Maar tegen de tijd dat Beatlemania op het hoogtepunt was, hadden Lennon en McCartney het zo’n beetje voor het zeggen over de nummers van de band, en wezen, naar behoren, een nummer aan Harrison en Starr toe om op het album te zingen.
Maar in tegenstelling tot de drummer (die zich nooit op zijn gemak voelde in de schijnwerpers, en, tot het einde toe, zong hij vaak een cover of een nummer wat Lennon en McCartney hem gaven als een soort verplichting), schreef Harrison steeds meer nummers. Tegen de tijd dat de band eigenlijk in vier solo artiesten was opgesplitst met de andere leden van de groep als ondersteuning op het ‘White Album’, bleef de stille Beatle niet langer stil. Een van zijn nummers, “Not Guilty”, werd op het allerlaatste moment van het album gehaald, en zijn contributie aan Abbey Road — “Something” en “Here Comes the Sun” — hoorden bij de besten op de laatste opname’s samen. Maar hij werd nog steeds als een tweederangs lid behandeld.
Dus toen hij All Things Must Pass samenstelde in mei 1970 — verzamelde hij nummers die eerder voor de Beatles geschreven waren — ontdeed hij zich van jaren van frustratie. Hij stortte bijna alles wat hij had in dat album, waarmee hij zijn eerste echte solo plaat veranderde in een uitgebreid driedelig album met jamsessies, sketches en fragmenten gesteund door een lange lijst van vrienden zoals Starr, Eric Clapton, Bobby Keys, Dave Mason en Ginger Baker.
Hij werkte met Phil Spector ( die hielp met het samenstellen van de desastreuse sessies die uiteindelijk op Let It Be terecht kwamen), Harrison bewerkte veel van de beste nummers die zijn oude groep had afgewezen, te weten “My Sweet Lord”, “What Is Life’, “Isn’t It a Pity” en het titel nummer, en schreef enkele nieuwe voor dit project. En hij hield een jamsessie met zijn beroemde vrienden die de hele derde plaat van de set vulde.
Het was en blijft een verbazingwekkend album, het eerste echte goede door een voormalige Beatle. Harrison was ook de eerste die een nummer 1 haalde op de Billboard single lijst als solo artiest met “My Sweet Lord”, wat later een issue werd in een rechtszaak aangespannen door de Chiffons, een meisjes band uit 1962 die een tophit hadden met “He’s So Fine” , de aanklacht luidde plagiaat. (Harrison verloor de zaak, maar dat doet niets af aan de impact van het nummer)
En als het er af en toe op lijkt alsof Harrison onderweg de regie kwijt was of zijn grip verloor op enkele van de ongestructureerde jam nummers, het maakt allemaal deel uit van de blijvende aantrekkingskracht van All Things Must Pass . Het is zeker een heerlijk stukje werk, maar het is ook een aanval op Lennon en McCartney, die routineus zijn nummers verruilden voor die van hen op Beatles albums. Het is in ieder geval een betere plaat dan McCartney , en het overschaduwd bijna het cathartische John Lennon/Plastic Ono Band. Het was ook een beter album dan die twee samen omdat het zeven weken op nr. 1 bleef staan, wat voor de genegeerde Beatle als een soort van rechtvaardiging gevoeld moet hebben.
Maar bovenal, het album stond voor het afscheid van Harrison van de Beatles en hun legende. Al hun vroege solo albums gingen min of meer over het loslaten van het verleden, maar All Things Must Pass was meer dat Harrison zichzelf neerzette als de bedachtzame, spirituele en onderzoekende mens. Hij kreeg eindelijk zijn kans om zich uit te spreken, en dat deed hij luid en helder. Na al die tijd resoneert zijn stem nog steeds.
(Bron: ultimateclassicrock.com)
(Vert.: Trix van Twist)