Sir Paul McCartney heeft verteld dat hij blij is dat hij niet naar de kritiek op zijn muziek heeft geluisterd na de Beatles, omdat hij “het misschien had opgegeven”.
Sir Paul is zijn albums Tug of War en Pipes of Peace aan het re-masteren, en sprak over het feit “trots te zijn op zijn muziek nu hij erop terug kijkt” tegen Dermot O’Leary van BBC Radio 2’s.
“Dat doe ik inderdaad ja, het was namelijk zo dat Wings toen slechte kritieken kreeg omdat het post-Beatles was, en wat je ook deed of solo deed stond tegenover The Beatles,” vertelde hij.
“Dus je hebt de nijging om daar in mee te gaan, en ik ging met iets van die gedachte verder, zo van ‘nou het wordt nooit meer zo goed maar ik doe het omdat ik het graag doe’.”
“En dan luister je het terug en bedenkt ‘dit is beter dan ik dacht dat het was’. Dus dit is leuk om te doen, om er goed naar te luisteren en te denken ‘Ik ben blij dat ik dat gedaan heb, blij dat ik door ben gegaan’, want weet je als ik naar de critici had geluisterd had ik het misschien opgegeven.”
Hij sprak ook heel open over de dag dat John Lennon vermoord werd.
Lennon werd doodgeschoten in New York in December 1980 door Mark David Chapman.
Sir Paul herinnert zich dat hij een studio sessie had geboekt in Londen die dag, en dat toen zijn manager hem belde met het nieuws hij “gevloerd” werd.
Hij bracht de dag door met producer en vriend George Martin in de studio, dus kon hij "met mensen zijn die je hielpen rouwen en dat besloot ik ook te doen dus het werd een vreemde dag in de studio”.
Hij vervolgt: “Je probeert je met werken erdoor heen te krijgen maar kennelijk was elke seconde van de dag doordrenkt van het feit, omdat je steeds stopt en denkt ‘oh mijn God’.
“Weet je het was zo shocking en je kon het niet onder woorden brengen. Niemand van ons wist toen wat hij moest zeggen, het duurde een tijdje voordat je kon zeggen ‘ah weet je nog, dat met John, was dat niet te gek’.
“Ik kon mijn kwaadheid in woorden stoppen voor de vent die hem vermoordde. Dat was het enige wat ik die dag kon doen.”
Hij sprak ook over de tijd die hij doorbracht met wijlen Michael Jackson toen ze aan het nummer Say Say Say werkten.
“Hij kwam naar Engeland en logeerde bij mij en mijn gezin,”zei Sir Paul, “Wij hadden hem aan tafel maar hij at niet veel.”
“Ik zei ‘kom op Michael eet je avondeten’ , maar het was altijd lachen, altijd lachen. Het was heel leuk eigenlijk omdat de man die bij hem was niet zijn oppas was, niet zijn bodyguard, niet zijn manager – het was meer zijn maatje , een wat oudere donkere kerel – Billy – hij nam mij apart en zei ‘weet je dit is echt goed voor Michael ‘. Ik denk dat het het gezinsleven was en Michael kon zich gewoon ontspannen.”
(Bron: westerndailyexpress.co.uk)
Verty.: Trix van Twist)