"Als je dan toch een auto-ongeluk moet krijgen, kan dat het beste in de Schotse Hooglanden gebeuren. Het ziekenhuis daar is gewoon geweldig."
John Lennon, 1969
"Ik wilde altijd al een excentrieke miljonair zijn."
John Lennon, 1967
Op 3 juni 1965 reed John Lennon een Rolls Royce Phantom V, registratienummer FJB111C. Een zwarte limousine van 6 meter, die destijds 6000 pond kostte.
Het jaar erop had Lennon de achterbank laten omvormen tot tweepersoonsbed. Hij voegde er ook een tv, een koelkast, een telefoon, een platenspeler en verduisterde ramen aan toe. Maar Lennon vond dat het nog iets extra's nodig had.
Hij liet de auto overspuiten in felgeel door carrosseriebouwers JP Fallon. Het ontwerp was gebaseerd op een woonwagen, met een sterrenbeeld op het dak, en krullen en bloemen in caleidoscoop-effect op de zijkanten en de wielen.
Ondanks dat hij dergelijke aandacht - en geld - aan zijn Rolls besteedde, stond Lennon bekend als slecht chauffeur. Hij had in 1965, toen hij 25 was, zijn rijbewijs gehaald, maar hij reed maar zelden auto. Hij gaf er de voorkeur aan een van de twee chauffeurs, Les Anthony en Bill Corbett, te laten rijden.
Lennon zat echter wel achter het stuur op 1 juli 1967 (moet zijn 1969. Zie reactie). Hij was op vakantie in Schotland toen hij met zijn auto in een sloot reed (niet de Rolls, maar een wat meer bescheiden Austin Maxi). Yoko Ono, zijn zoon Julian en Yoko's dochter Kyoko zaten ook in de auto.
Lennon had 17 hechtingen in zijn gezicht, Ono 14 en Kyoko had er vier. Julian werd voor shock behandeld. Zijn moeder Cynthia nam hem de volgende dag mee terug naar Londen. Lennon weigerde met haar te praten toen ze aankwam.
Na het incident heeft Lennon nooit meer zelf gereden.
Hij liet de auto naar Amerika importeren en gaf deze in 1977 aan het Smithsonian Institute als schikking voor een belastingaanslag van 250.000 dollar. Daar werd de auto een paar maanden tentoongesteld, en verdween toen in de opslag aangezien het Smithsonian het zich niet meer konden veroorloven de auto te verzekeren.
In 1985 heeft het Smithsonian de auto bij Sotheby's laten veilen voor 2.300.000 dollar, waardoor het de duurste auto in de geschiedenis werd. De eigenaar van Ripley's Believe It or Not heeft de auto gekocht, en de auto is momenteel te zien in het Royal BC Museum in Victoria, British Columbia, Canada.
(Bron: mashable.com)
(Vert.: Liesbeth te boekhorst)
(Vert.: Liesbeth te boekhorst)
Reacties
Betreft het hier een onschuldige typfout, of staat het zo ook echt in het oorspronkelijke Engelse artikel?
RSS lijst met reacties op dit artikel