Als je nadenkt over welk optreden het beste Beatlemania definieert, kom je misschien op het iconische optreden van The Beatles bij de Ed Sullivan Show of hun gigantische openlucht concert in het Shea Stadium in New York.
Maar hun optreden in Carnegie Hall in New York City bleek op zijn manier ook van cruciaal belang.
Algemeen beschouwd in die tijd als prestigieuze concertzaal exclusief voor de allergrootsten, was het ondenkbaar dat Carnegie Hall ook maar in overweging nam om het podium te bieden aan een rock and roll band, of enige vorm van populaire muziek. Het optreden van The Beatles aldaar betekende dan ook een keerpunt voor de concertzaal, en maakte de weg vrij voor toekomstige rock en pop acts om het podium te sieren.
De manier waarop Brian Epstein en promotor Sid Bernstein deze show boekten was een uniek en complex proces, net zoals de transfer van de bandleden van de metro naar de backstage zonder te worden gezien. En, dit alles bij elkaar opgeteld, leek de band niet echt veel plezier te beleven aan het optreden. Maar, al was het optreden een en al ellende voor zo’n beetje alle betrokkenen, van The Beatles tot hun management, de overheid van New York en de beveiliging; de fans hadden de tijd van hun leven. Hier vijf interessante feiten over het historische optreden van de Fab Four in Carnegie Hall.
1. John Lennon haatte het hele gebeuren
Hoewel The Beatles een redelijke mate van privacy en beveiliging hadden ondervonden tijdens de reis van Washington D.C. naar New York City, vanaf de aankomst backstage kwamen zij in het gedrang van een menigte zoals nooit tevoren. Niet alleen bestookten doorgedraaide fans hen voor handtekeningen, ook beroemde bewonderaars drongen zich aan hen op.
Daar bleef het niet bij wat de problemen betreft: de relatief kleine concertzaal was zo vol gestouwd dat er zelfs stoelen op het podium stonden. Een onvergetelijke ervaring voor de fans die het geluk hadden om die - letterlijk eersterangs - stoelen te krijgen, maar voor John was het een grote afknapper.
John zei in The Beatles – Off The Record: “Carnegie Hall was verschrikkelijk! De akoestiek was verschrikkelijk ..... Het was geen rock show, het was gewoon een soort circus met ons in kooien. We werden geaaid en toegesproken en bejegend en aangeraakt, backstage en onstage. We waren net als dieren.”
Je zou kunnen denken, dat is de prijs die je ervoor betaalt om de grootste band ter wereld te zijn. Maar zoals John de hele ervaring beschreef, het is onacceptabel om dat wie dan ook te laten ondergaan.
2. Sid Bernstein boekte Carnegie Hall voordat The Beatles zelf akkoord waren
Sid Bernstein had een reputatie opgebouwd als concert promotor door voor Carnegie artiesten te boeken als Judy Garland en Tony Bennett. Hij vertrouwde op zijn instinct bij het ontdekken van nieuwe artiesten en was compleet óm vanaf het moment dat hij hoorde over Beatlemania.
Met zijn vooruitziende blik wilde Bernstein The Beatles boeken voor Carnegie Hall, een boeking die voor die tijd ongekend was. De persoon die hij belde om het optreden te boeken wist niet eens wie The Beatles waren en desgevraagd antwoordde Bernstein “Ze zijn een fenomeen.”
Bernstein was zo vol vertrouwen dat hij de concertzaal boekte nog voordat hij een deal had gesloten met Brian Epstein. Later pas sprak bij er Brian telefonisch over en sloot hij een deal: $ 6,500,--voor twee optredens in Carnegie Hall.
3. The Beatles namen drastische voorzorgsmaatregelen om ongezien in Carnegie Hall te komen
Bernstein boekte het optreden in Carnegie Hall voor 12 februari 1964, wat de verjaardag bleek te zijn van Abraham Lincoln, een vrije dag voor schoolkinderen in New York City. Dus, hoe voorspelbaar, stonden 20.000 fans rijendik achter de barricaden, vanaf twee straten tot aan de concertzaal, en duizenden anderen stonden bij Penn station hun aankomst op te wachten. Dat hun aankomst de mensenmassa tot hysterie zou brengen, kon je zo ongeveer op je vingers natellen.
The Beatles hadden het anders in gedachten. Toen ze lucht kregen van de scene in New York, troffen ze samen met de NYC politie maatregelen om hun trein om te leiden naar een wat meer afgelegen spoor in de buurt van Carnegie Hall, zo is beschreven in How the Beatles Changed the World. Daar werden ze haastig naar een platform begeleid, “in een neutrale auto gesmokkeld en weg gevoerd naar het Plaza Hotel.”
Alsof het een scene betrof uit Goodfellas, waren The Beatles nog niet klaar met het stiekeme gesluip. Ze werden naar de achterkant van het Plaza hotel geleid, door de keuken heen, in een gewone taxi gepropt richting de concertzaal, in plaats van de limo die iedereen verwachtte. De getroffen maatregelen konden niet voorkomen dat The Beatles backstage alsnog in de verdrukking kwamen, maar de reis naar de locatie toe was voor de band wel veel minder hectisch.
4. Bernstein wist een hoger gage te bedingen voor Carnegie Hall dan voor het Shea Stadium
Het concert in het Shea Stadium was kolossaal, met – naar zeggen - tien keer zoveel fans op de tribunes als in Carnegie Hall. Hoe had Sid Bernstein het dan klaar gespeeld om meer geld te verdienen aan het concert in Carnegie Hall?
“Ik hield uiteindelijk maar twee of drie duizend dollar netto winst over, omdat er zoveel problemen met de beveiliging verholpen moesten worden, met helikopters bijvoorbeeld en gepantserde wagens,” legde Bernstein uit in Off The Record. “Tegen de tijd dat de opbrengsten verdeeld waren, stond ik met lege handen.”
Bernstein had schulden overgehouden aan de promotie van het Newport Jazz Festival in 1960 en Carnegie Hall stelde hem in de gelegenheid die af te lossen en nog wat meer. Het stelde hem ook in staat om Brian Epstein snel de fee van $100.000 te betalen die de band vroeg, mede dankzij het feit dat Shea Stadium zo snel was uitverkocht. Maar door alle extra benodigde logistiek in het Shea Stadium, in verhouding tot de veel kleinere en eenvoudigere show in Carnegie Hall, speelde hij maar net aan quitte.
5. The Beatles veranderden de manier waarop artiesten werden geboekt voor Carnegie Hall
Zoals geldt voor veel aspecten van Beatlemania, was de verschijning van The Fab Four in Carnegie Hall ongekend en dat is zachtjes uitgedrukt. De concertzaal had al het aanzien van ‘de meest prestigieuze en beroemde concertzaal in Amerika’, volgens How The Beatles Changed the World. Ook al hadden Bill Haley and the Comets er opgetreden in 1955, men kon er zich niet indenken dat rock and roll bands regelmatige bezoekers zouden worden.
Vóór The Beatles werd Carnegie Hall beschouwd als de toplocatie voor klassieke artiesten, operazangers, orkesten en dergelijke. Maar nadat The Beatles de zaal in één klap uitverkochten, de podiumruimte vulden met meer mensen dan er plaatsen waren en het ‘dak er af bliezen’, veranderde alles. Tegen 1971 speelden er regelmatig rock bands – met inbegrip van Pink Floyd, The Allman Brothers Band, The Doors en The Kinks, die er allemaal optraden binnen het opmerkelijke tijdsbestek van twee weken.
Het optreden in Carnegie Hall oogst misschien niet dezelfde mate van bewondering als het Shea Stadium en de Ed Sullivan Show doen. Al waren die laatste optredens zeker iconisch en historisch, ze zouden geen afbreuk moeten doen aan de impact die de band had op deze concertzaal en op New York City.
(Bron: cbslocal.com)
(Vert.: Martijke Snel)