Het duurt ongeveer tweeeneenhalve minuut - tijdens een vriendelijk potje poolen met zoon Giles in de documentaire Produced by George Martin - voordat je het gehoorapparaat ziet in Martin's oor. Het is een verwoestende realiteit voor muziekliefhebbers van elke soort.
Martin, die ons zoveel prachtige geluiden gaf, kan ze zelf bijna niet meer horen. Altijd nieuwsgierig, altijd betrokken, de legendarische producer zat in ruimten met bands als The Beatles toen ze optraden - ogen dicht, luisterend naar het geluid, maar zijn gehoor werd beschadigd. "Het was," vertelde hij ooit tegen Ringo Starr, "een soort drug."
Muziek, en in sommige opzichten alleen de muziek, was belangrijk voor Martin. Produced by George Martin, een betrokken documentaire die een paar jaar geleden werd uitgebracht door Eagle Rock, maakt dat duidelijk.
Neem het jaar 1963, toen liedjes geproduceerd door Martin en gezongen door Billy J. Kramer, Cilla Black en natuurlijk The Beatles 37 weken in de hitlijsten stonden. "Het was een molen, maar een hele mooie - een gouden molen, zou je kunnen zeggen," zegt Martin, geboren op 3 januari 1926. Tenminste, voor EMI. Hij schat dat hij slechts $2.000,00 per jaar verdiende. Martin zegt dat hij niet eens een bonus kreeg met de Kerst.
In feite verdiende hij bitter weinig geld tijdens zijn meest gevierde periode, maar dat heeft Martin's enthousiasme voor de muziek nooit in de weg gestaan. "Zou je zeggen," vroeg zoon Giles op een gegeven moment, "dat je de Simon Cowell was van de jaren '60?" De beroemde producer antwoordt snel: "Oh dat hoop ik niet!"
Alles veranderde, voor The Beatles en voor George Martin, toen de groep besloot een andere weg in te slaan in 1966. De relatie verdiepte zich snel. "Je bouwde een beeld in het geluid," zegt Martin. Ze begonnen te spelen met conventie, zoals de achteruit opgenomen stem tegen het einde van Lennon's nummer 'Rain'. "Vanaf dat moment wilde hij alles andersom," zei Martin. "Dat wilden ze allemaal."
Toen Starr samen met Martin luisterde naar een weergave van zijn fantastische prestatie bij 'Tomorrow Never Knows', gespeeld tussen zwermen van geluiden, zei hij enthousiast: "Dit is de reden waarom we zijn gestopt met touren en naar de studio zijn gekomen."
Van de snaren van 'Eleanor Rigby' tot aan het briljante 'Strawberry Fields Forever' tot aan het vloeiende orkest achter 'Something' werd Martin's studio expertise een nieuw instrument voor The Beatles. "Ze waren altijd nieuwsgierig," zegt Martin over het viertal - maar hij had het ook over zichzelf kunnen hebben. "Ze wilden nieuwe manieren vinden om te doen wat ze deden - nieuwe harmonieen, nieuwe eindes voor liedjes. Ze wilden altijd achter de horizon kijken."
Toen The Beatles dat stukje avontuur kwijtraakten, in de late jaren '60, werden de resultaten minder. Let It Be, een albumproject dat begon met John Lennon die George Martin vertelde om meer afstand te houden, werd uiteindelijk uit handen gegeven aan de excentrieke producer Phil Spector. En nu nog beschrijft Martin het als 'verraad, echt waar.' Toen hij het uiteindelijke product in handen kreeg, zei Martin dat op de hoes moest komen te staan: "'Geproduceerd door George Martin, overgeproduceerd door Phil Spector'. Maar dat wilden ze niet."
Martin dacht dat ze nooit meer zouden samenwerken, en 'dat wilde ik ook niet'. Maar het vijftal keerde toch terug naar de studio - en naar hun eerdere glorie, met Abbey Road uit 1969. Dat was niet einde verhaal voor Martin, ook al gingen The Beatles hierna vrij snel hun eigen weg.
"Maar ik," zegt hij lachend, "was bevrijd."
Bevrijd van de drang naar hits - hij was tenslotte al aan de top geweest, opnieuw en opnieuw - ging George Martin op zoek naar de grenzen van zijn eigen fantasie en weer terug. Hij werkte met zowel de fusion jazz band Mahavishnu Orchestra en de mainstream country-rockers America, hij werkte met Jimmy Webb en Jeff Beck, Cheap Trick en Kenny Rogers. Hij bouwde een studio in de Caribbean - vernield door orkaan Hugo - waar The Police, Elton John, Stevie Wonder, Dire Straits en zijn oude vriend Paul McCartney nummers opnamen in de jaren '80.
"Dat is met alles zo, toch?" zegt Martin, als hij door de ruïnes loopt in Montserrat. "Alles heeft zijn periode. Je maakt iets uit niets. Maar het gaat altijd weer terug naar niets."
Nee, niet alles. De platen, die geluiden - of Martin ze nog kan horen zonder gehoorapparaat of niet - zullen altijd blijven bestaan.
(Bron: somethingelsereviews.com)
(Vert.: Ellen Clement)
Reacties
RSS lijst met reacties op dit artikel