Rod Davis en Colin Hanton vormden samen met John Lennon en Paul McCartney ‘The Quarrymen’.
Bussen met toeristen rijden af en aan in ‘Penny Lane’, muziekgekke fans stappen uit voor een selfie. Dit is heel gewoon in Liverpool, de Beatlesstad! En de meeste toeristen en fans kennen het verhaal van de Fab Four van a tot z.
Niemand heeft aandacht voor de gepensioneerde heer met het witte haar en bril, die vriendelijk terugwuift naar iedereen.
‘Ik woon dicht bij Penny Lane’, zegt Colin Hanton met een glimlach. ‘Ik word soms gek van de bussen maar blijf beleefd wuiven. Maar niemand weet wie die oude man is’.
Die oude man was de allereerste drummer van de groep die later de grootste en meest invloedrijke rockgroep aller tijden zou worden – The Beatles. En ja hoor, als de vele fans zouden weten wie deze man was, zouden ze hem vast en zeker aanklampen om zijn verhaal te kennen.
Maar omdat dit jaar de 50ste verjaardag, van de ‘Britse Invasie’ van de muziek die Amerika, Australië en de hele wereld veroverde, is – en er tevens een grootse tentoonstelling in Liverpool plaats heeft, is er opnieuw interesse voor Hanton en zijn muziekmaatje van toen, Rod Davis.
Hanton speelde drums samen met John Lennon en andere schoolvrienden en ze noemden zicht ‘The Quarrymen’. Hij was er ook bij op 6 juli 1957 toen Paul McCartney naar de St Peter’s Church kwam om de groep te horen spelen en om te vragen of hij met hen mee kon doen. Ook toen George Harrison bij de groep kwam, was Hanton nog steeds drummer van de groep. Hij was er ook bij toen ze hun eerste plaatje opnamen. Davis die banjo speelde van bij het begin van de groep in 1956, verliet de groep om plaats te maken voor Paul.
‘Eerlijk, we waren enkel vrienden die een beetje plezier wilden maken, heel veel plezier’, zegt Hanton. ‘Ik denk dat Paul diegene was die heel ambitieus was – hij wilde een ster worden net zoals John, maar ik niet’.
‘Ik was tevreden als ik naar de pub kon gaan en enkele pinten kon drinken. Ik liet hen muziek schrijven en ik speelde gewoon mee. Ik wist wel dat ze goed waren maar had nooit gedacht dat ze zo goed waren! Wij gingen het podium op en wilden de meisjes imponeren ... en dat was al wat we deden. We waren een garagebandje zonder garage en we hadden heel veel plezier’.
Hanton zegt ook nog dat het vrij snel duidelijk werd dat toen McCartney erbij kwam de groep snel evolueerde naar een rockgroep. Ze traden vaak op in jeugdclubs en natuurlijk in de bekende Cavern Club. Paul kwam bij de groep in 1957 (met een beetje vertraging omdat hij eerst op scoutkamp moest), en van toen af droegen ze in de groep dezelfde sportjasjes en zwarte enkellaarsjes en ze voelden dat ze nu met hun muziek ‘echt’ overal konden gaan optreden.
In juli 1958 maakten Lennon, McCartney, Harrison, Hatton en John Lowe (een vriend van Paul) hun eerste plaat – later werd dit één van de meest waardevolle opnames in de wereld en is ook terug te vinden op Anthology 1.
‘Ik had geen ambitie om een rockster te worden. Ik had een fijne job en mijn baas zei me dat ik moest kiezen tussen mijn werk of een muziekcarriere. Ik koos voor mijn werk en heb er nooit spijt van gehad.’
‘Ik dronk toen echt wel heel veel en daar heb ik wel spijt van. Ik denk soms als ik bij de groep was gebleven had ik naast de drank wellicht ook gekozen voor de drugs ... en je weet nooit waar het dan eindigt. Ik had kunnen doodgeschoten worden zoals John. Ik koos dus voor mijn werk en ik ben daar erg blij om. Ik huwde, we kregen samen twee dochters en had eigenlijk nooit echte problemen. Ik had niet heel veel geld maar we hebben nooit honger gehad.’
Hij hield zijn verleden als drummer van The Quarrymen altijd geheim, alleen de mensen dicht bij hem wisten dit.
‘Ik was nooit boos of jaloers op hun success, was alleen erg verwonderd. Mijn werkmakkers wisten dat ik in The Quarrymen had gezeten en toen The Beatles wereldberoemd werden, maakten ze wel eens grapjes en schampere opmerkingen, omdat ik een gewone werkman was en zij geld als slijk verdienden’.
In 1997 kwam de originele Quarrymen – zonder hun bekende maatjes – samen voor een benefietoptreden. Iemand ontdekte dat de originele bandleden nog in leven waren. Er kwamen heel veel aanvragen binnen voor optredens en sindsdien hebben we opgetreden in Europa, Rusland, Cuba, Japan en Amerika. En ondanks dat de hele wereld hen vroeg bleef Australië achterwege. Heel raar eigenlijk want ze zijn ginds wel erg geïnteresseerd in alles wat met The Beatles te maken heeft.
Davis zegt: ‘Een TV-station uit Australië heeft ons twee jaar geleden gevraag om naar ginds te komen om in enkele live shows te vertellen over de tijd toen en enkele optredens te verzorgen. Maar dit is afgesprongen wegens de te hoge kostprijs.
‘Eigenlijk jammer want we willen echt wel spelen in Australië. We speelden overal ter wereld alleen niet daar. En elke keer als we toch wilden gaan kwam er iets tussen.
‘En het probleem is dat we oud worden, steeds ouder, dus het wordt steeds minder realistisch.’
En ondanks dat ze niet hetzelfde succes hadden als de ‘anderen’ gaf het succes van de Fab Four hen toch de hernieuwde energie om met muziek verder te gaan.
‘We moeten voorzichtig blijven en niet op wolkjes gaan lopen. Wij zijn The Beatles niet. Zij hebben hard gewerkt voor hun muziek.’
(Bron: news.com.au)
(Vert: Janien Nuijten-Colans)