CD’s of vinyl? Het is een eeuwenoude strijd tussen degenen die het krassende geluid van dat stuk plastic op een antieke draaitafel koesteren tegenover de liefhebbers van hedendaagse muziek die zweren dat de nieuwe technologie met de mogelijkheden van digitale audio montage het vintage geluid van de vroege rock ’n’ roll altijd zal overtreffen.
The Beatles zaten stevig vast in de mono hoek en niet alleen omdat stereo geluid pas de norm werd tegen de tijd dat de band zijn pijnlijke doodstrijd streed, eind zestiger jaren. John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr werden geprezen als componerende revolutionairen toen zij de slapende pop scene wisten te transformeren, zo’n 51 jaar geleden. Toch waren zij verrassend terughoudend met het accepteren van nieuwe opname technieken, gaven er de voorkeur aan om te vertrouwen op de oude, beproefde enkel spoor installatie, de solide basis van de het opnameproces in de Abbey Road studio’s, waar veranderingen zeer langzaam tot stand kwamen.
En de reden hiervoor was eenvoudig: de Fab Four wilden voor hun fans op de plaat precies hetzelfde klinken als in de studio, met de soms voorkomende onvolmaaktheden open en bloot tussen de groeven die de loop van de popcultuur voor goed veranderden. Zij, en duizenden anderen, verwierpen stereo als een rage.
Harrison verklaarde eens: “Ik herinner me dat ik dacht toen stereo geluid werd uitgevonden ‘Waarom? Waarvoor zou je twee speakers willen? Want het verpestte de sound vanuit onze visie. Alles kwam uit een speaker , nu moest het uit twee speakers komen – het klonk behoorlijk kaal.”
Hoe dan ook, nu zijn de eerste 10 albums van de band, plus de Mono Masters singles compilatie, samen gevoegd in een box, voor het eerst in glorieus mono, zodat oude en nieuwe fans The Beatles kunnen horen zoals het bedoeld was en de sound zo dicht als mogelijk de opnames benaderd die als eerste werden terug gespeeld binnen de geprezen muren van Studio Twee onder de schoolmeesterlijk starende blik van producer George Martin.
Van hun recht voor z’n raap ingespeelde debuut album Please Please Me uit 1963 tot de vrijzinnige pop van A Hard Day’s Night, van de folk rock van Revolver tot de psychedelische ouvertures van Sergeant Pepper en Magical Mysterie Tour en de climax van het eclectische Witte Album, dit is het rauwe, onversierde geluid van The Beatles zonder de opsmuk van trucage in de stereo studio. Alleen Abbey Road en Let it Be ontbreken, omdat die zijn opgenomen nadat
The Beatles door de knieën waren gegaan voor de mogelijkheden van de studiotechniek.
Het resultaat is een hoogstandje – vooropgesteld, natuurlijk, dat je ze daadwerkelijk kan afspelen.
Ik moest mijn oude Garrard pick-up – hip in zijn tijd - onder het stof uit halen en de naald vervangen voordat ik hem kon aansluiten op de speakers en de versterker. Van de stapel Beatles albums die ik bezit zijn de meeste tweede generatie stereo herdrukken, dus ik was onvoorbereid op het verschil dat de mono versies hiermee te bieden hebben.
Terwijl de eerste generatie CD versies die werden uitgebracht in 1987 terecht werden afgekraakt, sprankelen de nieuwe mono versies vanaf de oorspronkelijke analoge masters van authenticiteit. De instrumenten en vocalen snijden door de mix, geven veel songs een impuls waardoor ze voor altijd jong klinken.
Het meeste profijt van deze muzikale schrob beurt heeft Ringo Starr, zijn drums zijn de hartslag van The Beatles op plaat. Lennon’s griezelige intro van A Day In The Life klinkt nu alsof het werd opgenomen in de Notre Dame. En de volledige twee zijden van Revolver - McCartney’s krachtige en innovatieve baslijnen hebben nooit beter geklonken – stralen van een energie die de Britpop maar zelden heeft getroffen.
Maakt dit allemaal zoveel verschil? En zullen deze remasters meevaren op de nieuwe golf van populariteit van vinyl, vooral als je er een bedrag van £ 288,-- om precies te zijn (€ 370,--) voor neer moet tellen, hoewel in dit bedrag een gratis boek is inbegrepen?
Het antwoord is ja ….. als je dat wilt. En de onvermijdelijke reden zit ‘m in de songs. Veel van de mono versies verschillen aanzienlijk van hun jongere stereo tegenhangers en deze nuances blijven fascineren.
Bij voorbeeld, bij de mono versie van Help is de zanglijn van Lennon duidelijk anders; in I’m Only Sleeping zit een omgekeerd gitaar effect dat ontbreekt op de stereo versie; tekstfouten zijn behouden, valse gitaarnoten vliegen rond als lege bierflesjes in een bar op de Reeperbahn; sommige nummers zijn versneld, andere vertraagd.
Een van de grootste verrassingen was mij voor het luisteren naar Helter Skelter, de rauwe track op het Witte Album die eindigt met een schreeuwende Ringo: ”I’ve got blisters on my fingers” (“Ik heb blaren op mijn vingers”). Alleen staat dit niet op de mono versie, die fade gewoon uit, zonder Ringo’s uithaal. Echt raar als je zo gewend bent om die te horen op de stereo uitvoering.
Mono of stereo? Waar het The Beatles betreft, ga ik mono een kans geven, alleen al voor de sensatie dat ik voel hoe ik opnieuw mijn reis ga maken door het auditieve kanaal van de band en mij stort in een onontdekte ‘magical history tour’ (magische geschiedenis tour). Lennon had gelijk …... tomorrow never knows.
(Bron: heraldscotland.com)
(Vertt.: Marijke Snel)
Reacties
Ik ga voor stereo.
Thuis heerlijk tussen mijn boxen genieten van The Beatles en hun soloperiode.
Als men met mensen praat, vogels hoort, verkeer hoort,
een concert bezoekt enz. dan komt het geluid ook niet van 1 kant. Geluid komt van links, rechts, midden boven en beneden. Ik zie dat met muziek ook zo.
Neem nu alleen maar 'Baby's in black'.
Prachtig van beide kanten op je af laten komen.
Groet, Cornelis.
RSS lijst met reacties op dit artikel