Volgens Greil Marcus hebben de Beatles met hun opzienbarende versie van ‘Money (That's What I Want)’ popgeschiedenis geschreven. Hij hoorde het nummer begin 1964, kort na hun optreden in de Ed Sullivan Show (Dan Grossi, Associated Press).
Begin 1964 werd ik gebeld door een vriend die vroeg of ik het nieuwe album van de Beatles, ‘With the Beatles’, wilde horen. Het was een paar maanden eerder al in Groot-Brittanië uitgebracht, maar niemand hier in de VS kende het. De vader van mijn vriend, die piloot was, had het meegenomen. Bij hem thuis bekeken we met een groepje de vier zwartwitte gezichten op de hoes - John, George en Paul bovenaan, Ringo, naar het leek wat kleiner, alleen beneden - waarbij de linker gezichtshelften in de schaduw verdwenen.
We beluisterden de plaat helemaal tot aan het laatste nummer, dat volgens mijn vriend hun versie was van een Motown-nummer, Barrett Strong's ‘Money (That's What I Want)’. En het kostte twee dollar per persoon om te horen, zei hij erbij. Wie niet betaalde werd gevraagd weg te gaan. We betaalden en we luisterden. En hoewel het nog een keer twee dollar kostte om het weer te beluisteren, deden we dat ook.’
De Beatles waren gek op Motown. Ze coverden alles wat ze vonden, ook als het geen hit was, zoals ‘Money’, dat in 1960 in het Verenigd Koninkrijk werd uitgebracht. Dat was eigenlijk nog beter, dan konden ze er hun eigen versie van maken. Wat ze er op 18 juni 1963 in de studio van maakten, was groots. Het was geen pop, het was geen entertainment, het was imponerend als het bekijken van The Godfather. Het was choquerend.
George Martin was de producer. Hij voegde er een krachtige pianopartij aan toe, die vast in John Lennons hoofd zat toen hij de zang opnam. Je kunt horen wat er in hem omging: woede, frustratie, en een behoefte om die de wereld in te slingeren. Net als in Hamburg. Je ziet John zo staan met een wc-bril om zijn nek. De uitvoering is snel, sterk, ongenadig, en je kunt je voorstellen welk gevoel het de Beatles gaf om zo te spelen, helemaal in de geest van wat rock ‘n’ roll voor hen betekende. Het begint meteen al goed, als een kanonnade van John:
The best things in life are free
But you can keep 'em for the birds and bees
Now give me money
That's what I want
Hij spuwt de woorden uit zijn mond. De grond schudt, je bent in een nieuwe wereld, waar alles moet wijken voor geluid en begeerte. Paul en George schreeuwen ook een duivels ooooooo mee. Net als John zetten ze hun nette Beatle-maskers af en geven alles wat ze hebben. Het buldert door tot het eind, als John zingt ‘I WANT TO BE FREE’, en je beseft dat de zanger nooit echt vrij zal zijn. Het nummer heeft in al die jaren niets van zijn schoonheid én lelijkheid verloren. Dit was wat rock 'n' roll beloofd had.
Een paar maanden na het betaalde luisteren had ik het nummer zelf, op het tweede Capitol-album van de Beatles. Ik werkte in Washington, woonde in een kelder in Maryland met twee kamergenoten. Ze klaagden. Waarom draaide ik dat nummer keer op keer? Wat was er zo geweldig aan? Ik draaide het volume hoger. Wat je hoort is een uitvergrote weergave van hoe de moderne samenleving het individu verplettert. Hoor je dat machinaal gedonder niet?
Ik moest ook wel om mijn eigen enthousiasme lachen, maar te midden van dat alles dacht ik: ‘Daar gaat het precies om, een levensvisie. Later in Toronto onderstreepte John die nog een keer met de Plastic Ono Band, ook al had hij toen zelf meer geld dan hij ooit zou uitgeven. Vanaf de eerste regel, geschreven door Motown's Berry Gordy en Janie Bradford, tot de laatste, herschreven door John Lennon, gaat het over niets anders dan vrijheid, en de erkenning dat geld uiteindelijk de enige vrijheid is die bestaat. De Beatles hebben zich dat inzicht eigen gemaakt en schreeuwen het in je gezicht. Het is het genot van de ultieme horrorfilm: doodsbenauwd voor wat er komt, maar niet in staat je af te wenden.
Greil Marcus is schrijver, muziekjournalist en cultuurcriticus. Dit essay berust op een langer stuk over ‘Money’ in zijn laatste boek, ‘The History of Rock ’n’ Roll in Ten Songs’, dat in september uitkomt.
(Bron: latimes.com)
(Vert: Frank Kremer)